Gepubliceerd op vrijdag 9 september 2005
IEF 882
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Onafhankelijk Rijswijk

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Den Haag, 4 juli 2005.

Hierbij zend ik u op uw verzoek(kenmerk EZ05000206 / EU05000063) mijn reactie op een aan u gerichte brief van de heer D. Jense uit Rijswijk over het Europees Octrooibureau (EOB). De heer D. Jense vraagt in een brief namens de gemeenteraadsfractie Onafhankelijk Rijswijk naar de laatste stand van zaken rond de Rijswijkse vestiging van het EOB. Ik informeer u daarover als volgt.

De Staat der Nederlanden en het EOB zijn al geruime tijd in discussie over aanpassing van de bestaande zetelovereenkomst ten behoeve van het EOB in Rijswijk. Daarin worden de privileges en immuniteiten beschreven die zullen gelden voor de EOB-medewerkers en hun in Nederland verblijvende gezinsleden.  

Enige tijd zijn er door het EOB geen activiteiten meer ondernomen met betrekking tot de voorziene (ver)nieuwbouw voor de Rijswijkse vestiging. Mogelijkerwijs heeft hieraan het uitblijven van een nieuwe zetelovereenkomst aan ten grondslag gelegen. In het voorjaar van 2004 is de voorbereiding van de (ver)nieuwbouw echter door het EOB weer ter hand genomen door middel van een zogenoemde architectencompetitie. 

Dit voorjaar hebben de onderhandelingen tussen de Staat der Nederlanden en het EOB een positieve wending genomen; deze verkeren nu zelfs in een vergevorderd stadium. Het ziet er naar uit dat er op korte termijn overeenstemming kan worden bereikt met het EOB. Daarmee zouden de vele, langjarige inspanningen van de Nederlandse Staat om het EOB te behouden voor Nederland alsnog beloond worden. 

Een besluit over de EOB-(ver)nieuwbouw in Rijswijk is overigens niet alleen afhankelijk van een zetelovereenkomst. Ook is de instemming nodig van de Administrative Council (de Raad van Bestuur) van het EOB (waarin vertegenwoordigers van de 30 lidstaten zitting hebben). Wanneer de Administrative Council tijdens zijn eerstvolgende vergadering in oktober van dit jaar een positief besluit zou nemen, zou zeer snel daarna gestart kunnen worden met de (ver)nieuwbouw.  

In het budgetplan van het EOB zijn daartoe inmiddels voorlopige voorzieningen getroffen; het gaat om een investering van ongeveer € 250 000 000. Ikheb er dus inmiddels het volste vertrouwen in dat het EOB, als gerenommeerde en gerespecteerde internationale kennisorganisatie, voor Nederland behouden blijft.

Staatssecretaris van Economische Zaken,
C. E. G. van Gennip
ez05000464
NDS12590
0405tkndsez05000464 1