Vreter & Opnemer
Rechtbank Utrecht, 3 januari 2007, LJN: AZ5424. Perfecta Chemie B.V. h.o.d.n. Bison International tegen Henkel Nederland B.V.
Kort geding over gestelde merkinbreuk, kleurcombinaties en misleidende of ongeoorloofde vergelijkende reclame. 40% proceskostenveroordeling.
Bison is houder van het woordmerk VOCHTVRETER en een beeldmerk dat bestaat uit de wikkelverpakking van het product (afbeelding). Henkel brengt onder het merk Rubson de VOCHTOPNEMER op de markt, die vanaf 2006 ook in een kartonnen wikkelverpakking wordt verkocht.
In het kader van de vraag of sprake overeenstemmende tekens in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub b en c BVIE wordt door Bison als overeenkomend bestanddeel gewezen op de kleurcombinatie blauw en wit. De voorzieningenrechter wijst erop dat er vele waren en diensten bestaan waarvoor geldt dat in ieder geval bepaalde kleuren of een deel van het kleurenspectrum niet als merkteken gepercipieerd zullen worden, omdat die waren doorgaans in die kleuren op de markt worden gebracht. Henkel heeft slechts gebruik gemaakt van een gangbare combinatie voor huishoudelijke en hygiënische artikelen, namelijk blauw en wit.
Voor het overige oordeelt de Voorzieningenrechter dat onvoldoende overeenstemming is om van merkinbreuk te spreken. De verschillen zijn meer bepalend dan de overeenkomsten, en er is geen verwarring bij het publiek te duchten.
Ook heeft Bison bezwaren geuit tegen een reclamespotje van Henkel dat betrekking heeft op montagekit. Aangezien in dit spotje op geen enkele wijze wordt verwezen naar Bison, kan niet worden ingezien waarom deze als vergelijkende reclame onrechtmatig zou zijn. Ook is geen sprake van misleidende reclame. Naast het feit dat de consument zich van enige overdrijving wel bewust zal zijn, zal de consument de reclame uiting ook wel enigszins sceptisch of met humor beoordelen.
Hierbij houdt het nog niet op. Bison maakt verder bezwaar tegen de tekst op de verpakking van de secondelijm van Henkel. Hierop staat onder meer “the strongest ever”, “vijftig procent krachtiger dan voorheen” en “weerstaat mechanische trekkracht tot 270 kg/cm2”. Henkel heeft ter staving van deze claims een testrapport overgelegd. Bison slaagt er niet in om Henkel’s beweringen voldoende te betwisten. Deze claims zijn dan ook niet onjuist of misleidend. Ten aanzien van de superioriteitsclaim “the strongest ever” voegt de Voorzieningenrechter nog toe dat bovendien moet worden bedacht dat het gebruik van dergelijke superlatieven in de reclame zodanig is uitgehold, dat het publiek niet snel meer geneigd is deze mededeling als een superioriteitsclaim op te vatten.
Als laatste buigt de Voorzieningenrechter zich over proceskostenvordering. Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen het merkengeschil en de vergelijkende / misleidende reclame vorderingen. Aangezien het door Henkel overgelegde kostenoverzicht hier geen onderscheid in maakt, gaat de Rechtbank met Bison mee in het betoog dat ongeveer 40 % van de kosten in deze procedure betrekking heeft op het merkengeschil. De Voorzieningenrechter beschouwt een bedrag van 20.000 EUR door Henkel als voldoende onderbouwd en veroordeelt Bison in de kosten van het geschil, begroot op 21.064 EUR.
Lees het vonnis hier.