29 mrt 2022
Prejudiciële vragen over bevoegdheid rechter bij merkinbreuk
Markkinaoikeus (Finland) 29 maart 2022, IEF 20995, IEFbe 3551; C-104/22 (Lannen MCE) Prejudiciële vragen. Via MinBuza. Eerste aanleg, gesteld door de markkinaoikeus (rechter in economische zaken, Finland). Lannen MCE is gevestigd in Finland en houder van het Uniemerk WATERMARK. Verwerende vennootschappen Berky en Senwatec maken beide een inbreuk op het Uniemerk van Lannen MCE. Lannen MCE stelt dat het ging om marketingactiviteiten van verweersters op internet, die betrekking hadden op het grondgebied van Finland en zichtbaar waren voor Finse consumenten en handelaren. Verweersters menen dat de gestelde inbreuken niet hebben plaatsgevonden in Finland en de markkinaoikeus daarom in dit geding niet internationaal bevoegd is.
Prejudiciële vragen
Wanneer onderneming A gevestigd is in lidstaat X, waar zij haar zetel heeft, en zij een aan een Uniemerk van onderneming B identiek teken gebruikt in reclame of als trefwoord op een website,
1. Kan van de reclame dan worden aangenomen dat zij gericht is tot consumenten of handelaren in lidstaat Y, waar onderneming B haar zetel heeft, en is de rechtbank voor het Uniemerk in lidstaat Y dan overeenkomstig artikel 125, lid 5, van de Uniemerkverordening bevoegd om kennis te nemen van een vordering wegens inbreuk op een Uniemerk, wanneer in de langs elektronische weg weergegeven reclame of op een daaraan gekoppelde website van de adverteerder het geografische leveringsgebied van de waren niet of althans niet uitdrukkelijk wordt gepreciseerd dan wel geen enkele lidstaat uitdrukkelijk van het leveringsgebied wordt uitgesloten? Kan in dat geval rekening worden gehouden met de aard van de waren waarop de reclame betrekking heeft, alsook met het feit dat het afzetgebied van de producten van onderneming A beweerdelijk de hele wereld omvat en dus ook het volledige grondgebied van de Europese Unie, waaronder lidstaat Y?
2. Kan van de bovengenoemde reclame dan worden aangenomen dat zij gericht is tot consumenten of handelaren in lidstaat Y, wanneer de reclame wordt getoond op de website van een zoekmachine die opereert via het topleveldomein van lidstaat Y?
3. Welke andere omstandigheden moeten in geval van een bevestigende beantwoording van de eerste of de tweede vraag dan eventueel in aanmerking worden genomen om te bepalen of de reclame gericht is tot consumenten of handelaren in lidstaat Y?