Pam Pam Pam Pim
GvEA , 7 september 2006, zaak T-133/05.Meric / OHMI - Arbora & Ausonia (Pam-Pim's Baby-Prop)
Oppositieprocedure o.g.v. oudere nationale woord en beeldmerken Pam-Pam tegen Gemeenschapsmerkaanvraag voor woordmerk Pam Pim’s Baby-Prop, beiden voor
wegwerpluierbroekjes van papier of cellulose. Volgens het Gerecht heeft het OHIM heeft de oppositie terecht toegewezen.
De merken stemmen visueel en fonetisch overeen en er zijn geen begripsmatige verschillen dit ongedaan kunnen maken. De door de conflicterende merken aangeduide waren zijn bovendien dezelfde, waardoor de verschillen tussen de betrokken tekens ook nog eens aan belang inboeten. Het relevante publiek is, althans ten dele, hetzelfde.
De woordcombinatie „pam-pim’s” is het dominerende bestanddeel van het aangevraagde merk. De betrokken consument onthoudt gemakkelijker de termen „pam-pim’s”, die in het Spaans behalve als uitdrukking uit de kindertaal geen bijzondere betekenis hebben en bovendien aan het begin van het aangevraagde merk Pam-Pim’s Baby Prop staan. De woordcombinatie „baby-prop” in het aangevraagde merk kan niet in die mate de aandacht van het bestanddeel „pam-pim’s” afleiden dat het publiek erdoor een andere perceptie van het merk krijgt.
Het Gerecht herinnert eraan dat het in de kledingsector vaak voorkomt dat hetzelfde merk verschillende verschijningsvormen heeft al naargelang van het erdoor aangeduide type waren. Ook is het gebruikelijk dat eenzelfde onderneming ter onderscheiding van haar verschillende productlijnen gebruik maakt van submerken, dat wil zeggen tekens die zijn afgeleid van een hoofdmerk en met dit merk een dominerend bestanddeel gemeen hebben
Zo gezien is het denkbaar dat het relevante publiek de door de conflicterende merken aangeduide waren als twee afzonderlijke, doch van dezelfde onderneming afkomstige productlijnen beschouwt. Het OHIM heeft dus terecht geconcludeerd dat er gevaar van verwarring van de betrokken merken bestaat
Lees het arrest hier.