Wijziging is niet te wijzigen
Hof 's-Gravenhage 1 september 2005, Spirits International N.V. – Benelux-Merkenbureau/FKP Sojuzplodoimport
Spirits International heeft tussen 1999/2000 tot juli 2003 als houdster van een aantal Internationale registraties ingeschreven gestaan. Vanaf juli 2003 staan deze op naam van FKP, als gevolg van een aantekening van overdracht. Op één na heeft geen van de merken gelding in de Benelux.
Spirits is van mening dat het verzoek tot aantekening van de overdracht door het Russische Merkenbureau aan WIPO ten onrechte is gedaan en verzoekt het Hof het BMB te gebieden een verzoek bij WIPO in te dienen tot wijziging van naam en adres van de houder, zodat Spirits weer als houdster in het Internationale register komt te staan. Het Hof ziet reden noch grond de vorderingen van Spirits toe te wijzen.
“11. Voorts mag het aanbrengen van een wijziging in een inschrijving in het Benelux-register en het daarvan verwittigen van het Internationaal Bureau op grond van artikel 17A lid 1 BMW uitsluitend geschieden op verzoek van de houder, op grond van kennisgevingen van het Internationaal Bureau of krachtens rechterlijke beslissingen.
Nog daargelaten dat niet valt in te zien hoe sprake kan zijn van (een verzoek tot) het aanbrengen van een wijziging in inschrijvingen in het Benelux-register ten aanzien van de merken die niet eens zijn ingeschreven in het Benelux-register, is niet gesteld of gebleken dat sprake is van een verzoek van de houder FKP, een kennisgeving van het Internationaal Bureau of een rechterlijke beslissing tot wijziging van de inschrijving.
13. De stelling van Spirits dat het BMB in strijd met de maatschappelijk betamende zorgvuldigheid handelt door de door Spirits gewenste verzoeken niet aan het Internationale Bureau te doen, kan het hof niet volgen. Spirits verzoekt het BMB een opgave als hierboven bedoeld te doen om een vermeend onjuist handelen van Rospatent (red. het Russische Merkenbureau) te herstellen. Het BMB is daartoe niet gehouden en overigens, mede gelet op haar (beperkte) controleverplichting en de lijdelijkheid van het Internationaal Bureau ook niet bevoegd.”