Gepubliceerd op dinsdag 4 juli 2023
IEF 21538
EUIPO - OHIM ||
29 jun 2023
EUIPO - OHIM 29 jun 2023, IEF 21538; (Prada/Gopala), https://delex.nl/artikelen/prada-succesvol-in-tegenhouden-merk-rada

Prada succesvol in tegenhouden merk 'Rada'

EUIPO 29 juni 2023, IEF 21538, Oppositienr. B 3 162 849 (Prada/Gopala) Het EUIPO heeft in deze zaak te oordelen of Gopala verwarringsgevaar veroorzaakt. Het betreft in deze zaak het beeldmerk 'Prada' (zwarte tekst tegen een witte achtergrond) en het beeldmerk 'Rada' (witte tekst tegen een rode achtergrond). Prada vordert doorhaling van het merk van Gopala.

Het EUIPO komt tot de conclusie dat er een gevaar voor verwarring valt te duchten. De twee merken leveren precies dezelfde waren en diensten aan hetzelfde publiek. Als het EUIPO naar de visuele en auditieve overeenstemming tussen de twee merken kijkt, valt op dat zij - vooral auditief - grote vergelijkenissen tonen. Nu er geen begripsmatige waardering mogelijk is, wordt deze terzijde gelaten. Prada's eedere merk wordt geacht een normaal niveau aan onderscheidend vermogen te hebben. Met de overeenkomstigheden in aanmerking genomen komt het EUIPO tot het oordeel dat er een gevaar voor verwarring te duchten is. 

The signs are similar in their letters RADA, whereas the contested mark’s word element is completely encompassed in the earlier mark. The signs differ in the first letter P of the earlier mark and in the slightly different stylisation elements, which do not have any decisive distinctive value.

It must also be pointed out that, although consumers generally pay greater attention to the beginning of a mark than to the end, this finding cannot apply in all cases and cannot call into question the principle that the examination as to whether the marks are similar must take account of the overall impression created by those marks, since the average consumer normally perceives a mark as a whole and does not engage in an analysis of its various
details (18/05/2018, T–67/17, tèespresso / TPRESSO et al., EU:T:2018:284, § 28), contrary to the applicant’s arguments.

Considering all the above, there is a likelihood of confusion on the part of the Lithuanian speaking public. As stated above in section c) of this decision, a likelihood of confusion for only part of the relevant public of the European Union is sufficient to reject the contested application.