Voorzover de vorderingen een grensoverschrijdend karakter hebben
Rechtbank ’s-Gravenhage, 24 maart 2010, HA ZA 09-2869, Vacu Products B.V. tegen WMF Wurtembergische Metallwarenfabrik AG
Octrooirecht. Slaafse nabootsing. Bevoegdheidsincident. EP ananassnijder. De rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van de vorderingen van Vacu Products voor zover zij zien op octrooi-inbreuk en overige onrechtmatige handelingen van WMF buiten Nederland en op vergoeding van de daardoor geleden schade.
4.1. Artikel 2 lid 1 EEX-Vo1 wijst gezien de woonplaats van WMF in beginsel de Duitse rechter aan als bevoegde rechter. Voor zover de vorderingen zien op octrooi-inbreuk en overige onrechtmatige handelingen van WMF in Nederland en op vergoeding van de daardoor geleden schade is, hetgeen WMF ook niet bestrijdt, de Nederlandse rechter bevoegd op grond van artikel 5 lid 3 EEX-Vo en (nu WMF de geldigheid van het ingeroepen octrooi bestrijdt) artikel 22 lid 4 EEX-Vo. Voor zover de vorderingen zien op octrooi-inbreuk en overige onrechtmatige handelingen en op vergoeding van de daardoor geleden schade buiten Nederland geldt evenwel de hoofdregel van artikel 2 lid 1 EEX-Vo omdat bevoegdheid van deze rechtbank niet op enige bepaling van de EEX-Vo kan worden gegrond en WMF de onbevoegdheid inroept. Voorzover de vorderingen van Vacu Products een grensoverschrijdend karakter hebben, zal de rechtbank zich derhalve onbevoegd verklaren.
Lees het vonnis hier.