Gepubliceerd op dinsdag 13 april 2010
IEF 8752
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Tot de laatste man

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 2 maart 2010, LJN: BL9874, [Naam] tegen MAN Truck & Bus B.V.

Merkenrecht. Geen lijfsdwang in executiegeschil. Metatags. Geïntimeerde MAN stelt dat [naam] na vonnis Rechtbank Rotterdam (DomJur 2005-217) weliswaar de website www.mylastman.com heeft gesloten, maar middels de nieuwe website www.mylastmaninfo.com toch dwangsommen heeft verbeurd. Omdat deze volgens MAN niet verhaalbaar zijn gebleken, zou er voldoende grond zijn voor uitvoerbaar verklaring bij lijfsdwang. Hof: domeinnaam valt onder verbod, ‘doorslaggevend belang en/of doorslaggevende zeggenschap’ in B.V. domeinnaamhouder, maar geen grond (meer) voor lijfsdwang. In citaten:

Reikwijdte voorziening: 6. Het onderhavige geval kenmerkt zich hierdoor, dat aan de overtreding van de voorzieningen een aanzienlijke dwangsom is verbonden. In een dergelijk geval brengt een redelijke uitleg van de voorzieningen mee de draagwijdte ervan beperkt te achten tot handelingen, waarvan in ernst niet kan worden betwijfeld dat zij, mede gelet op de gronden waarop de voorzieningen zijn gegeven, daarmee in strijd zijn. Bovendien moeten de voorzieningen worden uitgelegd in het licht van de daarvoor gegeven motivering, dat wil zeggen: bij de vaststelling van de reikwijdte van die voorzieningen moet niet alleen het dictum in aanmerking worden genomen, maar ook de overwegingen die daartoe hebben geleid. In dit verband is de bedoeling van de voorzieningenrechter niet doorslaggevend, nu met name voor de geadresseerde van de getroffen voorzieningen duidelijk zal moeten zijn waaraan hij zich te houden heeft.

9. (…) Anderzijds heeft [appellant] niet betwist dat de website MyLastMANinfo.com aanvankelijk dezelfde inhoud had als de website MyLastMAN.com, waarvan de voorzieningenrechter de staking heeft bevolen. Dat betekent dat een website met dezelfde (uitgebreide) inhoud als waarop de Voorziening is gegrond gedurende een beperkte periode in de lucht is geweest.

10. Op grond van het voorgaande is het hof voorshands van oordeel dat het openen en in stand houden van de website met de domeinnaam MyLastMANinfo.com met de inhoud die deze tot 27 februari 2005 had, onder de Voorziening valt. Anderzijds is het hof (voorshands) van oordeel dat het in stand houden van de website zoals deze er vanaf 27 februari 2005 uitzag, níet onder (de strekking van) de Voorziening valt, nu niet (zonder meer) gezegd kan worden dat de woorden MyLastMANinfo.com (in combinatie met de woorden "Information Board" en zoals afgebeeld op twee vrachtwagens) ook op zichzelf beschouwd (dus: zonder dat de website verder inhoud heeft) afbreuk doen aan de reputatie van het merk MAN.

Middellijk of onmiddellijk belang of zeggenschap: 14. (…) Ook hier geldt de in r.o. 6 weergegeven maatstaf, inhoudend dat de voorzieningen zo moeten worden uitgelegd dat alleen handelingen waarvan in ernst niet kan worden betwijfeld dat zij een overtreding opleveren, eronder vallen. Gelet op de ratio van de toerekening van gedragingen van een vennootschap of onderneming aan [appellant], te weten dat niet kan worden getolereerd dat [appellant] buiten schot blijft door gebruik te maken van vennootschappen of andersoortige ondernemingen, moet de voorwaarde van "middellijk of onmiddellijk belang of zeggenschap" aldus worden uitgelegd dat het gaat om een zodanig belang of een zodanige mate van zeggenschap dat [appellant] het in zijn macht heeft overtreding van de getroffen voorzieningen te bewerkstelligen of te voorkomen. In dat kader is wel degelijk van belang dat [appellant], hoewel het hof voorshands aannemelijk acht dat hij als voorzitter van de raad van bestuur stemrecht had, de drie andere stemmen tegen zich moest laten gelden. De omstandigheid dat de andere leden van het bestuur zijn echtgenote en kinderen waren doet daaraan niet (zonder meer) af. Ook het hebben van 40% van de aandelen rechtvaardigt niet zonder meer de conclusie dat [appellant] beslissingsmacht had.

15. Dit leidt echter nog niet tot de door [appellant] gewenste conclusie. Hij heeft immers niet bestreden dat hij (als enig aandeelhouder en bestuurder) ten tijde van het openen van de gewraakte website wél een doorslaggevend belang en/of doorslaggevende zeggenschap had in NHG Trans International B.V. (…)

16. De conclusie uit het voorgaande is dat [appellant] de Voorziening heeft overtreden. (…) Het hof is voorshands van oordeel dat het beschikbaar komen van de website (19 februari 2005) als het aanvangsmoment van de bestreden gedraging moet worden aangemerkt. Dat betekent, gelet op hetgeen in r.o. 10 is overwogen, dat [appellant] naar 's hofs voorlopig oordeel gedurende de periode van 19 tot en met 26 februari 2005 dwangsommen heeft verbeurd.

18. (…) Gelet op het in r.o. 16 bereikte oordeel dat [appellant] de Voorziening (met zijn bijdrage aan het openen en in stand houden van de website MyLastMANinfo.com) gedurende (niet meer dan) één week heeft overtreden, is thans geen sprake meer van het niet nakomen van een verplichting tot een doen of nalaten anders dan de betaling van een geldsom, als bedoeld in artikel 585 Rv. Reeds om die reden is geen grond meer aanwezig voor uitvoerbaar verklaring bij lijfsdwang De grief, voor zover gericht tegen het in conventie gewezen vonnis slaagt derhalve.

19. In reconventie vordert [appellant] staking van de executie op de grond dat geen dwangsommen zijn verbeurd. Uit het voorgaande blijkt dat naar 's hofs voorlopig oordeel wél dwangsommen zijn verbeurd, zij het beperkt tot de periode van 19 tot en met 26 februari 2005. Nu het mindere in het meerdere begrepen moet worden geacht zal het hof MAN gelasten de executie te staken voor zover deze betrekking heeft op de periode nadien. (…)

Lees het arrest hier.