15 nov 2023
Sporttrading maakt inbreuk op de merkrechten van Puma
Rb. Den Haag 15 november 2023, IEF 21908; ECLI:NL:RBDHA:2023:17780 (Puma tegen Sporttrading) Puma, een wereldwijd merk in sportartikelen, heeft verschillende merken, waaronder de bovenstaande Puma-merken, die het gebruikt op producten zoals boxershorts. Stichd, een dochteronderneming van Puma, heeft een licentie om boxershorts onder de Puma-merken te produceren en te distribueren. In de zomer van 2021 ontdekte Puma dat het Noorse bedrijf Europris boxershorts met Puma-tekens verkocht. Europris verklaarde vervolgens dat ze de boxershorts van Sporttrading had gekocht. Volgens Puma gaat het om namaakproducten.
Puma eist dat de rechtbank Sporttrading beveelt om onmiddellijk na de betekening van het vonnis elke inbreuk op de Puma-merken in de hele Europese Unie te staken en gestaakt te houden. Sporttrading betwist dat de boxershorts namaakproducten zijn. Puma heeft één van de boxershorts die haar Noorse advocaat bij Europris heeft gekocht, laten onderzoeken door Stichd. Volgens Puma bleek uit dit onderzoek dat de boxershorts namaak waren vanwege onjuiste uiterlijke en veiligheidskenmerken, kleurcodering en productnummers. Op de zitting heeft Stichd het label van andere boxershorts gescand en concludeerde dat deze ook namaak waren. Sporttrading betwist echter dat de onderzochte boxershorts daadwerkelijk van Europris afkomstig waren. De rechtbank oordeelt dat Puma niet heeft aangetoond dat de onderzochte boxershorts van Europris waren, en dus ook niet dat ze namaak waren.
Sporttrading beweert dat de merkrechten van Puma zijn uitgeput omdat de boxershorts afkomstig zijn van Stichd en met toestemming van Puma in de EER in het verkeer zijn gebracht. De rechtbank oordeelt dat Sporttrading niet heeft aangetoond dat de boxershorts daadwerkelijk van Stichd afkomstig zijn op basis van de verstrekte facturen. Hoewel er omstandigheden zijn die in die richting wijzen, zoals overeenkomende aantallen en kleurtypes, is dit onvoldoende bewijs. Het verweer van uitputting slaagt daarom niet en de verkoop van de boxershorts vormt inbreuk op de merkrechten van Puma.
4.19. Voor zover een partij moedwillig handelt in inbreukmakende goederen, is het relatief eenvoudig dat buiten de administratie te houden, dan wel dat op zo een wijze in de administratie te verwerken dat het niet herleidbaar is naar bepaalde merken, bijvoorbeeld door de goederen onder een andere naam in de administratie op te nemen. De rechtbank heeft weliswaar geen aanwijzingen dat GTS Trading , dan wel Sporttrading moedwillig hebben gehandeld in inbreukmakende Puma boxershorts of een onjuiste administratie hebben gevoerd, echter de hiervoor genoemde mogelijkheid maakt dat alleen de eigen administratie van een partij die moet bewijzen dat de goederen met toestemming van de merkhouder in de EER in het verkeer zijn gebracht onvoldoende is om dat bewijs te leveren. Dat is mogelijk anders indien er aanvullend bewijs is waarmee de juistheid van die administratie op objectieve wijze kan worden geverifieerd of indien er ander aanvullend bewijs is op basis waarvan kan worden vastgesteld dat het om rechtmatig in de EER in het verkeer gebrachte goederen gaat. Dergelijk aanvullend bewijs is niet aangeleverd en ook niet aangeboden. Sporttrading heeft slechts een algemeen bewijsaanbod gedaan om “al haar stellingen te bewijzen” zodat de rechtbank aan dat bewijsaanbod, als onvoldoende gespecificeerd, voorbij zal gaan.