Gepubliceerd op vrijdag 23 mei 2014
IEF 13876
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Overeenstemming door het weglaten van deel van de familienaam

Vzr. Rechtbank Den Haag 22 mei 2014, IEF 13876 (Brunel tegen Brunet)
Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen en Monique Hennekens, Banning. Merkenrecht. Eigen naam. Brunel is merkhoudster van gelijknamige Benelux en internationale woord(/beeld)merken. Brunet recruitment voert aan dat er sprake is van rechtsverwerking, zij voert onder andere aan dat Brunet Recruitment onder andere op vacaturedatabanken moet zijn tegengekomen. Dit beroep gaat niet op, het enkel stilzitten levert geen rechtsverwerking op. Een overzicht van woorden en zinnen die zijn ingevoerd in internetzoekmachines waarmee in 2013 de website van Brunet werd gevonden, en waarop het woord 'Brunel' niet voorkomt, kunnen Brunet niet baten. Daaruit volgt niet dat het relevante publiek de twee niet verwart.  Een beroep op 'eigen naam' van 2.23 lid 1 sub a BVIE gaat ook niet op; van de familienaam van de bestuurders "Brunet de Rochebrune" wordt slechts een deel gebruikt. Het weglaten van een deel van de familienaam draagt aanzienlijk bij aan de overeenstemming met de BRUNEL woordmerken.

Rechtsverwerking
4.6. Brunet Recruitment betoogt dat Brunel het recht om de BRUNEL merken tegen Brunet Recruitment in te roepen heeft verwerkt. Volgens Brunet Recruitment is aannemelijk dat Brunel al een (lange) tijd kennis heeft gehad van het gebruik van het teken/de handelsnaam Brunet Recruitment door Brunet Recruitment, voordat zij Brunet Recruitment verzocht het gebruik daarvan te staken. Brunet Recruitment voert daartoe in de eerste plaats aan dat Brunel de aanduiding Brunet Recruitment moet zijn tegengekomen op vacaturedatabanken. Brunet Recruitment onderbouwt haar stelling voorts aan de hand van een verklaring die voor akkoord is getekend door [B], een voormalig medewerker van de aan Brunel gelieerde onderneming Brunel Nederland B.V. Daarin is opgenomen dat ‘Brunet bekend was binnen Brunel’ in de periode van januari 2004 tot en met oktober 2011, de periode waarin [B] commercieel manager IT was bij Brunel Nederland B.V. Daarnaast is in de verklaring opgenomen dat Brunel Nederland B.V. op een zeker moment behoefte had aan een receptioniste en aan Brunet Recruitment heeft gevraagd of zij in dat verband wat voor Brunel kon betekenen. Ten slotte heeft Brunet Recruitment naar voren gebracht dat een lid van de directie van Brunel in het verleden werkzaam is geweest in Arnhem, alwaar Brunet Recruitment mede actief is.

4.17. De voorzieningenrechter oordeelt voorshands dat Brunet Recruitment het teken ‘Brunet (Recruitment)’ gebruikt voor dezelfde of soortgelijke diensten als waarvoor de BRUNEL merken zijn ingeschreven. Brunet Recruitment houdt zich onder genoemde tekens bezig met werving en selectie van personeel en bemiddeling voor plaatsing van personeel, terwijl de BRUNEL merken eveneens zijn ingeschreven voor werving en selectie en plaatsing van personeel. Ook als juist is dat Brunet Recruitment veelal personeel werft voor andersoortige vacatures dan Brunel, namelijk secretaresses, management assistenten en administratief, financieel en commercieel medewerkers en zich meer of anders dan Brunel richt op het midden- en kleinbedrijf, hetgeen Brunel betwist, betekent dit niet dat de diensten niet soortgelijk zijn. De merkinschrijvingen van Brunel zijn immers niet beperkt tot een bepaald soort vacatures of een specifiek deel van de markt.

4.18. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat de tekens ‘Brunet’ en ‘Brunet Recruitment’ in sterke mate overeenstemmen met de BRUNEL woordmerken (zie 2.2 onder a. en b.). In de BRUNEL woordmerken is het woord ‘Brunel’ het enige en daarmee het dominerende en onderscheidende bestanddeel van het merk en daardoor (meer) bepalend voor het totaalbeeld dat bij het relevante publiek achterblijft. Het element ‘Brunet’ moet worden beschouwd als het dominerende en onderscheidende bestanddeel van de tekens ‘Brunet’ en ‘Brunet Recruitment’. Het woord ‘Recruitment’ is beschrijvend en moet voor de totaalindruk niet althans als een minder bepalende toevoeging worden gezien. In het logo is het woord ‘Recruitment’ bovendien in aanzienlijk kleinere letters opgenomen dan het woord ‘Brunet’ hetgeen benadrukt dat ‘Brunet’ het dominerende bestanddeel is. Begripsmatig hebben noch ‘Brunel’ noch ‘Brunet’ betekenis. De woorden ‘Brunel’ en ‘Brunet’ verschillen slechts één letter van elkaar en vertonen auditief en visueel dan ook grote gelijkenis. De visuele en auditieve gelijkenis wordt vergroot nu alleen de laatste letter anders is. In het algemeen geldt dat het eerste deel van een teken meer aandacht krijgt van het publiek en dus meer bepalend is voor het totaalbeeld van een teken dan het daaropvolgende deel, hetgeen naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter ook in dit geval geldt.

Eigen naam
4.23. Het verweer van Brunet Recruitment dat het element ‘Brunet’ in haar handelsnaam verwijst naar de familienaam van de bestuurders van Brunet Recruitment en dat zulks Brunet Recruitment een geldige reden dan wel eigen recht geeft voor het gebruik van dat teken, kan niet slagen. De voorzieningenrechter begrijpt dat Brunet Recruitment hiermee een beroep heeft willen doen op een geldige reden in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE en/of op de beperking op het merkenrecht voor het gebruik van een eigen naam in de zin van de artikelen 12 sub a GMVo en artikel 2.23 lid 1 sub a BVIE. Daargelaten of Brunet Recruitment als rechtspersoon een beroept toekomt op laatstgenoemde beperking, terwijl zij voorts niet haar eigen naam inroept maar die van haar bestuurders, kan het beroep op die bepalingen om de volgende reden niet slagen. Brunet Recruitment gebruikt niet de familienaam van haar bestuurders – [A] - maar slechts een deel daarvan namelijk ‘Brunet’. Een reden voor het weglaten van ‘[X]’ heeft Brunet Recruitment niet gegeven terwijl het weglaten van dat deel van de familienaam wel aanzienlijk bijdraagt aan de overeenstemming met de BRUNEL woordmerken en daarmee aan de mate waarin het publiek een verband zal leggen tussen de diensten van Brunet Recruitment en Brunel. In het midden kan blijven of de BRUNEL woordmerken bekend zijn als bedoeld in artikel 9 lid 1 sub c GMVo en artikel 2.20 lid 1 sub c BVIE, nu niet in geschil is dat zij in Nederland een aanzienlijke mate van bekendheid genieten. Gegeven die bekendheid van de BRUNEL woordmerken, had Brunet Recruitment zich bewust moeten zijn dat het publiek voornoemd verband zal leggen en dat besef had haar moeten weerhouden van het gebruik van het teken ‘Brunet’ voor haar diensten dan wel als handelsnaam. Dat brengt naar voorlopig oordeel mee dat de gestelde reden voor het gebruik van het teken niet geldig is in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE en dat dit gebruik niet overeenstemt met de eerlijke handelsgebruiken in de zin van de artikelen 12 sub a GMVo en 2.23 lid 1 sub a BVIE. Ook in de context van artikel 5 Hnw geldt de omstandigheid dat de jongere handelsnaam de eigen naam is niet als geldige reden indien verwarringsgevaar te duchten is.

Lees de uitspraak hier:
KG ZA 14-141 (pdf)
IEF 13876 (link)