Voldoende bewijs voor instructie omzetting octrooi
Rechtbank Den Haag 9 juli 2014, IEF 14039 (Pagter tegen Nederlands Octrooibureau)
Octrooirecht. Pagter Innovations houdt zich bezig met het ontwikkelen en verkopen van verpakkingen voor snijbloemen. Het Nederlands Octrooibureau (hierna: NOB) heeft niet voor de gestelde termijn de internationale aanvrage op naam van Pagter omgezet in nationale octrooiaanvragen. Het geschil betreft de vraag of Pagter voor het verstrijken van de termijn NOB heeft geïnstrueerd over de omzetting. Bij tussenvonnis (zie IEF 11624) werd geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was aangevoerd en werd Pagter opgedragen bewijs te leveren die de conclusie bekrachtigt dat de e-mailinstructie het NOB (tijdig) heeft bereikt. Hierin slaagt Pagter en de rechtbank verklaart voor recht dat NOB aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade.
2.11. De schriftelijke verklaring van R. Stevens en de getuigenverklaring van J.A.J Stevens van Interconnect geven inzicht in de werking van mailsystemen en mailverkeer en maken voldoende duidelijk welke status aan de trackinginformatie kan worden toegekend. Duidelijk is toegelicht dat en hoe zij op basis van de trackinginformatie tot de conclusie komen dat het desbetreffende emailbericht van [A] op de mailservers van Cleanport is bezorgd. Ook de afwijkingen in tijdsindicatie en de omvang van het emailbericht en de trackinginformatie zijn voldoende toegelicht.(...)
2.17. Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat Pagter Innovations is geslaagd in het haar opgedragen bewijs. Daaruit volgt dat vast is komen te staan dat NOB geen uitvoering heeft gegeven aan de instructie van Pagter Innovations om de internationale octrooiaanvrage tussen partijen bekend onder dossiernummer P6003316 om te zetten in nationale aanvragen in de in het emailbericht van 28 februari 2008 opgegeven landen en regio’s. Daarmee is NOB toerekenbaar tekortgeschoten jegens Pagter Innovations in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen en is zij aansprakelijk voor de daardoor door Pagter Innovations geleden en nog te lijden schade. De daarop gerichte verklaring voor recht zal derhalve worden toegewezen als in het dictum verwoord. Gelet hierop behoeft de subsidiair door Pagter Innovations aan haar vorderingen ten grondslag gelegde schending van zorgplichten geen verdere beoordeling meer.