Gepubliceerd op woensdag 9 juli 2014
IEF 14025
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Verwijdering identificatiecode geen gegronde reden verzet parallelimport

Gemeenschappelijk Hof van Justitie Aruba e.a. 31 januari 2013, IEF 14025; ECLI:NL:OGHACMB:2013:69 (Bacardi tegen Cardinal)
Merkenrecht. Verzet parallelimport. GEA heeft vorderingen afgewezen onder verwijzing naar Diageo/Siriam [IEF 11268]. Het geschil betreft merkenrechtelijke vorderingen van Bacardi. Bacardi verzet zich tegen parallelimport van flessen waarvan de identificatiecode is verwijderd. De enkele omstandigheid dat een merkhouder een legitiem doel nastreeft met en aldus een legitiem belang heeft bij een maatregel, zoals het aanbrengen van identificatiecodes brengt niet mee dat hij een gegronde reden heeft voor verzet als bedoeld in art. 23 lid 8 Mlv, indien een handelaar die maatregel ongedaan maakt. Het hof bevestigt het bestreden vonnis.

 

2.6. In casu staat niet vast dat in het algemeen de aan de flessen en verpakkingen aangebrachte veranderingen een noemenswaardige afbreuk doen aan de goede faam van de merken (waarbij wordt uitgegaan van het luxe imago daarvan) of tot herkomstverwarring kunnen leiden. Naar het oordeel van het Hof streeft Bacardi met het aanbrengen van de identificatiecodes (mede) legitieme doeleinden na. Na afweging van de met die doeleinden samenhangende belangen van Bacardi bij het ongemoeid laten van de identificatiecodes enerzijds tegen het belang van een vrije parallelhandel anderzijds, komt het Hof tot het oordeel dat geen sprake is van een gegronde reden als bedoeld in artikel 23 lid 8 Mlv. Hierbij is het Hof er veronderstellenderwijs van uitgegaan dat tenminste een der legitieme belangen van Bacardi op een wettelijke regeling, te weten het Landsbesluit Etikettering, is gebaseerd.

2.7. Dat er thans geen of weinig prijsverschil is tussen met instemming en zonder instemming van de merkhouder ingevoerde flessen, betekent niet dat indien de vrije parallelimport wordt aangetast, deze situatie zal blijven voortbestaan. Dat thans de identificatiecode niet wordt gebruikt om vrije parallelimport op te sporen, biedt geen garantie dat indien de vorderingen van Bacardi worden toegewezen, zulks niet zal veranderen. Identificatiecodes stellen merkhouders in staat om eventuele lekken in hun verkooporganisatie op te sporen. In elk geval gaat van de mogelijkheid van opsporing reeds een ‘chilling effect’ uit. De bewijsaanbiedingen die Bacardi in dit verband hebben gedaan acht het Hof onvoldoende gemotiveerd.