Vakantie Makelaar in strikte zin geen louter beschrijvende handelsnaam in relatie tot de aangeboden diensten

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 8 maart 2018, IEF 17550 (Vakantie Makelaar) Handelsnaamrecht. Vakantie Makelaar drijft sinds 2007 onder die naam een onderneming die zich bezig houdt met makelaarsactiviteiten met een specifieke focus op vakantie en recreatie onroerend goed. A heeft in 2017 de domeinnaam www.de-vakantiemakelaar.nl geregistreerd, die hij gebruikt ten behoeve van de verkoop van vakantiewoningen. Vakantie Makelaar vordert A te bevelen inbreuk op haar handelsnaamrechten te staken. A voert aan dat er sprake is van een louter beschrijvende handelsnaam, die niet mag worden gemonopoliseerd. De voorzieningenrechter oordeelt dat er in strikte zin, gelet op de combinatie van de woorden 'Vakantie' en 'Makelaar' in relatie tot de aangeboden diensten geen sprake is van een louter beschrijvende handelsnaam. Omdat er gevaar voor verwarring bestaat, is er sprake van een inbreuk op de handelsnaamrechten van Vakantie Makelaar. De vordering wordt toegewezen.

4.8. Vakantie Makelaar bestrijdt evenwel op goede gronden dat de door haar gebruikte handelsnamen louter beschrijvend zijn. In de strikte zin van het woord is daar namelijk naar het oordeel van de voorzieningenrechter, gelet op de combinatie van de (dominerende) woorden 'Vakantie' en 'Makelaar' in relatie tot de door Vakantie Makelaar aangeboden diensten geen sprake van. Van Dale geeft geen omschrijving van een 'vakantiemakelaar' en het publiek moet bij het zien of horen van die naam nog steeds gissen naar de activiteiten van de betreffende onderneming. Het is niet per definitie een makelaar in vakantiehuizen. Net zo goed zou immers sprake kunnen zijn een onderneming/tussenpersoon die bemiddelende diensten aanbied op het gebied van de handel in vakantiereizen en/of (vlieg)tickets en dergelijke (Vgl. ECLI:NL:RBGELK:2017:6893 inzake FlexExpert/Flexexperts). Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter komt daarom aan de handelsnamen van Vakantie Makelaar, op zichzelf bezien, wel enig onderscheidend vermogen toe, zodat de eis dat er naast verwarringsgevaar bijkomende omstandigheden moeten zijn om onrechtmatigheid aan te nemen niet behoeft te worden gesteld.