Niet in dit kort geding toewijsbaar
In navolging van de Converse serie. Merkenrecht. Bedrijfsvertrouwelijke informatie: database met productiegegevens. Ongeoorloofde mededinging en door misdrijf verkregen vertrouwelijke gegevens. Faillissement. Sinds 2009 zijn partijen in rechtsstrijd over 'counterfeit schoenen', vanwege faillissement nu waarneming door curator.
Ingrijpen middels kort gedingprocedure is voor veel vorderingen van Converse niet gerechtvaardigd. Vordering gebruik vertrouwelijke gegevens afgewezen, het is voorshands onvoldoende aannemelijk is dat de curator daarmee onrechtmatig jegens Converse zou handelen.
Merkenrecht 4.2. De vordering onder c) is niet toewijsbaar reeds omdat, zoals de curator terecht heeft aangevoerd, een spoedeisend belang ontbreekt. Het bewijsbeslag is gelegd in november 2009. Op dat moment was de bodemprocedure al aanhangig gemaakt. Niet is in te zien waarom nu plotseling een beslissing over de gevorderde inzage in de bodemprocedure niet kan worden afgewacht en een spoedeisend belang zou bestaan om nu al inzage te hebben in het inbeslaggenomen materiaal om de gestelde merkinbreuk vast te stellen. Converse heeft daarnaar gevraagd ter zitting ook niet anders kunnen aangeven dan dat er meerdere procedures aanhangig zijn tussen Converse enerzijds en Sporttrading c.s. c.q. haar afnemers anderzijds en dat er in al die procedures duidelijkheid over de gestelde merkinbreuk zal moeten komen. Het praktisch belang dat Converse ziet in snelle duidelijkheid op dit punt rechtvaardigt echter geen ingrijpen in kort geding.
4.3. Daarnaast betwist de curator dat sprake is geweest van merkinbreuk door Sporttrading c.s. en heeft Converse de merkinbreuk in deze procedure niet of nauwelijks gemotiveerd. (…) Dat de voorzieningenrechter te Breda inbreuk in het eerdere kort geding aannemelijk heeft geacht ontslaat Converse niet van de verplichting die ook in dit kort geding aannemelijk te maken.
4.6. De vordering onder b) is echter niet toewijsbaar om de navolgende reden.(…) uit de door partijen overgelegde producties is in ieder geval af te leiden dat verlof is verleend om conservatoir beslag te leggen op bewijsmateriaal met betrekking tot de gestelde merkinbreuk, niet voor bewijzen met betrekking tot het onrechtmatig gebruik en verspreiding van bedrijfsvertrouwelijke informatie. In de bodemprocedure kan vervolgens aan Converse worden toegestaan het bewijsmateriaal in te zien ter vaststelling van de merkinbreuk, mogelijk ook de daarmee eventueel gemaakte winst, maar niet voor andere doeleinden. Een dergelijke vordering is dan ook niet in dit kort geding toewijsbaar.
Bedrijfsinformatie 4.7. De vordering onder a) is in zoverre spoedeisend dat de curator niet uitsluit dat hij in het kader van de inbreukprocedures gebruik zal willen maken van informatie die door Converse als bedrijfsvertrouwelijk wordt aangemerkt. Het gaat dan om andere informatie dan door Sporttrading c.s. in de bodemzaken al is ingebracht omdat Converse die informatie buiten haar vordering heeft gehouden.
4.8. Deze vordering kan niet worden toegewezen omdat voorshands onvoldoende aannemelijk is dat de curator daarmee onrechtmatig jegens Converse zou handelen. Dat is afhankelijk van de aard van de informatie terwijl daarnaast, afhankelijk van de concrete omstandigheden, aan de zijde van de curator een rechtvaardigingsgrond zou kunnen bestaan om de informatie in de inbreukprocedures in te brengen, ook al zou die informatie vertrouwelijk zijn en ook al zou de boedel daarover beschikken doordat zij deze van [K] heeft verkregen. Voor het gevorderde verbod bestaat nog minder aanleiding nu van een bekwame curator een zorgvuldige afweging kan worden verwacht en de curator zijn taken bovendien uitoefent onder toezicht van de rechter-commissaris.