Gepubliceerd op dinsdag 11 maart 2014
Van der Valk kan plaatsnaam Eindhoven in handelsnaam niet monopoliseren
Rechtbank Oost-Brabant 5 maart 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:1112 (Van der Valk Eindhoven tegen Van der Valk Hotel Eindhoven-Best)
Handelsnamen. Geen verwarring. Eiseres vordert gedaagde te verbieden een handelsnaam te voeren die naast het element “Van der Valk” het element “Eindhoven” bevat. De rechtbank oordeelt dat gedaagde met de beoogde handelsnaam “Van der Valk-hotel Eindhoven-Best” voldoende afstand neemt en dat met name gezien de toevoeging van de plaatsnaam ‘Best'. Gevaar voor verwarring is niet te duchten. De aard van de ondernemingen en de geringe afstand maakt het oordeel niet anders. De rechtbank wijst alle vorderingen af.
4.2. Gedaagde heeft schriftelijk meegedeeld (zie hiervoor onder 2.3.), zoals ook ter comparitie van partijen door mr. P.S. Jonker is bevestigd, dat zij het voornemen heeft om de naam “Van der Valk-hotelEindhoven-Best” als haar handelsnaam te gaan voeren.
Ter toetsing ligt derhalve de vraag voor of gedaagde met de beoogde handelsnaam “Van der Valk-hotel Eindhoven-Best” inbreuk maakt op de handelsnamen van eiseres.
Vast staat dat alle vestigingen van de Van der Valk ondernemingen gerechtigd zijn om de merknaam “Van der Valk” en eenzelfde beeldmerk (de toekan) te gebruiken.
Eiseres erkent dat gedaagde gerechtigd is tot het gebruik van de elementen “Van der Valk” en “Hotel”, maar heeft bezwaar tegen de toevoeging “Eindhoven”, omdat dit volgens haar het meest kenmerkende en dominerende element is. Het enige onderscheidende element in de handelsnaam van de Van der Valk vestigingen is de plaatsaanduiding. Met de beoogde handelsnaam zal gedaagde verwarring scheppen bij het publiek, aangezien de aard van de ondernemingen identiek is, beide ondernemingen gebruik maken van het beeldmerk “de toekan”, gedaagde haar bedrijf zal gaan exploiteren binnen een straal van vijftien kilometer en partijen actief zullen zijn op dezelfde markt. Bovendien worden veel boekingen middels een zoekopdracht via internet verricht en de uitkomst van een dergelijke zoekopdracht zal al snel verwarrend zijn omdat dit tot twee verschillende vestigingen kan leiden, aldus eiseres.
Gedaagde heeft gemotiveerd betwist dat gevaar voor verwarring dreigt. Het gebruik door alle afzonderlijke Van der Valk ondernemingen van het basiselement “Van der Valk” in de diversehandelsnamen en woord- en beeldmerken, maakt het mogelijk dat genoemde handelsnamen naast elkaar kunnen bestaan zonder dat er verwarring dreigt. Voor het publiek is het volgens gedaagde allemaal één concern met allemaal verschillende vestigingen.
De rechtbank is van oordeel dat gedaagde met de beoogde handelsnaam “Van der Valk-hotelEindhoven-Best” voldoende afstand neemt van de handelsnamen van eiseres en dat met name gezien de toevoeging van de plaatsnaam ‘Best’ sprake is van meer dan een geringe afwijking. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat eiseres erkent dat alle Van der Valk vestigingen de naam “Van der Valk” en het woord “hotel” of “motel” in hun handelsnaam mogen gebruiken. De rechtbank is dan ook van oordeel dat onder deze omstandigheden gevaar voor verwarring niet te duchten is. Voorts heeft gedaagde gemotiveerd betwist dat het gebruik van de beoogde handelsnaam zal leiden tot verwarring bij het publiek. Tegenover die gemotiveerde betwisting heeft eiseres haar stelling met betrekking tot het gevaar van verwarring onvoldoende onderbouwd. Dat de aard van de ondernemingen gelijk zal zijn en de afstand tussen de ondernemingen gering zal zijn, maakt het oordeel niet anders. Uit het voorgaande volgt dat naar het oordeel van de rechtbank evenmin sprake is van nodeloze verwarring en aldus onrechtmatig handelen van gedaagde op grond van artikel 6:162 BW.
Het onder 1 gevorderde, zowel primair als subsidiair, zal daarom worden afgewezen, evenals het onder 3. gevorderde.
4.3. Het enkele inschrijven van een handelsnaam in het Handelsregister valt niet te beschouwen als het voeren van een handelsnaam. Door de inschrijving in het Handelsregister van dezelfde handelsnamen als die van eiseres maakt gedaagde nog geen inbreuk op het handelsnaamrecht van eiseres. Het onder 2. gevorderde zal daarom eveneens worden afgewezen.
Lees hier de uitspraak:
ECLI:NL:RBOBR:2014:1112 (link)
ECLI:NL:RBOBR:2014:1112 (pdf)