14 nov 2024
Uitspraak ingezonden door Jan van Vegchel, FD Mediagroep.
Voorafgaand publicatieverbod over Iraanse olie-industrie afgewezen
Vzr. Rb. Amsterdam 14 november 2024, IEF 22442; C/13/759349 (ILFT tegen BNR). Deze zaak gaat over een artikel van BNR Nieuwsradio over een in Nederland gevestigd advocatenkantoor. In het artikel wordt beweerd dat dit kantoor jarenlang de Iraanse olie-industrie zou hebben geholpen Amerikaanse sancties te ontwijken. De partijen in dit kort geding zijn International Law Firm Taheri (hierna: ILFT) en eiser 1 tegen Business Nieuws Holding (hierna: BNR). De journalist die het stuk schreef, maakte zich bekend aan eiser 1. Hij vroeg hierbij om een reactie op de aannames in het artikel. Eiser 1 reageerde door kortweg te stellen dat ILFT op geen enkele manier sanctieregels heeft vermeden of overtreden en dat het stuk schade aan het kantoor zal toebrengen. BNR heeft toegezegd het artikel, zodra het af was, aan ILFT voor te leggen om hen gelegenheid tot weerwoord te geven. Een dag later liet BNR weten dat het artikel nog niet af was, maar dat zij geen reden zagen om de publicatie uit te stellen. In dit kort geding vordert ILFT dat BNR wordt geboden om niet tot publicatie over te gaan, dan wel het artikel zodanig aan te passen dat de inhoud niet naar ILFT herleidbaar is.
Dit kort geding draait om een afweging tussen de vrijheid van meningsuiting enerzijds en de bescherming van eer en goede naam anderzijds. ILFT vordert primair een publicatieverbod vooraf, wat alleen in uitzonderlijke omstandigheden wordt toegewezen wanneer dit noodzakelijk is voor effectieve rechtsbescherming. Ten tijde van het vonnis is dat in deze zaak nog niet duidelijk. Uit de inhoud van de heen-en-weergaande e-mails kan deels worden afgeleid waar het artikel over gaat. ILFT meent dat dit al voldoende de onrechtmatigheid van de inhoud duidelijk maakt, maar de voorzieningenrechter gaat hierin niet mee. ILFT heeft niet voldoende aannemelijk gemaakt dat BNR in de bedoelde publicatie beschuldigingen doet die niet op feiten gebaseerd zijn. BNR heeft aangetoond voldoende bronnen te hebben gebruikt, minimaal drie deskundigen te hebben geraadpleegd en onderzoek te hebben laten doen in Suriname. Ook de andere standpunten van ILFT, zoals dat zij slechts als juridisch adviseur optreden en dat publicatie veiligheidsrisico’s zou opleveren, vangen bot. Alles overziend kan niet worden aangenomen dat de voorgenomen publicatie onrechtmatig is. De vorderingen worden afgewezen en het artikel is inmiddels gepubliceerd.
4.9. ILFT c.s. hebben nier aannenlelijk gemaakt dat BNR in de beoogde publicatie beschuldigingen zal uiten of andere mededelingen zal doen die geen steun vinden in het thans beschikbare feitenmateriaal of niet na zorgvuldig onderzoek tot stand zijn gekomen. BNR heeft voldoende inzichtelijk gemaakt dat dat rvel het geval is. Zij heeft er in dat verband melding van gemaakt tientallen bronnen te hebben geraadpleegd. zorvel schriftelijk als mondeling, onder andere van het Amerikaanse State Department. minimaal drie deskundigen te hebben gesproken en onderzoek te hebben laten doen in Suriname. Een deel van haar informatie. bijvoorbeeld dat (tenminste) één van de betrokken bedrijven gevestigd is op het kantooradres van een Surinaamse vestiging van ILFT. en dat NIoc een klant is van ILFT. is bovendien gebaseerd op openbare bronnen die. zoals ILFT c.s. zerf,erkent. makkelijk toegankelijk zijn.