Gepubliceerd op woensdag 1 oktober 2014
Striping op voertuig geen inbreuk op politiestriping
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 29 september 2014, IEF 14244 (Staat der Nederlanden tegen Darkness Reigns)
Auteursrecht. Merkenrecht. Striping (na aanpassing) op voertuig gedaagde niet in strijd met het auteursrecht of merkenrecht van de Staat en evenmin onrechtmatig jegens de Staat. Het meest kenmerkende verschil wordt echter gevormd door de opvallende dubbele gele strepen, een brede en een smalle, die over de gehele omtrek van de Auto loopt, hetgeen bij de politiestriping en secundaire striping niet het geval is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de totaalindrukken verschillen. De auto wordt enkel gebruikt voor festivalbezoek en vakantie, en niet voor commerciële doeleinden.
Auteursrecht
4.5. Van verveelvoudiging als door de Staat gesteld is sprake indien de striping, zoals gebruikt door [gedaagde sub 2] op de Auto, een reproductie dan wel een gehele of gedeeltelijke bewerking of nabootsing in gewijzigde vorm is van de striping die de Staat hanteert. De striping die [gedaagde sub 2] gebruikt op de Auto bevat enkele elementen die zijn overgenomen uit het werk van de Staat. Bij zowel de striping op de Auto als de politiestriping loopt het lijnenspel op de voor- en achterzijde van de auto’s naar elkaar toe. De striping op de zijkanten van de Auto is, net als bij de politiestriping en secundaire striping, aangebracht in een hoek van, op het oog 40°. Verder is in alle gevallen sprake van rechte afsneden en een symmetrisch lijnenspel. Net als bij de secundaire striping is sprake van enkele lijnen. Ook geldt dat het kleurgebruik van de striping op de Auto overeenstemt met de striping van de auto’s van Dynamic Diplomatic Surveillance. Evenwel is er ook een aantal verschillen tussen de striping op de Auto en de striping die de Staat hanteert. Zo bevindt het lijnenspel op de achterkant van de Auto zich - anders dan bij de politiestriping en secundaire striping - onder het nummerbord, heeft de Auto op de achterkant en zijkanten meer lijnen en is het lijnenspel aan de voor- en achterzijde van de Auto hoger afgesneden. Het meest kenmerkende verschil wordt echter gevormd door de opvallende dubbele gele strepen, een brede en een smalle, die over de gehele omtrek van de Auto loopt, hetgeen bij de politiestriping en secundaire striping niet het geval is. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat geen sprake is van overeenstemmende totaalindrukken tussen de striping die [gedaagde sub 2] hanteert en de striping waarop de Staat het auteursrecht stelt te hebben. Hooguit is sprake van een globale gelijkenis en dat is niet voldoende voor het aannemen van een inbreuk op het auteursrecht (HR 13 oktober 1989, NJ 1990/337). De vorderingen van de Staat gegrond op het auteursrecht zullen dan ook worden afgewezen. Om die reden zal de voorzieningenrechter het beroep van Darkness Reigns en [gedaagde sub 2] op artikel 16b Auteurswet onbesproken laten.
4.7. (...) Bij een beeldmerk gaat het om visuele gelijkenis. Visueel beschouwd bestaat het beeldmerk van de Staat uit lijnen in drie kleuren die, op het oog, lopen in een hoek van 40°. Op de voor- en achterzijde van de Auto gebruiken Darkness Reigns en [gedaagde sub 2] lijnen die lopen in een V. Deze verschillen daarmee sterk van het lijnenspel van het merk. De lijnen op de zijkanten van de Auto lopen weliswaar in een hoek van, op het oog, 40 °, maar bestaan slechts uit twee kleuren. Bovendien wordt het lijnenpatroon op de Auto doorbroken door een opvallende dubbele gele streep.
4.8. De voorzieningenrechter is gelet op dit voorgaande van oordeel dat de totaalindrukken van het merk en teken zodanig verschillen dat geen sprake is van gebruik van een met het merk overeenstemmend teken. Daar komt nog bij dat als onbetwist is komen vast te staan dat [gedaagde sub 2] de Auto enkel gebruikt voor festivalbezoek en vakantie. Het moet er zodoende rechtens voor worden gehouden dat de Auto niet gebruikt is voor commerciële doeleinden. Derhalve kan, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet worden aangenomen dat Darkness Reigns en [gedaagde sub 2] ongerechtvaardigd voordeel trekken uit het onderscheidend vermogen van het merk. Afbreuk aan het onderscheidend vermogen kan evenmin worden vastgesteld, nu het teken zodanig van het merk verschilt dat geen verwarring is te duchten bij het relevante publiek. De vorderingen van de Staat gegrond op het merkenrecht zullen dan ook worden afgewezen.
Op andere blogs:
Dirkzwager IE & IT