Gepubliceerd op dinsdag 14 februari 2023
IEF 21230
Rechtbank Den Haag ||
8 feb 2023
Rechtbank Den Haag 8 feb 2023, IEF 21230; ecli:NL:RBDHA:2023:1334 (Sunconfex tegen HSD), https://delex.nl/artikelen/vordering-van-sunconfex-afgewezen-hsd-maakt-geen-inbreuk-op-octrooi-voor-montagestrips

Vordering van Sunconfex afgewezen: HSD maakt geen inbreuk op octrooi voor montagestrips

Rechtbank Den Haag 08 februari 2023, IEF 21230; ECLI:NL:RBDHA:2023:1334 (Sunconfex tegen HSD) In deze zaak wordt beoordeeld of HSD inbreuk maakt op een octrooi van Sunconfex met betrekking tot montagestrips voor zonweringsystemen. De rechtbank oordeelt dat de montagestrip van HSD niet voldoet aan een deelkenmerk van het octrooi en daarom niet onder de beschermingsomvang valt. Partijen zijn het erover eens dat de in deze zaak relevante gemiddelde vakpersoon een werktuigbouwkundig ingenieur is, met enige kennis van materialen en ervaring met montagestrips voor zonweringsystemen. De rechtbank zal bij de beoordeling van de vraag hoe deelkenmerk 1.2. moet worden uitgelegd, dan ook van deze vakpersoon uitgaan. De rechtbank oordeelde dat de montagestrip van HSD niet voldeed aan een belangrijk kenmerk van het octrooi, namelijk dat de elastische klemmen tegelijkertijd door een smalle sleuf moesten kunnen worden gevoerd. Daarom was er geen sprake van inbreuk op het octrooi en werden de vorderingen van Sunconfex afgewezen. De reconventionele vordering van HSD werd niet beoordeeld omdat er geen sprake was van een inbreuk. 

4.7. Sunconfex stelt dat de HSD-Montagestrip beantwoordt aan kenmerk 1.2 omdat de benen van de HSD-Montagestrip door de sleuf gevoerd kunnen worden als ze samengedrukt worden, waarna ze door ontspanning de verbinding met de rolbuis bewerkstelligen. Ten aanzien van kenmerk 1.2 bestrijdt HSD dat haar montagestrip beschikt over elastisch samendrukbare klemmiddelen. Zij stelt dat deze beschikt over haken, die star zijn en niet vervormen tijdens de koppeling. Vast staat dat bij het bevestigen van de HSD-Montagestrip eerst één van de benen (het op de foto in 2.7 weergegeven onderste, grootste been) in de sleuf wordt gebracht en om één zijde van de sleuf wordt gehaakt, zonder dat daarbij elastische samendrukking plaatsvindt. Dit volgt ook uit de door Sunconfex overgelegde handleiding bij de HSD-Montagestrip (zie hiervoor onder 2.8). Vervolgens wordt het andere, kleinere, been in de sleuf gebracht. Partijen verschillen van mening over de vraag of en waar er hierbij elastische samendrukking plaatsvindt. Volgens Sunconfex blijkt uit tests die door een Belgische deurwaarder zijn uitgevoerd, dat de benen van de HSD-Montagestrip daarbij elastisch samengedrukt worden. De rechtbank stelt vast dat op de videobeelden van de tests door de Belgische deurwaarder, niet te zien is of en hoe de twee benen van de HSD-Montagestrip elastisch vervormen om door de sleuf van de rolbuis te worden gedrukt.

4.8. Tussen partijen is niet in geschil, en ook de rechtbank heeft ter zitting bij de voorgelegde rolbuissecties en stukken montagestrip kunnen constateren, dat bij het verbinden van de HSD-Montagestrip met de rolbuis de benen van de HSD-Montagestrip niet tegelijkertijd door radiale druk van buiten de rolbuis in de sleuf van de rolbuis kunnen worden gevoerd. Partijen zijn het niet eens over de vraag of hiermee aan deelkenmerk 1.2 is voldaan, omdat zij ieder een andere uitleg aan dat deelkenmerk geven. Sunconfex stelt zich op het standpunt dat aan deelkenmerk 1.2 is voldaan zolang de benen elastisch samendrukbaar zijn, en dat kenmerk 1.2 niet vereist dat de benen gelijktijdig doorgevoerd worden in de sleuf in de rolbuis. Volgens HSD dient deelkenmerk 1.2 wel met die beperking te worden uitgelegd. Dit betekent dat het aankomt op uitleg van deelkenmerk 1.2 van het Octrooi.

4.11. In overeenstemming met deze uitlegregel heeft de Hoge Raad de in zijn eerdere uitspraken gebezigde formuleringen, “hetgeen voor de uitvinding waarvan de bescherming wordt ingeroepen, wezenlijk is”, onderscheidenlijk “de achter de woorden van die conclusies liggende uitvindingsgedachte”, bestempeld als gezichtspunt, tegenover de letterlijke tekst van de conclusies (de “uitersten” in de woorden van het Protocol)5 . Daarbij dient het achterhalen van de achter de woorden van de conclusies liggende uitvindingsgedachte ertoe een uitsluitend op de letterlijke betekenis van de bewoordingen gegronde en daarom voor een redelijke bescherming van de octrooihouder wellicht te beperkte of onnodig ruime uitleg te vermijden 6. De beschrijving en de tekeningen vormen in dat kader een belangrijke bron. Van de beschrijving maakt onderdeel uit een weergave van de stand van de techniek die de aanvrager als nuttig beschouwt voor het begrijpen van de uitvinding. Ook niet in de beschrijving genoemde stand van de techniek kan van belang zijn. Bij de uitleg van een octrooi is immers leidend het perspectief van de gemiddelde vakpersoon met zijn kennis van de stand van de techniek 7.

4.14. In het algemene deel van de beschrijving leest de vakpersoon ten aanzien van de elastisch samendrukbare klemmiddelen in paragraaf [0035] letterlijk dezelfde bewoordingen als deelkenmerk 1.2 van conclusie 1. Paragraaf [0036] beschrijft ten aanzien van de klemmiddelen dat deze een zogenoemde snap-in verbinding vormen, te weten een snap in -verbinding met bijzondere eigenschappen “ as will be explained below ”. In de paragrafen [0037] tot en met [0040] wordt vervolgens het voordeel dat wordt behaald met elastisch samendrukbare klemmiddelen beschreven, te weten - kort gezegd - een betrouwbare, eenvoudige en efficiënte wijze van aanbrengen en verwijderen van de doekhouder. Paragraaf [0042] beschrijft dat bij voorkeur de in deelkenmerk 1.2 omschreven elastic release ervoor zorgt dat de klemmiddelen klemmen tegen tenminste delen van de binnenzijde van de kanaalvormige sleuf in de buismantel.

4.24. Alle concrete informatie die de vakpersoon in de beschrijving ten aanzien van deelkenmerk 1.2 leest, bevestigt dan ook dat dit kenmerk zo moet worden uitgelegd dat de elastisch samendrukbare klemmiddelen een zodanige vorm en samendrukbaarheid moeten hebben dat ze tegelijkertijd door de sleuf kunnen worden gevoerd. Dit is bij de HSD-Montagestrip niet het geval. Sunconfex heeft ook niet gesteld dat bij de HSD-Montagestrip sprake is van een aan dit deelkenmerk equivalente maatregel.

4.25. De HSD-montagestrip voldoet daarmee niet aan deelkenmerk 1.2 van onafhankelijke conclusie 1. Daarmee kan in het midden blijven of de montagestrip voldoet aan de overige kenmerken van conclusie 1.