Gepubliceerd op maandag 25 januari 2016
IEF 15630
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Vergoeding voor overnemen foto Joods Kindermonument

Ktr. Rechtbank Limburg 20 januari 2016, IEF 15630 (Roel Dijkstra tegen Vennootschap Bremen Bouwadviseurs)
Uitspraak ingezonden door Kitty van Boven, I-ee.. Auteursrecht. In 2013 is een in opdracht van Stichting Joods Kindermonument vervaardigd monument onthuld, waar Bremen als consultant-adviseur aan heeft meegewerkt. Op haar website heeft zij een foto met naamsvermelding Roel Dijkstra geplaatst. De foto is gemaakt door Ineke Kamp, die bij Dijkstra in dienst was (als bedoeld in artikel 7 Aw). Bremen is schadevergoedingsplichtig. De kantonrechter kan billijken dat Dijkstra aansluiting heeft gezocht bij de AV van de Fotografenfederatie, er is goede reden om drie maal de vergoeding. De gevorderde schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk (door Dijkstra coulancehalve gematigd tot één maal de gederfde licentievergoeding) en persoonlijkheidsrecht (gematigd tot de helft), is toewijsbaar.

 

4.1. Bij dupliek heeft Bremen weliswaar betwist dat Ineke Kamp ten tijde van het nemen van de foto in dienst (als bedoeld in artikel 7 Aw) was van Dijkstra, doch bezien in het licht van het vaststaande feit dat Bremen de foto op haar eigen website heeft geplaatst met het onderschrift "foto: Roel Dijkstra" zal aan deze blote betwisting verder voorbijgegaan worden nu reeds daarmee - gelet op het bepaalde in artikel 4 lid 1 Aw - voldoende vaststaat dat Dijkstra auteursrechthebbende is ter zake van de foto. Dat, zoals Bremen stelt, de ontwerper van het monument ‘bij uitstek’ de auteursrechthebbende is op de afbeeldingen van dat kunstwerk, is een stelling die geen steun vindt in het recht, zodat dit verweer wordt zonder meer gepasseerd.

4.2 Daarmee staat tevens vast dat Bremen een inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van Dijkstra en aldus onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. Van een professioneel ondernemer zoals Bremen mag verwacht worden dat zij zich ervan gewist of de foto’s die zij op haar website wil plaatsen en aldus openbaar wil maken, auteursrechtelijk beschermd zijn en wie de maker is van de betreffende foto’s, aan welke onderzoekplicht zij niet heeft voldaan. In plaats daarvan is zij er onterecht en te gemakkelijk gewoon maar vanuit gegaan dat zij met de op het internet gevonden foto van het monument mocht doen wat zij gedaan heeft, namelijk openbaar maken op haar eigen website.

4.3. Bremen is dus schadevergoedingsplichtig [sic]. De kantonrechter kan billijken dat Dijkstra voor de bepaling van de omvang van de schade aansluiting heeft gezocht bij de AV van de Fotografenfederatie, zoals dat vaker gebeurt in de ook door Dijkstra aangehaalde jurisprudentie aangaande dit soort zaken. Dijkstra is de gebruikelijke licentievergoeding misgelopen die Bremen anders verschuldigd zou zijn geweest en er is goede reden om in dit geval van drie maal die vergoeding uit te gaan bij de begroting van de schade. Het moet immers niet aantrekkelijk gemaakt worden voor gebruikers van auteursrechtelijk beschermd werk door achteraf alsnog het gangbare tarief te betalen en dan niet slechter af te zijn dan als zij tevoren toestemming zou hebben gevraagd. In dat geval zou immers het systeem van bescherming van auteursrechten illusoir worden gemaakt.

4.4. De gevorderde schadevergoeding wegens inbreuk op auteursrecht (door Dijkstra coulancehalve gematigd tot één maal de gederfde licentievergoeding) en persoonlijkheidsrecht (gematigd tot de helft), is dan ook toewijsbaar, inclusief de daarover gevorderde wettelijk rente vanaf de dag van betekening van dit vonnis tot aan de dag van voldoening.