Na de gerezen animositeit
Vzr. Rechtbank Dordrecht 21 februari 2008, LJN: BC4978 Top Finish B.V. c.s. tegen [C] Beheer B.V. c.s.
Wie heeft sterkere handelsnaamrechten? Top Finish en (C) richten Top Finish International op. Top Finish deelt daarna aan (C) en (D) onder meer mee dat zij zich de samenwerking binnen Top Finish International B.V. i.o. wil beëindigen en dat de (thans te verbreken) rechtsbetrekking tussen partij te kwalificeren is als een vennootschap onder firma.
Bij brief van 21 november 2007 heeft “[C], directeur Top Finish International” aan haar zakenrelaties onder meer medegedeeld dat Top Finish International is verhuisd en een nieuw bankrekeningnummer heeft, met het verzoek om vanaf die dag de betalingen op het nieuwe bankrekeningnummer te verrichten.
Beslist moet worden op de vraag, tussen Top Finish enerzijds en [C&D] Beheer c.s. anderzijds, wie gerechtigd is om de handelsnaam Top Finish respectievelijk Top Finish International te voeren.
“5.4. Beide partijen leggen aan hun vordering ten grondslag dat sprake is van verwarringsgevaar doordat de andere partij de handelsnaam Top Finish respectievelijk Top Finish International voert. Het verwarringsgevaar staat mitsdien vast. Het gevaar heeft zich al verwezenlijkt, nu de eisers 2 tot en met 5 in conventie deze procedure hebben geëntameerd omdat zij betalingen hebben gedaan aan Top Finish International voor schulden aan Top Finish.
5.5. Toen de desbetreffende partijen de zakelijke samenwerking aangingen, waren zij het er kennelijk over eens dat hun onderneming de handelsnaam Top Finish International zou gaan voeren. Deze partijen zijn, volgens de tekst van de overeenkomst, enerzijds [grootaandeelhouder], die toen zelf al een besloten vennootschap met de naam Top Finish bezat, en anderzijds [C&D]. Thans, na de gerezen animositeit, betwisten zij elkaar het recht om de naam Top Finish respectievelijk Top Finish International te voeren.”
De Voorzieningenrechter kwalificeert Top Finish International B.V. i.o. als een vennootschap onder firma (Vof). Het komt de voorzieningenrechter het meest waarschijnlijk voor dat in een eventuele bodemprocedure tot vaststelling van de verdeling van de gemeenschap de handelsnaam Top Finish International (B.V. i.o.) zal worden toebedeeld aan Top Finish. Dit op grond van de navolgende overwegingen:
“-([grootaandeelhouder] van) Top Finish is degene is geweest die de know how -zijnde een innovatieve vorm van herstel van gevelschade- heeft ingebracht in de Vof,
-de inbreng van [C&D] Beheer c.s. ligt meer op het financiële en commerciële vlak, met bezoek aan beurzen, opstellen van brochures, werven van klanten en het voeren van administratie,
- het uitvoerend personeel blijkt na de gerezen animositeit (nagenoeg) geheel de zijde van [grootaandeelhouder]/ Top Finish te hebben gekozen. De kansen op commercieel succes van Top Finish moeten dan ook hoger worden aangeslagen dan die van [C&D] Beheer c.s.
- de naam Top Finish werd reeds gevoerd door de gelijknamige besloten vennootschap van [grootaandeelhouder] op het moment dat de zakelijke samenwerking onder de naam Top Finish International werd aangegaan in 2005. Top Finish bestond toen al enige jaren. De stelling van [C&D] Beheer c.s. dat Top Finish tot op dat moment in het handelsverkeer geen enkel gebruik heeft gemaakt van deze handelsnaam is weinig aannemelijk, alleen al omdat de naam “Top Finish” is ingebracht in het samenwerkingsverband (in combinatie met het woord “International”) . Top Finish blijkt in ieder geval eigen briefpapier te bezitten van voor het samenwerkingsverband, met daarop haar logo en haar (afwijkende) adres aan het Weeshuisplein 16 in Dordrecht.”
Daarom zal de vordering van Top Finish inzake de handelsnaam worden toegewezen en die van [C&D] Beheer c.s. worden afgewezen. Anders dan [C&D] Beheer c.s. aanvoeren, bestaat voldoende aanleiding om ook [C&D] (in privé) te veroordelen, nu de naam van [C&D] (in privé) als zodanig is vermeld als partij onder de sub r.o. 2.3 genoemde samenwerkingsovereenkomst.
[C&D] Beheer worden als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten (standaard kort gedingtarief) in conventie en reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Top Finish worden in reconventie op nihil begroot, nu beide partijen in wezen hetzelfde vorderen.
Lees het vonnis hier.