1 mrt 2022
Kopieer citeerwijze ||
Procedure tussen voormalig samenwerkende partijen op gebied van de ontwikkeling van afmeersystemen
Rechter beslist over inbreuk op merkrechten en auteursrechten
Rechtbank Rotterdam 1 maart 2022, IEF 21215; ECLI:NL:RBROT:2022:11890 (VT c.s., Innodox en eisers tegen AMS en gedaagden) Eiseres03 en eiseres04 eisen in reconventie dat de rechtbank Innodox beveelt om te stoppen met elke inbreuk op de auteursrechten en merkenrechten van eiseres04, waaronder het gebruik van beschermd videomateriaal en beeldmateriaal en elke inbreuk op de merken van eiseres03 en IDL. Eiseres04 beweert dat Innodox onrechtmatig en niet waarheidsgetrouw nieuws heeft gepubliceerd op de website en het YouTube-kanaal van Innodox en beweert dat dit nieuws inbreuk maakt op het merkrecht van eiseres04 en afbreuk doet aan de reputatie van eiseres04. De rechter heeft beslist dat Innodox verboden is om inbreuk te maken op het merk van eiseres04, vooral door het gebruik van het merk eiseres03 op haar website en andere openbare publicaties. Het wordt Innodox echter niet verplicht om alle berichtgeving over eiseres04 te verwijderen en verwijderd te houden of om de website offline te houden. Er bestaat tussen partijen discussie over het merkrecht IDL, maar aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden beslist dat het merkrecht IDL aan Innodox toekomt. Daarom werd de vordering van eiseres 03&04 en eiseres05 over het gebruik van het merkrecht IDL afgewezen.
6.10. De vorderingen 7 en 8 zien specifiek op nieuwsberichten die waren geplaatst op de website van Innodox en op het gebruik van foto’s en video’s op de website en/of het YouTube kanaal van Innodox, die gemaakt zijn door althans in opdracht van [eiseres04] in de periode dat zij licentienemer was.
Het nieuwsbericht met de kop [eiseres03] No More Industries was ten tijde van de eerste mondelinge behandeling in dit kort geding al verwijderd. Innodox heeft bovendien verklaard het bericht verwijderd te zullen houden. Dat neemt niet weg dat vaststaat dat het bericht dat op de website gestaan heeft en inbreuk maakte op het aan [eiseres04] toekomende woordmerkrecht. Die publicatie was bovendien onrechtmatig. De combinatie van het woordmerk en de ondertekst, deed, naar voorlopig oordeel, bovendien afbreuk aan de reputatie van het merk [eiseres04] , als bedoeld in artikel 2.2. lid 2 sub c BVIE.
6.11. De inhoud van de nieuwsberichten doet ook afbreuk aan de reputatie en het merk van [eiseres04] . Hierin komt de naam [eiseres03] veelvuldig terug en is de berichtgeving, mede gelet op het feit dat er (nog) geen onherroepelijk beslissing in een bodemzaak is over de rechten op de vacuüm iDL, niet (volledig) waarheidsgetrouw en bovendien tendentieus. Voorbeelden daarvan zijn de zinsneden ‘ The unacceptable behaviour portrayed by [eiseres03] ’ en ‘ has attempted to place a development (vacuum coupling) in de automooring portfolio outside of the agreement between INNODOX and [eiseres03] ”. Voor zover al noodzakelijk zou zijn dat Innodox op haar website dan wel naar aanleiding van vragen van derden tekst en uitleg geeft over het verbreken van de samenwerking tussen partijen, had zij dat anders kunnen en moeten doen. Dat er een link naar het vonnis in KG1 op de website stond, leidt niet tot een ander oordeel.
Hoewel de website van Innodox op dit moment offline is, heeft (uitsluitend) [eiseres04] , al was het maar vanwege het gemak waarmee Innodox de nieuwsberichten met gebruikmaking van het woordmerk plaatste, een gerechtvaardigd belang bij het treffen van een voorziening. Het wordt Innodox verboden om inbreuk te maken op het merk van [eiseres04] , in het bijzonder het gebruik van het merk [eiseres03] op haar website en/of andere openbare publicaties. Innodox heeft immers geen toezegging gedaan om alle berichtgeving over [eiseres04] te verwijderen en verwijderd te houden en evenmin toezeggingen gedaan over het offline houden van de website. De gevorderde dwangsom wordt beperkt en gemaximeerd.
6.12. Ten aanzien van het gebruik van het woordmerk IDL bestaat tussen partijen discussie over de vraag aan wie het gebruik van dat merk toekomt. Met Innodox is de voorzieningenrechter van oordeel dat aannemelijk is dat in een bodemprocedure wordt geoordeeld dat het merkrecht IDL op grond van artikel 4.1 Licentieovereenkomst en/of artikel 6.6. van de Licentieovereenkomst [eiseres05] aan Innodox toekomt (en moet worden overgedragen). Voor zover de vordering van [eiseres 03&04] en [eiseres05] ziet op het gebruik van het merkrecht IDL, wordt de vordering dan ook afgewezen.