17 jan 2024
Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Ayla van den Heuvel, BINGH Advocaten.
Red Bull heeft onrechtmatig gehandeld jegens The Bulldog
Rechtbank Amsterdam 17 januari 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:233 (The Bulldog tegen Red Bull) In het meer dan twintig jaar durend geschil, heeft rechtbank Amsterdam geoordeeld dat Red Bull onrechtmatig heeft gehandeld tegenover The Bulldog.
In 2010 heeft gerechtshof Amsterdam The Bulldog verbod opgelegd inbreuk te maken op de merkenrechten van Red Bull [IEF 8571]. Bij arrest van 13 februari 2015 heeft de Hoge Raad na een prejudiciële verwijzing naar het HvJEU, het 2010-Arrest vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof Den Haag. Bij arrest van 14 maart 2017 heeft het gerechtshof Den Haag het vonnis van deze rechtbank van 17 januari 2007 bekrachtigd, waarin werd geoordeeld dat er onvoldoende overeenstemming is tussen Red Bull en Bulldog [IEF 16652].
The Bulldog vordert voor recht te verklaren dat Red Bull jegens The Bulldog onrechtmatig heeft gehandeld door The Bulldog te verhinderen The Bulldog Energy Drink te exploiteren. De rechtbank oordeelt dat de risicoaansprakelijkheid wegens onrechtmatige executie van toepassing is op Red Bull. Daarnaast heeft Red Bull met de dreigende executie The Bulldog verhinderd om The Bulldog Energy Drink te exploiteren. Ook op deze wijze heeft Red Bull onrechtmatig gehandeld, Red Bull is aansprakelijk voor de schade die The Bulldog heeft geleden als gevolg van zowel de onrechtmatige executie als het verhinderen van de exploitatie door de dreigende executie. De omvang van de schade wordt in een latere procedure vastgesteld.
4.26. In 4.14 heeft de rechtbank de norm, zoals die volgt uit vaste rechtspraak, voor onrechtmatige executie uiteengezet. Daaruit blijkt dat het niet noodzakelijk is dat al sprake is van executiemaatregelen; de dreiging met executie is voldoende. De betekening van een arrest aan de wederpartij ter inleiding van de executie is in beginsel voldoende om aan te nemen dat sprake is van dreiging met executie. In zijn algemeenheid kan niet worden gezegd dat de onrechtmatige executie ook geldt tegen een derde zoals Verkoop, waaraan het 2010-Arrest niet is betekend. Daarvoor is vereist dat ook tegen die derde sprake is van dreigende executie. Naar het oordeel van de rechtbank is daar in deze situatie sprake van en is de risicoaansprakelijkheid bij onrechtmatige executie ook op Verkoop van toepassing. Daartoe is het volgende van belang.
4.27. Red Bull heeft op 22 januari 2003 – voor de merkinbreukprocedures – aan Beheer en [eiser 3] een sommatiebrief gestuurd. Daarin is onder meer het volgende vermeld: Red Bull voert een strikt en agressief handhavingsbeleid ten aanzien van haar merkrechten; Beheer en [eiser 3] kunnen een dagvaarding verwachten waarin een verbod tot verder gebruik van het merkrecht wordt gevorderd; Red Bull zal soortgelijke procedures tegen Beheer en [eiser 3] starten in alle andere rechtsgebieden waar zij hun inbreukmakende producten zullen verkopen of proberen te verkopen. Daarnaast heeft [eiser 3] op de zitting onweersproken toegelicht dat niet alleen The Bulldog zo’n sommatiebrief had ontvangen: alle distributeurs van The Bulldog (wereldwijd) hadden dergelijke sommatiebrieven van Red Bull ontvangen. Ook onweersproken is de mededeling van [eiser 3] dat Red Bull daarnaast via andere middelen probeerde de distributie van The Bulldog Energy Drink te verhinderen, zoals door middel van het opkopen van 35 Israëlische distributeurs op één dag. Uit deze handelswijze en de (proces)houding van Red Bull blijkt dat het niet enkel de bedoeling was van Red Bull om de exploitatie bij Beheer en [eiser 3] te stoppen, maar dat de gehele exploitatie van The Bulldog Energy Drink moest worden gestaakt.
4.30. Naast de risicoaansprakelijkheid wegens onrechtmatige executie heeft Red Bull – met de dreigende executie – Verkoop bovendien verhinderd om The Bulldog Energy Drink te exploiteren. Ook op deze wijze heeft Red Bull onrechtmatig gehandeld tegen Verkoop. Red Bull heeft in dit verband nog aangevoerd dat Verkoop door had kunnen gaan met de exploitatie, omdat deze niet gehouden was aan het bevel in het 2010-Arrest te voldoen. Hoewel het 2010-Arrest niet expliciet was gewezen tegen en betekend aan Verkoop, is Verkoop – gelet op de handelswijze en (proces)houding van Red Bull en het bevel in het 2010-Arrest (zie 4.28 en 4.29) – verhinderd door te gaan met de exploitatie van The Bulldog Energy Drink.