Problem-solution approach
Met dank aan Rutger Kleemans, Freshfields.
In navolging van eerdere Rubbermaid-uitspraken (hier). Octrooirecht. EP 0 757 903 B1 Mophouder alsmede mopbekleding hiervoor. Voor de professionele markt biedt Rubbermaid een dweilsysteem voor het verwijderen van vocht en stof aan, het complete Hygen-systeem bestaat uit o.a. wagentje, emmers en diverse mophouders en hoezen.
In april 2010 werd in Amsterdam RAI dit systeem onder de aandacht gebracht bij potentiële klanten, er is door Vzr. Rechtbank Amsterdam op 27 april 2010 verlof verleend tot het leggen van een conservatoir beslag tot afgifte ex 70 lid 7 ROW jo. 730 Rv op mophoezen van het Hygen-systeem. Op 14 juli 2010 heeft Vrz. overwogen dat er uit moet worden gegaan dat er een serieuze niet te verwaarlozen kans bestaat dat de bodemrechter conclusies 13-15 nietig zal verklaren en beveeld opheffing.
Vorderingen in zaak 10-3234 inbreukverbod met nevenvorderingen schadevergoeding of winstafbracht en volledige proceskostenveroordeling 1019h Rv en in zaak 10-3674 vernietiging Nederlandse deel van het Octrooi en proceskostenveroordeling 1019h Rv.
In de zaak 10-3234: Vorderingen worden afgewezen in conventie, in reconventie worden conclusies 13, 14 en 15 van het octrooi vernietigd en in zaak 10-3674: In conventie worden conclusies 13, 14 en 15 van het octrooi vernietigd. In reconventie: afwijzing van de vorderingen,. Twee maal wordt Vermop Salmon in proceskosten ex 1019h Rv veroordeeld.
Geldigheid conclusie 13
4.5. Het voorgaande brengt met zich dat als figuur 15 een tweetal zakken openbaart de gemiddelde vakman dit niet los zal zien van de uitsparingen 15 en 15'. Zodoende is er sprake van een zogenaamde "intermediate generalisation"7 als Vermop Salmon in gewijzigde conclusie 12 bescherming verlangt van een mophoes zonder uitsparingen maar met niettemin een tweevoud aan zakken. Dit levert verboden toegevoegde materie op. Reeds op die grond moet deze conclusie voor nietig worden gehouden. De vragen of de materie neergelegd in deze conclusie nieuw en inventief is, zoals Newell Rubbermaid gemotiveerd hebben bestreden, kunnen bij die stand van zaken in het midden blijven.
Geldigheid conclusie 14
4.13. De mophoes van Strauss is - anders dan Vermop Salmon heeft betoogd - tevens geschikt om te worden ingestoken wanneer deze op de bodem is uitgespreid. Uitgaande van de hiervoor reeds aangenomen geschiktheid voor een over de langsas scharnierende mophouder, is de mophoes van Strauss tevens geschikt "voor het invoeren van de randdelen aan de langszijde van de klapvleugels" om op zo een mophouder te worden aangebracht. "wanneer deze vlak op een bodem is uitgespreid". Ook deze kenmerken kunnen derhalve geen verschil ten opzicht van de stand van de techniek brengen en dienen bij de formulering van het objectieve technische probleem buiten beschouwing te blijven.4.14. Zodoende blijft als verschil tusen conclusie 14 en de mophoes van Strauss over dat er is voorzien in uitsparingen (15, 15') van de langsranden in de zone van de steelhouder aan het scharnierplaatdeel. Het technische effect van de uitsparingen (15, 15') is dat de mophoes toepasbaar is op een mophouder, die omkeerbaar is en waarbij de steel niet aan een rand maar in het midden van de mophouder zit. Als objectief probleem kan dan worden geformuleerd dat de mophoes van Strauss geschikt wordt gemaakt voor een omkeerbare mophouder waarbij de steel in het midden zit. Zo de gemiddelde vakman ter oplossing van dat prrobleem al niet op grond van zijn algemene vakkennis zou worden gebracht tot de nogal triviale maatregel om uitsparingen voor die steel te maken in de mophoes, dan zou zij stuitn op S Patent 4,114,223 van 19 september 1978 ("Buchanan"), waaruit die kennis rechtstreeks en zonder enige inventieve denkarbeid kan worden afgeleid. Dit document zieet op een mophoes voor een omkeerbare mophouder met aan twee zijden "cleaning surfaces" (...)
4.15 Daarmee is de mophoes van conclusie 14 niet inventief te achten en om die reden nietig.
Geldigheid conclusie 15
4.16. Wederom zal de rechtbank dde PSA [Problem-Solution Approach] toepassen, al is de geschiktheid daarvan in dee zaak bestreden door Newell Rubbermaid, aangezien deze conclusie ook aldus beschouwd inventiviteit ontbeert.4.18. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat conclusies 13, 14 en 15 van het Octrooi nietig zijn. Zodoende moeten de vorderingen van Vermop Salmon daarop gebaseerd worden afgewezen en kan in het midden blijven of de mophoes van Newell Rubbermaid voldoent aan die conclusies. Dit geldt ook voor de in zaak 10-3674 gevorderde verklaring voor recht.
Lees de uitspraak hier (pdf / schone pdf)