Safety 1st / Bauhaus / Specialsauce / SENA / Plazacasa / BREIN / Aventis / Chick on a mission / Alfa Romeo
1- GvEA, 24 January 2008, zaak T-88/06, Dorel Juvenile Group, Inc tegen OHIM.
Weigering woordmerk SAFETY 1st. “It follows, as the Board of Appeal correctly found, that the relevant English-speaking public’s overall perception of the mark applied for will not be as an indication of the commercial origin of the goods which that mark covers; therefore, for the public in question, that mark is devoid of any distinctive character in respect of those goods. The plea in law alleging infringement of Article 7(1)(b) of Regulation No 40/94 must therefore be rejected.”
Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar).
2- GvEA, 23 januari 2008, zaak T-106/06, Demp BV tegen OHIM / BAU HOW GmbH.
Oppositie BAUHAUS tegem BAU HOW. “In Anbetracht der erheblichen Unterschiede zwischen den Zeichen in visueller Hinsicht, des geringeren Gewichts ihrer klanglichen Ähnlichkeit und der Tatsache, dass die Zeichen entweder für einen begrifflichen Vergleich ungeeignet sind oder einige wahrnehmbare begriffliche Unterschiede aufweisen, ist im Ergebnis festzustellen, dass die Beschwerdekammer fehlerfrei entschieden hat, dass eine Verwechslungsgefahr im Sinne von Art. 8 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94, auch wenn die von den Zeichen erfassten Waren identisch oder ähnlich sind, ausscheidet.“
Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar).
3- Rechtbank Amsterdam, 9 januari 2008, LJN: BC2660, Specialsauce B.V. tegen Proud Design B.V.
Samenvatting Rechtspraak.nl: “Inbreuk auteursrecht voor het gebruik van een foto, auteursrechtelijk beschermd werk De rechtbank komt tot het oordeel dat tussen partijen geen overeenkomst tot stand is gekomen ten aanzien van het gebruik van de diensten van de fotograaf voor een reclamecampagne, nu partijen geen overeenstemming hadden bereikt over de rechten op foto’s en dit als wezenlijk onderdeel van de overeenkomst kan worden beschouwd. Ook is geen sprake van onrechtmatig afgebroken onderhandelingen. Wel wordt aansprakelijkheid aangenomen voor inbreuk op het auteursrecht voor gebruik van een foto in een reclamecampagne die op wezenlijke onderdelen overeenstemt met de foto gemaakt door de fotograaf in het kader van een proefserie. De wezenlijke kenmerken stemmen overeen. Het verweer dat geen sprake was van een auteursrechtelijk beschermd werk omdat het een productfoto betrof en deze iedere originaliteit ontbeert, wordt verworpen.”
Lees het vonnis hier.
4- Rechtbank Amsterdam , 31 oktober 2007, LJN: BC2662. Eisers tegen Stichting Ter Exploitatie Van Naburige Rechten.
Samenvatting rechtspraak.nl: Aanspraak op uitkering op grond van de Wet op de Naburige rechten? Zijn eisers aan te merken als fonogrammenproducent? Zijn eisers aan te merken als uitvoerend kunstenaars? Voornemen om vragen te stellen aan het HvJ EG Artikel 1 sub a en d WNR Aan de orde is onder meer de vraag of eisers sub 7 tot en met 10 zijn aan te merken als producent van fonogrammen, welke vraag uiteindelijk in negatieve zin wordt beantwoord. Ook is aan de orde de vraag of eisers sub 7 tot en met 10 kunnen worden aangemerkt als uitvoerend kunstenaars in de zin van artikel 1 sub a WNR.
De rechtbank ziet in de omstandigheid dat de producer - anders dan de dirigent, orkestleider of regisseur – in wet noch verdrag, noch de totstandkomingsgeschiedenis daarvan als uitvoerend kunstenaar wordt genoemd, een aanwijzing dat de producer niet als zodanig gekwalificeerd behoort te worden. Alvorens de vorderingen af te wijzen, en nu de rechtbank van oordeel is dat het begrip uitvoerend kunstenaar een autonoom gemeenschapsrechtelijk begrip is dat binnen de Europese Gemeenschappen uniform moet worden uitgelegd en dit begrip in de Richtlijn niet nader wordt toegelicht en de betekenis ervan ook niet anderszins uit de Richtlijn blijkt, ziet de rechtbank aanleiding om het HvJ EG te vragen of een lidstaat in strijd handelt met het doel en de strekking van de Richtlijn, indien hij oordeelt dat de producer die betrokken is bij het maken van de arrangementen voor een op te nemen werk en voorts de instrumenten en sessiemuzikanten uitkiest, speelinstructies en zanginstructies geeft, het tempo, de dynamiek, de frasering, de timing en de klankkeuze van het op te nemen werk bepaalt en zijn invloed op de verschillende deelopnamen en de mixage daarvan uitoefent, niet onder het begrip uitvoerend kunstenaar in de zin van artikel 8 van de Richtlijn 2006/115/EG kan worden gebracht. Alvorens deze vraag aan het HvJ EG voor te leggen zullen genoemde eisers en SENA in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte over de geformuleerde vraag uit te laten.
Lees het vonnis hier.
5- Vzr. Rechtbank Alkmaar, 24 januari 2008, LJN: BC2614, Stichting Baas In Eigen Huis tegen Plazacasa B.V.
Jaap II. Collectieve actie. “4.10 Op grond van het voorgaande komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat de stichting niet voldaan heeft aan de door het Gerechtshof gestelde voorwaarden, nu zij nog altijd onvoldoende onderscheid maakt tussen voor- en tegenstanders van de handelwijze van Plazacasa. Dit brengt mee dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de stichting gelijksoortige belangen behartigt en dat zij dientengevolge niet in haar vordering kan worden ontvangen.”
Lees het vonnis hier.
6- Rechtbank Amsterdam, 24 januari 2008, KG ZA 07-2249 P/TF, Stichting Brein tegen M. (met dank aan Ruber Brouwer, Hocker).
“5.1. Beveelt M. om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden ieder onrechtmatig handelen jegens de rechthebbenden wier belang Brein vertegenwoordigt, door te bevorderen dat auteurs- en nabuurrechtelijke inbreuken plaatshebben door het ter beschikking stellen met behulp van de domeinnaam “Shareconnector.com” of anderszins van hashcodes of links, al dan niet via andere netwerken, naar auteursrechtelijk of nabuurrechtelijk beschermde werken, die zonder toestemming van de rechthebbenden zijn openbaar gemaakt, alsmede het doen of laten verrichten van zodanige handelingen en het daarbij direct of indirect betrokken zijn.”
Lees het vonnis hier.
7- Rechtbank Maastricht, 23 janurai 2008, HA ZA 06-1003, Private Limited Company Ofpact Ltd. tegen Vandenhof c.s. (met dank aan Kees Berendsen, Croon Davidovich).
3.6 De rechtbank is van oordeel dat de werking die Cyborg geeft aan het geciteerde arrest verder gaat dan de uitzondering die op basis ervan kan worden aangenomen. Ten eerste hebben de stills het primaire doel om reclame te maken voor de eigen, tegen betaling te raadplegen, website en worden zij niet rechtstreeks getoond in verband met de verkoop van de film zelf. Ten tweede beperkt Cyborg zich kennelijk niet tol het tonen van de verpakking of voorzijde van de betreffende DVD's, maaroont zij er fragmenten uit, hetgeen veel verder gaat dan voor de aanprijzing van het product nodig is.”
Lees het vonnis hier.
8- Rechtbank ’s-Gravenhage, 23 januari 2008, HA ZA 03-39, Dr. O.K. Wack Chemie Gmbh tegen Brookside Imports Specialties inc.
“4.9. Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat BIS het merk S100 te kwader trouw heeft gedeponeerd. Het betoog van BIS dat de toepassing van het begrip “te kwader trouw” in artikel 3 lid 2 sub d van de merkenrechtrichtlijn (…) beperkt is tot gevallen van misbruik door de deposant, kan niet leiden tot een ander oordeel. Het deponeren van een merk wetende op grond van een rechtstreekse betrekking dat een ander het merk al jaren buiten de Benelux gebruikt, moet immers, behoudens bijzondere omstandigheden, worden gezien als misbruik. Juist daarom is die situatie in het BVIE opgenomen als voorbeeld van een depot te kwader trouw. (…)”
Lees het vonnis hier.
9- Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 januari 2008, KG ZA 07-1439, Aventis tegen Apothecon.
“3.1. Aventis vordert, uitvoerbaar bij voorraad, kort gezegd, een verbod op inbreuk in Nederland door Apothecon en Ratiopharm op EP 976, met name door verkoop of verhandeling van een geneesmiddel bevattende fexofenadine.
Lees het vonnis hier.
10- Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 22 januari 2008, KG C0601411, Chick on a Mission tegen Christine Le Duc (met dank aan Paul Steinhauser, Steinhauser Heezius Rijsdijk).
“4-18 Voorts speelt een rol de mate van aandacht en inzicht die in dit geval aan het relevante publiek kan worden toegeschreven. Beide partijen rekenen vrouwen tot hun doelgroep, zodat in zoverre een zekere overeenstemming bestaat. Echter, aan de doelgroep van CoaM zoals deze door CoaM wordt omschreven mag een kritische instelling, een meer dan gemiddeld inzicht in de ontwikkeling van de mode en wat daarmee samenhangt en enige kennis van het winkelaanbod worden toegeschreven. Deze doelgroep zal niet snel een verband zien tussen de gewenste exclusieve mode en de producten in de erotische/seksuele sfeer die ClD aanbiedt.”
Lees het arrest hier.
11- Gerechtshof ’s-Gravenhage, 17 januari 2008, KG ZA 06/20, Alfa Romeo Nederland B.V. tegen Houthuijzen c.s. (met dank aan Simone Davina, Boekel De Neree).
“De verordening (Verordening (EG) Nr. 1400/2002 betreffende de toepassing van artikel 81 lid 3 EG op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector) bevat geen regels ten aanzien van het handelen van derden die geen partij zijn bij een distributieovereenkomst. Meer in het bijzonder staat de verordening er niet aan in de weg dat een marktdeelnemer, die noch een erkend wederverkoper is, noch een gevolmachtigd tussenpersoon, zich bezig houdt met de parallelimport van nieuwe voertuigen van het merk en deze vervolgens als onafhankelijk wederverkoper verkoopt."
Lees het arrest hier.