Verwarringsgevaar tussen Penguin en ArtPenguin

BBIE 22 november 2024, IEF 22395 (Penguin Books tegen verweerder) Verweerder heeft een Benelux woord-/beeldmerk aangevraagd voor ARTPENGUIN. Penguin Books heeft hiertegen oppositie ingediend in verband met verwarringsgevaar met haar woordmerk PENGUIN en haar woord-/beeldmerk Penguin Books. De argumentatie van de verweerder over de overeenkomsten tussen de merken en tekens zijn hierbij volledig door Chat-GPT opgesteld. 

Het BBIE oordeelt dat sprake is van verwarringsgevaar tussen de merken PENGUIN en het teken ARTPENGUIN. De woordmerken zijn begripsmatig identiek, aangezien ze beide verwijzen naar een pinguïn. Auditief zijn de merken sterk overeenstemmend, omdat ze voor een groot deel identiek klinken. Visueel is er een zekere mate van overeenstemming, met name door het gedeelde element PENGUIN. Vanwege de hoge mate van overeenstemming tussen de merken en het teken en de identieke of sterk overeenstemmende waren, concludeert het BBIE dat er verwarringsgevaar bestaat. Het publiek zou kunnen denken dat de waren van ARTPENGUIN afkomstig zijn van dezelfde onderneming als de waren van PENGUIN. De Benelux-aanvraag voor ARTPENGUIN is daarom niet ingeschreven voor de waren in klasse 16. De aanvraag zal wel worden ingeschreven voor de waren in klasse 2, waartegen geen oppositie is ingesteld.

35. Bij de vergelijking op auditief vlak is van belang dat de auditieve weergave van een gecombineerd woord-/beeldmerk overeenkomt met die van de woordbestanddelen ervan, ongeacht de grafische kenmerken ervan, die veeleer aan de orde komen in het kader van het onderzoek naar de visuele aspecten van het teken.13 De auditieve vergelijking ziet in dit geval op PENGUIN versus ARTPENGUIN.  

36. Het ingeroepen merk bestaat uit één woord van twee lettergrepen. Het betwiste teken uit één woord van drie lettergrepen. De laatste twee lettergrepen van merk en teken zijn identiek. De eerste lettergreep van het teken, het woord ART, ontbreekt in het merk. Bij de beoordeling van merk en teken  moet rekening worden gehouden met de totaalindruk die zij oproepen, waarbij geldt dat de consument in het algemeen meer belang zal hechten aan het eerste deel van een teken.14 In casu moet echter ook worden gewezen op het feit dat merken en teken voor het overgrote deel auditief identiek zijn.  

37. Er is dan ook sprake van merktekens die auditief sterk overeenstemmend zijn.