Staking van hostingproviderdiensten voor namaaksites creëert een juist evenwicht
Ex parte beschikking Vzr. Rechtbank Den Haag 25 maart 2013, KG RK 13-629 (Merkhouders tegen Elcatel Ltd.)
Tip ingezonden door Thomas de Weerd, Houthoff Buruma.
Ex parte. Counterfeit. Namaak. 2.22 lid 6 BVIE. 6:196c BW. REACT, the Anti-Counterfeiting Network.
Uit't verzoekschrift: (aangepaste) verzoek tegen hosting provider Ecatel tot beëindigen van diensten waarmee inbreuk wordt gemaakt op rechten van de Merkhouders. In het bijzonder ziet het verzoek op het afsluiten van een groot aantal websites waarop counterfeit producten worden aangeboden.
Van belang is dat de meeste hosting providers rechten inzake de intellectuele eigendom respecteren en evident inbreukmakende websites na melding afsluiten. Slechts een handvol hosting providers nemen dergelijke meldingen niet serieus. De voorzieningenrechter: De in het verzoekschrift genoemde omstandigheden, waaronder de stelling dat het gaat om counterfeit producten en de aangevoerde problemen bij het aanspreken van de beheerders van de websites op de inbreuken, maken naar voorlopig oordeel dat toepassing van die bevoegdheid in dit geval een juist evenwicht creëert tussen de rechten van verzoeksters, gerekwestreerde en de beheerders van de websites (r.o. 2.4).
Verder uit 't verzoekschrift
Juridisch kader:
III.1. Artikel 2.22 lid 6 BVIE
III.2. Proportionaliteit en subsidiariteit
III.3. Het ontbreken van algemene voorwaarden van Ecatel
III.4. Aansprakelijkheidsbepalingen niet van toepassing bij verbod
III.5. Exparte bevel is mogelijk tegen een tussenpersoon
III.3. Het ontbreken van algemene voorwaarden van Ecatel
76. Tekenend voor de houding van Ecatel is dat het onmogelijk is te achterhalen wat haar algemene voorwaarden zijn. Op haar website biedt zij twee links aan naar haar Terms and conditions. Klikken op zowel de link in het navigatiemenu aan de linkerkant als op de link in de footer levert echter een foutmelding op.
III.4. Aansprakelijkheidsbepalingen niet van toepassing bij verbod
77. Aansprakelijkheid van de hosting provider is in deze zaak niet aan de orde. Artikel 6:196c lid 5 BW staat het verbod tegen de (hosting) provider uitdrukkelijk toe, onafhankelijk van diens aansprakelijkheid. Overigens is Ecatel op de hoogte gesteld van de inbreuken op de Counterfeit Websites en spreken de inbreuken voor zich. Ecatel kan zich zodoende niet beroepen op de uitsluiting van aansprakelijkheid die art. 6:196c lid 4 biedt. Verwezen wordt naar de hierboven reeds genoemde rechtspraak betreffende The Pirate Bay.
De Voorzieningenrechter:
2.4. Ook is voorshands voldoende aannemelijk dat de genoemde websites worden gehost door gerekwestreerde. Dat brengt naar voorlopig oordeel mee dat gerekwestreerde kan worden aangemerkt als een tussenpersoon wiens diensten worden gebruikt om de genoemde inbreuken te maken in de zin van artikel 2.22 lid 6 BVIE en dat dus een bevel kan worden uitgevaardigd tot staking van die diensten. De in het verzoekschrift genoemde omstandigheden, waaronder de stelling dat het gaat om counterfeit producten en de aangevoerde problemen bij het aanspreken van de beheerders van de websites op de inbreuken, maken naar voorlopig oordeel dat toepassing van die bevoegdheid in dit geval een juist evenwicht creëert tussen de rechten van verzoeksters, gerekwestreerde en de beheerders van de websites.
Op andere blogs:
DirkzwagerIEIT (Opnieuw sluiting counterfeit sites op verzoek van bekende horlogemerken)
Webwereld (Ex-parte verbod tegen hoster Ecatel om namaaksites)