Muzikale kwinkslagen in het auteursrecht
Door: Lotte Anemaet, VU Amsterdam/hoofdredacteur Auteursrechtdebat. Thema: Auteursrecht vanuit economisch perspectief. - Congresmiddag Muziek & IE 2015 - De eerste beat uit ‘Billy Jean’ van Michael Jackson is bij velen bekend, maar mag je die beat zomaar overnemen? Dit was een van de vele vragen die tijdens de congresmiddag Muziek & IE aan de orde kwam. Zoals de naam het al aankondigt, het was met recht een middag vol muziek te noemen. En om antwoord te geven om de opgeworpen vraag: ja, dat mag als het aan advocaat Bindu De Knock ligt, een van de sprekers tijdens deze middag. Ook voor muziekwerken geldt de werktoets en de eerste beat van Billy Jean valt daar duidelijk niet onder. Het is weliswaar zeer bekend, maar banaal en triviaal en dus niet beschermd. De Knock uit zich kritisch over muziekuitspraken. Neem bijvoorbeeld het geschil tussen ‘Blurred Lines’ en ‘Got To Give It Up’. De jury vond dit duidelijk een geval van inbreuk, want zoals de inbreukmaker het zelf al aangeeft ‘Damn, we should make something like that, something with that groove’, over zijn favoriete song van Marvin Gaye. Dan is het halve oordeel al geveld, toch? Het gebruik van koeienbellen, keyboard en mannen die in een hoger register zingen, zijn natuurlijk zeer bijzonder en getuigen zeker van een persoonlijke noot. Maar of auteursrecht op vier akkoorden nu dodelijk zijn voor de creativiteit [IEF 14870], dat valt nog te bezien. ‘Muzikanten gaan eerst creëren, daarna kijken ze pas of het inbreuk is’, aldus Bindu De Knock. Wel kan afgevraagd worden of al die schikkingen terecht zijn. Sam Smith had met ‘Stay With Me’ weliswaar geschikt, maar zijn deze melodie en akkoorden niet eigenlijk kinderlijk eenvoudig? |
Een andere vraag tijdens deze middag was: is samplen ‘klankjatten’ of kunst? Misschien wil de sampler slechts zijn eerbetoon betuigen aan Michael Jackson door ‘Billy Jean’ op te nemen in zijn muziek. Ondanks al deze goede bedoelingen, rust er een taboe op samplegebruik en is de dreiging van claims groot met een dempende werking van creatief samplegebruik ten gevolg. Advocaat Bjorn Schipper betreurt de nauwe speelruimte die de sampler heeft. Meerdere oorzaken zijn aan te wijzen voor het chilling effect op sampling, zoals de aanvliegroute die genomen wordt tijdens dit soort zaken – het wordt als diefstal geframed –, de harde rechten van fonogrammenproducenten en de lastige sample clearance. Met name die eerste benadering is volgens Schipper niet meer van deze tijd: samplen is ingeburgerd als manier van muziek bewerken. Een zelfregulerend vergoedingsysteem moet er komen met als uitgangspunt dat er voor samples betaald wordt. En wat nu als je de ‘fee’ te laag vindt? Dan kun je naar de geschillencommissie en kan wel de sample in de tussentijd worden gebruikt. Ook wat betreft linken en streamen kan afgevraagd worden of het auteursrecht wel alles zaligmakend is. Is het categoriseren van doorgifte van signalen als secundaire openbaarmakingshandeling niet eerder gewoon een tegemoetkoming aan ons eerlijkheidsgevoel? Een belangrijke voorloper van hyperlinking is de Paperboy-uitspraak geweest [BGH 17 juli 2003, zaak I ZR 259/00, ‘Paperboy’.]. Het Bundesgerichtshof brak een lans voor de vrijheid van hyperlink en internet. Het Hof van Justitie EU heeft uiteindelijk voor een verdere harmonisering gekozen en kon in Svensson [HvJ EU 13 februari 2014, zaak C-466/12] dan eigenlijk ook niet anders dan de oude rechtspraak van SGAE/Rafael Hoteles [HvJ EU 7 december 2006, zaak C306/05] vervolgen. Het is nog afwachten hoe de kwestie omtrent het hyperlinken naar illegale bron zal worden opgelost [HR 3 april 2015, GS Media/Sanoma]. Een andere interessante prejudiciële vraag is of de uitzondering van de tijdelijke reproductie niet van toepassing is indien de bron illegaal is [Rb. Midden-Nederland 10 juni 2015, BREIN/Filmspeler]. Het is te hopen dat het HvJ EU de consequentie van deze vraag inziet. Als het HvJ EU hierin meegaat dan zou het enkele aanklikken van een website namelijk al inbreukmakend zijn, omdat de informatie tijdelijk door de computer loopt, terwijl voorheen voor het enkele raadplegen of naar de bibliotheek lopen toch ook geen toestemming nodig was, aldus hoogleraar Martin Senftleben. Maar is het auteursrecht wel het juiste instrument om dit allemaal op te lossen? Dat het eerlijkheidsgevoel hoog is in Nederland, is goed terug te zien in onze nieuwe wet Auteurscontractenrecht – de noodzaak van deze wet wordt namelijk niet door al onze buurlanden gedeeld. Senftleben denkt echter dat de vaststelling door de minister van de billijke vergoeding in een polderland als Nederland in ieder geval sneller zal moeten verlopen dan in Duitsland, zodat de maker krijgt waar hij recht op heeft: een billijke vergoeding. |