Nieuwe loods op 500 meter afstand
Vzr. Rechtbank Alkmaar 12 april 2012, KG ZA 12-69 (Daalimpex c.s. tegen Blankendaal c.s.)
Uitspraak ingezonden door Lars Bakers, Bingh advocaten.
Merkenrecht. Non-usus. Rechtsverwerking. Na verkoop van Daalimpex en de overdracht van het beeldmerk van Daalimpex aan Kloosbeheer is het opnieuw geregistreerd en hernieuwd. Blankendaal heeft in een vooraankondiging een logo gebruik dat nagenoeg overeenkomt met het logo van Daalimpex.
Door Blankendaal c.s. is onder meer aangevoerd dat Daalimpex c.s. het merk niet (meer) daadwerkelijk gebruiken in de markt, maar dat er slechts sprake is van symbolisch gebruik, zodat er grond zou zijn om het merk als vervallen te beschouwen wegens het ontbreken van normaal gebruik.
De voorzieningenrechter dat er nog altijd daadwerkelijk gebruik wordt gemaakt van het logo, bijvoorbeeld op de pui van haar gebouw. Het verschil tussen het gedeponeerde merk en het gebruikte teken is slechts van ondergeschikte aard. Te meer nu onweersproken is gesteld dat de overheersende bestanddelen van het logo al meer dan 15 jaar worden gebruikt, is er sprake van visuele gelijkenis.
Geldige reden?
Ja... Voorts is door Blankendaal aangevoerd dat zij een geldige reden hebben om het teken (naar de voorzieningenrechter begrijpt: het logo zoals bedoeld onder 2.13) te gebruiken omdat dit teken al vanaf 1997 bij hen in gebruik is, zodat er sprake is van een ouder gebruiksrecht. Deze vennootschap is immers de opvolger van het onderdeel van het Daalimpex-concern dat niet aan Eimskip was verkocht. Door Blankendaal c.s. is voldoende aannemelijk gemaakt dat zij vanaf 1997 gebruik gemaakt heeft van het teken en dit gebruik ook na de aandelenoverdracht met toestemming van de toenmalige merkhouder heeft voortgezet.
Neen... Dit ligt anders voor het gebruik van de tweede gedaagde, deze vennootschap is na faillissement opgericht en is pas in 2011 actief gebruik is gaan maken van het van het merk van Kloosbeheer afgeleide logo. Ten aanzien van het tweede logo wordt die geldige reden niet aangenomen, omdat het gebruik van dat logo pas is aangevangen nadat Kloosbeheer de merkrechten uit het faillissement had overgenomen.
Tot slot wordt een beroep gedaan op de rechtsverwerking, aangezien Blankendaal c.s. het logo al langere tijd gebruikt en dit gebruik bekend was bij Daalimpex. Dat beroep wordt verworpen, zie geciteerde rechtsoverweging. Blankendaal c.s. dienen het gebruik te staken, onder last van een dwangsom, maar de rechter compenseert de proceskosten.
Tteken [gedaagde 1]
4.10 Voorts is door [gedaagden] aangevoerd dat zij een geldige reden hebben om het teken (naar de voorzieningenrechter begrijpt: het logo zoals bedoeld onder 2.13) te gebruiken omdat dit teken al vanaf 1997 bij hen in gebruik is, zodat er sprake is van een ouder gebruiksrecht. Door Kloosbeheer is dit betwist, stellende dat [gedaagden] van het oudere gebruik onvoldoende bewijs heeft bijgebracht. De voorzieningenrechter overweegt hieromtrent als volgt.
4.11 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben [gedaagden] in deze procedure voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een ouder gebruik van het onder 2.13 bedoelde logo voor [gedaagde 1]. Deze vennootschap is immers de opvolger van het onderdeel van het Daalimpex-concern dat niet door [naam 2] aan Eimskip was verkocht. Door [gedaagde 1]is voldoende aannemelijk gemaakt dat zij vanaf 1997 gebruik gemaakt heeft van het teken en dit gebruik ook na de aandelenoverdracht met toestemming van de toenmalige merkhouder heeft voortgezet. [naam 2] maakte derhalve al te goeder trouw gebruik van het logo voordat het merk door Kloosbeheer in 2009 werd vernieuwd.4.12 Die vraag ziet derhalve ook op de onderhavige situatie met betrekking tot [gedaagde 1]. Nu (gelet op de vraagstelling door de Hoge Raad) op dit punt door de Europese harmonisatie van het merkenrecht blijkbaar onduidelijkheid bestaat omtrent de reikwijdte van het begrip 'geldige reden', kan in het kader van dit kort geding niet zonder meer geoordeeld worden dat [gedaagde 1], van wie voldoende aannemelijk is geworden dat zij het teken al sinds 1997 te goeder trouw in gebruik heeft, inbreuk maakt op het merkenrecht van Kloosbeheer. Om die reden zal de vordering voor zover ingesteld tegen [gedaagde 1]die het logo zoals bedoeld onder 2.13 gebruikt, worden afgewezen.
Teken [gedaagde 2]
4.13 Dit ligt anders voor het gebruik van het hierboven onder 2.11 weergegeven teken door [gedaagde 2]. Deze vennootschap is pas opgericht in 2009, na het faillissement en op basis van de stukken is voldoende aannemelijk geworden dat deze vennootschap pas in 2011 actief gebruik is gaan maken van het van het merk van Kloosbeheer afgeleide logo. Gegevens van eerder gebruik door [gedaagde 2] van haar eigen logo zijn niet in het geding gebracht noch is eerder gebruik anderszins gebleken. Ten aanzien van deze vennootschap is er derhalve geen sprake van een ouder gebruiksrecht, voorzover [Gedaagden] c.s dat bedoeld heeft te betogen, zodat er geen geldige reden is voor het geclaimde gebruik. Het verweer van [gedaagden] voor zover het ziet op het gebruik van het onder 2.11 bedoelde logo wordt dan ook verworpen.4.14. Door Blankendaal c.s. is nog aangevoerd dat zij de logo's al langere tijd gebruikt en dat Daalimpex met het gebruik van de logo's door Blankendaal c.s. bekend was, maar dit gebruik gedoogd heeft, zodat zij thans niet alsnog verweer kan voeren tegen dit gebruik. Nu er voor het gebruik van het door Blankendaal Trade gebruikte logo een geldige reden wordt aangenomen heeft Blankendaal c.s. voor dat logo geen belang meer bij dit verwer. Voor zover het ziet op het gedogen van het gebruik van het door Blankendaal Coldstore gebruikte logo, heeft Blankendaal c.s. onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij het "Coldstore logo" al langere tijd gebruikt en dat Daalimpex dat zou hebben gedoogd, integendeel. Door Kloosbeheer is gesteld dat zij pas door de vooraankondiging, zoals hiervoor onder 2.11 weergegeven, ermee bekend is geraakt dat ook Blankendaal Coldstores een van haar beeldmerk afgeleid logo gebruikt, hetgeen verwarringsgevaar oplevert. Daarbij heeft zij benadrukt dat het verwarringsgevaar zich door de publiciteit rond de nieuwe loods van Blankendaal c.s. en de vooraankondiging ook reeds heeft verwezenlijkt, omdat er al door meerdere klanten is gevraagd of de beide bedrijven bij elkaar horen.
Lees het vonnis hier (grosse KG ZA 12-69, LJN BW2166).
Op andere blogs:
Nederlandsch Octrooibureau (Gelijke logo’s, maar toch geen merkinbreuk)