Over steenwol en bevochtigingsmiddel
Gerechtshof 's-Gravenhage 18 augustus 2005, Rockwool - St. Gobain
Deze langlopende zaak betreft een octrooi voor steenwol voor de sier- en groenteteelt. Bij tussenarrest van 11 mei 1989 heeft het hof geoordeeld, dat slechts dan op St. Gobain de last komt te liggen aannemelijk te maken dat zij de geoctrooieerde werkwijze niet toepast, indien het product Cultilène niet verschilt van een product dat volgens de geoctrooieerde werkwijze kan worden verkregen.
Het hof komt tot de slotsom dat St. Gobain is geslaagd in het leveren van het haar opgedragen tegenbewijs. "Door Rockwool is, tegenover de stelling van St. Gobain, dat bij haar werkwijze de bevochtigingsmiddel bevattende deeltjes weliswaar homogeen verdeeld en fijn verspreid zijn in het product, maar dat niet alle vezels van het product bevochtigingsmiddel bevatten, niet aannemelijk gemaakt dat die stelling niet juist is en dat de verspreiding van het bevochtigingsmiddel bij Cultilène en bij een product verkregen volgens de werkwijze volgens het Rockwool-octrooi niet verschilt", aldus het hof.
Van equivalentie is geen sprake, zo stelt het hof: "Zelfs al het resultaat van de werkwijze van St. Gobain hetzelfde zou zijn als het resultaat van de geoctroieerde werkwijze, hetgeen in deze procedure juist niet is komen vast te staan, kan naar 's hofs oordeel niet gezegd worden dat dat resultaat op in wezen dezelfde wijze met in wezen dezelfde maatregelen wordt bereikt." Het hof vernietigt aldus het vonnis. Lees hier het arrest.