12 aug 2021
Overdragen handelsnaam na overname broodjeszaak
Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 augustus 2021, IEF 20178; ECLI:NL:RBAMS:2021:4393 (Eiseres tegen gedaagden) Kort geding. Eiseres is een broodjeszaak met een franchise-concept. Gedaagden hebben de handelsactiviteiten van een vestiging overgenomen. Het geschil is hier wat deze overname precies heeft behelsd. Eiseres heeft aan gedaagden medegedeeld dat na de verkoop van de zaak er geen licentie-fee is betaald voor het gebruik, de bescherming en de ontwikkeling van het merk. Concreet gaat dit over de handelsnaam en het logo. Gedaagden zijn het niet met deze stelling eens en gebruiken het merk en de handelsnaam tot op heden, ondanks verzoeken van eiseres om dit te staken. De voorzieningenrechter oordeelt dat indien er sprake is geweest van een overdracht van de onderneming, het aannemelijk is dat ook de handelsnaam is overgedragen. Over het logo kan in dit kort geding geen uitspraak worden gedaan en dit zal nader moeten worden onderzocht in een bodemprocedure.
4.4. Wat partijen met betrekking tot het logo zijn overeengekomen kan in dit kort geding niet worden vastgesteld. Volgens [eiseres] heeft zij gedaagden slechts toegestaan het oude logo te gebruiken en heeft zij geen toestemming gegeven dit logo aan te passen door een andere kleurstelling te gebruiken (zoals gedaagden lijken te hebben gedaan). Gedaagden stellen zich op het standpunt dat zij wel degelijk het logo overgedragen hebben gekregen en dat zij ongehinderd jarenlang het logo ook in een andere kleurstelling hebben kunnen gebruiken.
Een en ander vergt een nader onderzoek in een bodemprocedure. Het zijn [gedaagde 2] en [naam 2] die destijds over de overname van [gedaagde 1] hebben onderhandeld. [gedaagde 2] was op de zitting aanwezig en bleef bij zijn standpunt. [naam 2] was afwezig en kon niet als informant worden gehoord. In de bodemprocedure zal wellicht via het horen van getuigen meer duidelijkheid kunnen worden verkregen over wat partijen over het logo zijn overeengekomen. Pas daarna kan worden vastgesteld welke intellectuele eigendomsrechten van [eiseres] gedaagden hebben te respecteren en of sprake is geweest van een samenwerking tussen partijen en zo ja, welke consequenties de beëindiging daarvan heeft voor het gebruik van de intellectuele eigendomsrechten van [eiseres] .