16 jul 2018
Uitspraak ingezonden door Corstiaan Kan en Marcel de Zwaan, Bremer & De Zwaan.
Verschil in dikte van tafelpoten niet voldoende voor andere totaalindruk van Piet Hein Eek look tafel van Restoric
Vzr. Rechtbank Amsterdam 16 juli 2018, IEF 17848; ECLI:NL:RBAMS:2018:5167 (Piet Hein Eek tegen Schijf Restoric) Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Piet Hein Eek ontwerpt, vervaardigt en verhandelt onder meer meubels, waaronder meubels van sloophout zoals Kantinetafels (ontwerp 1 en 2). Schijf Restoric hebben een eettafel vervaardigd (Tafel A) die inbreuk maakt op het ontwerp 1 van Eek (de Kantinetafel uit 1998), alsmede een tafel die vanaf 2018 onder de benaming 'Piet Hein Eek (look) eettafel' (Tafel B) te koop werd aangeboden en inbreuk maakt op ontwerp 2 van Eek (de Kantinetafel in sloophout 2001). Eek vordert met succes de verdere inbreuk op zijn auteursrecht en slaafse nabootsing te staken en gestaakt te houden. Er wordt geoordeeld dat in de tafels van Schijf dermate veel beschermde trekken zijn overgenomen dat er sprake is van een overeenstemmende totaalindruk. Het enige waarneembare verschil is een verschil in dikte van de poten, waarbij de voeten van de poten van de tafels van hek minder schuin oplopen dan bij die van de tafels van Schijf Restoric. Dat verschil is van zodanig ondergeschikte betekenis dat het niet afdoet aan de overeenstemmende totaalindrukken van de tafels. De andere door Schijf Restoric opgevoerde verschillen (gebruik andere houtdelen, het al dan niet toepassen van de parkettechniek en het al dan niet afwerken met lak) maken, als ze al bestaan —wat hier niet kan worden vastgesteld- de totaalindrukken van de tafels evenmin anders.
4. 2 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoen de Ontwerpen 1 en 2 aan deze maatstaf, nu zij een als afkomstig van Eek herkenbare vormgeving (zoals omschreven onder 4.1) hebben, waarbij de combinatie van het blad en de poten zorgt voor een robuuste uitstraling. Voor wat betreft Ontwerp 2 geldt bovendien dat de wijze van schikking van het gebruikte sloophout met de daarop voorkomende dan wel aangebrachte kleurtinten en de gekozen afwerkingsvorm van 6 laklagen het persoonlijk stempel van hek nog eens versterkt. Gelet op het voorgaande wordt er voorshands vanuit gegaan dat de ontwerpen van hek auteursrechtelijke beschermde werken zijn in de zin van artikel 10 Auteurswet. Schijf Restoric heeft nog aangevoerd dat haar tafels al vanaf de jaren $0 worden gemaakt. Zij suggereert daarmee dat niet de ontwerpen van hek maar juist de tafels van Schijf Restoric auteursrechtelijk beschermde werken zijn (waarop hek inbreuk maakt). Zij heeft dit echter niet aannemelijk gemaakt. Eek heeft reeds voor deze kortgedingprocedure aan Schijf Restoric verzocht aan te tonen dat haar tafels A en 3 langer bestaan dan de Ontwerpen 1 en 2 van hek, maar daarop heeft Schijf Restoric nooit gereageerd. Ter zitting heeft T. Stam namens Schijf Restoric desgevraagd verklaard geen ontwerpen of foto’s van haar tafels te hebben waaruit kan blijken dat haar tafels reeds werden gemaakt voordat de tafels van Eek op de markt kwamen. Schijf Restoric zou uitsluitend over een verklaring van een compagnon beschikken waaruit dit valt op te maken. Die verklaring levert voorshands onvoldoende bewijs op tegenover de door Eek overgelegde aanwijzingen van het tegendeel.
4.3 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit deze vergelijking dat in de tafels van Schijf Restoric dermate veel (auteursrechtelijk) beschermde trekken zijn overgenomen van de ontwerpen van hek dat er sprake is van een overeenstemmende totaalindruk. Het enige waarneembare verschil is een verschil in dikte van de poten, waarbij de voeten van de poten van de tafels van hek minder schuin oplopen dan bij die van de tafels van Schijf Restoric. Dat verschil is van zodanig ondergeschikte betekenis dat het niet afdoet aan de overeenstemmende totaalindrukken van de tafels. De andere door Schijf Restoric opgevoerde verschillen (gebruik andere houtdelen, het al dan niet toepassen van de parkettechniek en het al dan niet afwerken met lak) maken, als ze al bestaan —wat hier niet kan worden vastgesteld- de totaalindrukken van de tafels evenmin anders.
4.5 De vorderingen van Eek zijn dan ook op de hierna te melden wijze toewijsbaar, waarbij de veroordelingen uitsluitend betrekking hebben op de in dit geding aan de orde zijnde inbreukmakende tafels A en B.