Gepubliceerd op vrijdag 23 januari 2009
IEF 7504
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Uit Utrecht

Rechtbank ’s-Gravenhage, 7 januari 2009, HA ZA 04-1608, Demp B.V. tegen Homer TLC, Inc. & Home Depot U.S.A., Inc.

Gewijzigd bericht. Het hieronder weergegeven vonnis betreft het  vonnis zoals gewezen door de Rechtbank Den Haag (zie IEF 7510). 

Merkenrecht. Incident. Nietigheidsactie op grond van “THE HOME DEPOT” en EXP tegen diverse merken van gedaagde. Zaak is afkomstig van de rechtbank Utrecht die zich onbevoegd heeft verklaard kennis te nemen van de vorderingen van Demp in reconventie en de procedure in reconventie (nietigheid van o.a. een Gemeenschapsmerk)  ter verdere afdoening naar de Rechtbank Den Haag heeft verwezen. De Rechtbank Den Haag weigert de verzochte schorsing.


"5. Beoordeling

5.1. De rechtbank onderkent dat er gronden zijn de zaak in reconventie voorzover daarin  de geldigheid van gemeenschapsmerken aan de orde is te schorsen. Van belang  is echter ook dat er inmiddels in Duitsland in eerste instantie een procedure is afgerond  waarbij de gemeenschapsmerken van Homer TLC overeind zijn gebleven.  Dit is minst genomen een extra aanleiding - naast het vermoeden van geldigheid ex  artikel 95 GmerkenVo - om uit te gaan van de geldigheid van de Gemeenschapsmerken  van Homer TLC. In reconventie is met name aan de orde de beweerdelijke  ongeldigheid van Beneluxmerken. Artikel 100 GmerkenVo brengt niet met zich dat  de beoordeling daarvan moet worden geschorst.

5.2. Daarnaast speelt mee dat door de vele processuele verwikkelingen deze zaak -  waarin de dagvaarding is uitgebracht in 2003 -aanzienlijke vertraging heeft opgelopen.  Doordat in deze zaak de conventie en de reconventie niet bijeen zijn gehouden  heeft Home Depot in conventie reeds een beslissing in tweede feitelijke instantie.  Home Depot heeft in conventie niettegenstaande de overwegingen omtrent de  bevoegdheid van rechtbank en gerechtshof onverkort een beroep kunnen doen op  de geldigheid van de gemeenschapsmerken. De processuele gelijkheid tussen partijen  brengt mee dat Demp thans in de gelegenheid wordt gesteld voort te procederen  in reconventie. Indien bij een verdere stand van de procedure zou blijken dat  een schorsing ex artikel 100 GmerkenVo geboden is, zal de rechtbank zulks niet  nalaten.

5.3. De in het incident verzochte schorsing zal worden afgewezen. In de hoofdzaak in  reconventie zal Home Depot voortprocederen door het nemen van een conclusie  van antwoord in reconventie. Partijen dienen er rekening mee te houden dat vervolgens  een comparitie van partijen zal worden bepaald."

Lees het vonnis hier. Zie ook IEF 6354 (Gerechtshof Amsterdam, in hoger beroep op genoemd vonnis Rechtbank Utrecht).