Gepubliceerd op dinsdag 19 juli 2016
IEF 16115
Rechtbank Den Haag ||
29 jun 2016
Rechtbank Den Haag 29 jun 2016, IEF 16115; ECLI:NL:RBDHA:2016:7056 (Victoria's Secret tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/namaakverkoop-via-gebruikersnaam-victoria-s-secret-lady-op-marktplaats-verboden

Namaakverkoop via gebruikersnaam Victoria's Secret Lady op marktplaats verboden

Rechtbank Den Haag 29 juni 2016, IEF 16115; IEFbe 1872; ECLI:NL:RBDHA:2016:7056 (Victoria's Secret tegen gedaagde)
Uniemerk. Via marktplaats.nl heeft adverteerder onder de naam 'Victoria's Secret Lady' producten aangeboden. Na testaankoop is gecontroleerd op namaak; de spullen waren in nieuwstaat en het betreft dus niet gebruikte spullen. De gebruikersnaam duidt op het nastreven van een handelsactiviteit met economisch voordeel. Dat is gebruik in het economisch verkeer, met inbreuk door aanbieden namaakgoederen. Er wordt een verbod en een opgavebevel gegeven.

 

verbod
4.6. De rechtbank begrijpt het betoog van [gedaagde] dat een verbod ‘overbodig’ is omdat zij haar advertenties van Marktplaats heeft verwijderd zo, dat [gedaagde] stelt dat Victoria's Secret geen belang (meer) heeft bij een verbod. De rechtbank verwerpt dat verweer. [gedaagde] heeft weliswaar na sommatie direct de betreffende advertenties verwijderd maar heeft geen enkele toezegging gedaan voor de toekomst. Daarmee is nog steeds sprake van een dreiging van inbreuk, zodat Victoria's Secret belang heeft bij een verbod, wat zal worden geherformuleerd in het licht van de gestelde inbreukmakende handelingen van [gedaagde] (aanbieden en verkopen). Voor een breder geformuleerd verbod bestaat geen aanleiding.

5.2. beveelt [gedaagde] om binnen twee (2) maanden na betekening van dit vonnis aan de advocaat van Victoria’s Secret schriftelijk, door een gediplomeerde onafhankelijke administrateur, aan te wijzen door Victoria’s Secret en waarvan [gedaagde] de kosten draagt, gecontroleerde, met deugdelijke bescheiden gestaafde opgave te doen van: a. de totale hoeveelheid inbreukmakende producten die bij [gedaagde] per de datum van het vonnis aanwezig zijn of (indirect) in voorraad worden gehouden; b. de totale hoeveelheid inbreukmakende producten die door [gedaagde] zijn ingekocht dan wel zijn vervaardigd, dan wel welke [gedaagde] heeft doen inkopen dan wel heeft doen vervaardigen; c. de door [gedaagde] intern gerekende kostprijs dan wel betaalde inkoopprijzen alsmede de door [gedaagde] gehanteerde verkoopprijzen voor de inbreukmakende producten; d. het totale bedrag van de door [gedaagde] als gevolg van de verhandeling van de inbreukmakende producten genoten bruto- en nettowinst, alsmede de berekeningswijze daarvan; e. de namen en adressen van de leveranciers van de inbreukmakende producten.