Voorbereidende handelingen
Als randvermelding. Mededingingsrecht. Non-Concurrentiebeding. Handelsnaam inschrijven bij KvK: schending non-concurrentiebeding? Voorbereidende handelingen, zoals oprichten onderneming en inschrijven bij de Kamer van Koophandel, leveren (nog) geen concurrentie op. Afwijzing vorderingen
Verweer 3.3 [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] stellen dat de vorderingen van Fornix en Laprolan primair niet kunnen worden toegewezen omdat het non-concurrentiebeding, zoals overeengekomen in artikel 12.2 van de koopovereenkomst, nietig is op grond van artikel 6 van de Mededingingswet respectievelijk artikel 101 van het Verdrag betreffende de Werking van de EU. Voor zover het beding wel geldig zou zijn, dan heeft subsidiair te gelden dat het beding niet is geschonden omdat met het enkel oprichten van M4Y in november 2009 geen concurrerende activiteiten werden verricht. Voor zover een vordering zou worden toegewezen wordt de kantonrechter verzocht de boetes te matigen tot nihil, dan wel tot een bedrag in goede justitie vast te stellen. Voorts wordt de kantonrechter verzocht Fornix en Laprolan te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder de nakosten.
4.3 (...) De kantonrechter is echter van oordeel dat deze gedragingen niet in strijd zijn met artikel 12.2 van de koopovereenkomst. Dit artikel verbiedt namelijk de betrokkenheid bij activiteiten die vergelijkbaar of concurrerend zijn met de activiteiten of producten van Laprolan en de genoemde gedragingen vallen hier niet onder. Van concurrentie is eerst sprake indien afnemers van urineopvangzakken van Laprolan die ook kunnen afnemen van M4Y. Niet gebleken is dat M4Y tijdens de in geding zijnde periode heeft gehandeld met (potentiële) klanten van Laprolan. Het enkel oprichten van een onderneming en inschrijven bij de Kamer van Koophandel maakt niet dat de onderneming actief is met de verkoop en levering van urinezakken. Het zijn enkel voorbereidende handelingen. Dat geldt ook voor het zorg dragen voor de inschrijving in het zogenaamde Z-register. Het gestelde veelvuldige onderlinge telefooncontact tussen [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [X] kan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet worden gezien als handelingen in strijd met artikel 12.2 van de koopovereenkomst. Voor zover Fornix en Laprolan hebben willen betogen dat [X] al vóór 4 januari 2010 voor M4Y werkzaamheden heeft verricht die gericht waren op de verkoop en levering van urinezakken, overweegt de kantonrechter dat deze stelling slechts gebaseerd is op veronderstellingen en daarmee niet dan wel onvoldoende feitelijk onderbouwd is.
Lees de uitspraak hier (link / pdf)