Ten aanzien van indirecte inbreuk
Rutger Kleemans (Freshfields Bruckhaus Deringer): Ten aanzien van indirecte inbreuk. Kort commentaar bij Rechtbank ‘s-Gravenhage, 18 oktober 2010, IEF 9166 ( Safeway / Kedge).
"Indirecte inbreuk is niet een onderwerp waar men elke dag mee van doen heeft. Toevallig hebben de Haagse en Engelse octrooirechter in een tijdsbestek van 3 dagen allebei een relevant vonnis gewezen, waarbij met name de Engelse rechter in de persoon van Jacob LJ er eens goed voor is gaan zitten. Wéér vormt nationaal recht van Europese collega octrooirechters (‘the Dutch Judge told us’) een meer dan belangrijke basis voor de beslissing
(…) Safeway, de beweerd indirecte inbreukmaker, suggereerde (althans volgens het vonnis) dat haar niet verweten kon worden dat afnemers haar instructies niet zouden opvolgen. De voorzieningenrechter deelt die mening niet. Hij oordeelt dat het criterium is dat de beweerd indirecte inbreukmaker dient te beseffen dat afnemers mogelijk inbreuk zouden maken en onder die omstandigheden af zou moeten zien van het leveren van middelen die hen daartoe in staat stellen.
Het toeval wil dat op 15 oktober de Court of Appeal (Jacob LJ) arrest heeft gewezen in de zaak van Grimme tegen Scott ( [2010 EWCA Civ 1110] over precies deze kwestie. (...)"
Lees het volledige commentaar hier.