6 jun 2016
Relatief kleinschalige verkoop namaak-SPACE SCOOTER
Rechtbank Noord-Holland 6 juli 2016, IEF 16083; ECLI:NL:RBNHO:2016:4998 (Easy2.company; SPACE SCOOTER)
Verzetzaak. De ‘SPACE SCOOTER’ is een step die kan worden voortbewogen door de voetplank van de step voor naar achter te bewegen, Easy2.Company heeft het woord/beeldmerk. Gedaagde heeft via marktplaats namaak steps aangeboden. Verstekvonnis wordt vernietigd en opnieuw beslist. Er is sprake van relatief kleinschalige verkoop, ondanks dat gedaagde hij mooier heeft willen doen voorkomen tegenover een (pseudo)koper. Stakingsvordering inbreuk op woord/beeldmerk Space Scooter wordt toegewezen, de schadevergoeding wordt gematigd en de afgelegde rekening en verantwoording als voldoende geoordeeld.
4.21. De rechtbank overweegt als volgt. Op basis van de stukken en van hetgeen ter zitting naar voren is gebracht wordt geoordeeld dat Easy2.Company onvoldoende aannemelijk gemaakt heeft dat het hier gaat om de door haar gestelde grootschalige inbreuk. Op basis van de feiten en omstandigheden zoals die blijken uit het dossier gaat de rechtbank er van uit dat in deze sprake is geweest van relatief kleinschalige verkoop, zoals door [gedaagde] is betoogd. De enkele omstandigheid dat [gedaagde] het mogelijk bij wijze van verkooptactiek mooier heeft willen doen voorkomen en tegenover een (pseudo)koper heeft verklaard dat hij een groothandel heeft is onvoldoende om aan te nemen dat inderdaad sprake is van de gestelde grootschalige handel in deze namaak space scooters. Door [gedaagde] is ter zitting benadrukt dat hij geen andere gegevens meer kan aanvoeren dan hij nu heeft gedaan. Hij heeft verklaard dat hij niet bekend is met de naam van de verkoper die hem de space scooters heeft verkocht op de Zwarte Markt in Beverwijk en dat hij van die transactie geen kwitantie heeft ontvangen. Ook heeft hij verklaard dat hij niet langer in het bezit is van de gevoerde e-mail-correspondentie met kopers van de namaak space scooters.
Uiteraard is het voor [gedaagde] niet mogelijk meer over te leggen dan hij in zijn bezit heeft. Niet is voldoende gesteld of anderszins gebleken dat deze mededeling van [gedaagde] onjuist is. Geoordeeld wordt dat [gedaagde] door overlegging van de thans door hem in het geding gebrachte stukken naar behoren aan de gevorderde rekening en verantwoording heeft voldaan. De omstandigheid dat bij die rekening en verantwoording geen registeraccountant betrokken is geweest, maakt dat in dit geval niet anders. Zoals hiervoor reeds is overwogen is onvoldoende aannemelijk geworden dat hier sprake is geweest van de door Easy2.Company gestelde grootschalige inbreuk. Nu het hier een relatief kleinschalige inbreuk betreft, rechtvaardigt dat niet dat bij de rekening en verantwoording kosten gemaakt moeten worden voor de inzet van een registeraccountant. Dit zou neerkomen op het schieten met een kanon op een mug. De gevorderde rekening en verantwoording wordt derhalve afgewezen.4.23. De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt. Aangezien de mening van partijen over waaraan [gedaagde] in het kader van de rekening en verantwoording moest voldoen, behoorlijk uiteen liep en in hiervoor in r.o. 4.21 is overwogen dat [gedaagde] niet meer kan afgeven dan wat hij ten aanzien van de gevraagde bescheiden in zijn bezit heeft, ziet de rechtbank aanleiding om te bepalen dat [gedaagde] uit hoofde van het verstekvonnis nog geen dwangsommen heeft verbeurd.