Wijziging van het Uitvoeringsreglement bij het Europees Octrooiverdrag
Besluit van de Raad van Bestuur van 14 oktober 2015 tot wijziging van regel 82 (CA/D 9/15) en regel 147 (CA/D 10/15) van het Uitvoeringsreglement bij het Europees Octrooiverdrag, Trb. 2016, nr. 2
De Raad van Bestuur van de Europese Octrooiorganisatie heeft op 14 oktober 2015 in overeenstemming met artikel 33, eerste lid, onderdeel c, van het Verdrag een Besluit (CA/D 9/15) aangenomen tot wijziging van het Uitvoeringsreglement bij het Verdrag.
De vertaling van het Besluit van 14 oktober 2015 (CA/D 9/15) tot wijziging van het Uitvoeringsreglement bij het Verdrag, luidt als volgt:Wijziging van regel 82 van het Uitvoeringsreglement bij het Europees Octrooiverdrag (CA/D 9/15)
De Raad van Bestuur van de Europese Octrooiorganisatie,
Gelet op het Europees Octrooiverdrag (hierna te noemen „EOV”) en artikel 33, eerste lid, onderdeel c, in het bijzonder,
Op voorstel van de President van het Europees Octrooibureau,
Gelet op het advies van de Commissie Octrooirecht,Besluit het volgende:
Artikel 1
Regel 82, tweede lid, van het Uitvoeringsreglement bij het EOV wordt als volgt gewijzigd:
„2.Indien een partij niet instemt met de door de oppositieafdeling medegedeelde tekst, kan het onderzoek van de oppositie worden voortgezet. In het tegengestelde geval verzoekt de oppositieafdeling na het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde termijn de houder van het Europees octrooi binnen een termijn van drie maanden de voorgeschreven taks te betalen en een vertaling van de gewijzigde conclusies in te dienen in de officiële talen van het Europees Octrooibureau die niet de procestaal zijn. Indien in mondelinge procedures besluiten ingevolge artikel 106, tweede lid, of artikel 111, tweede lid, zijn gebaseerd op stukken die niet voldoen aan Regel 49, achtste lid, wordt de houder van het octrooi uitgenodigd binnen de termijn van drie maanden de gewijzigde tekst in te dienen in een vorm die voldoet aan Regel 49, achtste lid.”.
Artikel 2De bepaling genoemd in artikel 1 van dit besluit is van toepassing op alle Europese octrooien ter zake waarvan op of na de datum van inwerkingtreding tijdens een mondelinge procedure een besluit ingevolge artikel 106, tweede lid, of artikel 111, tweede lid, van het Europees Octrooiverdrag wordt genomen.
Artikel 3De bepaling genoemd in artikel 1 van dit besluit treedt in werking op 1 mei 2016.
GEDAAN te München op 14 oktober 2015Voor de Raad van Bestuur
De Voorzitter
(w.g.) Jesper KONGSTAD
De vertaling van het Besluit van 14 oktober 2015 (CA/D 10/15) tot wijziging van het Uitvoeringsreglement bij het Verdrag, luidt als volgt:Wijziging van regel 147 van het Uitvoeringsreglement bij het Europees Octrooiverdrag (CA/D 10/15)
De Raad van Bestuur van de Europese Octrooiorganisatie,
Gelet op het Europees Octrooiverdrag (hierna te noemen „EOV”) en artikel 33, eerste lid, onderdeel c, in het bijzonder,
Op voorstel van de President van het Europees Octrooibureau,
Gelet op het advies van de Commissie Octrooirecht,Besluit het volgende:
Artikel 1
Regel 147 van het Uitvoeringsreglement bij het EOV wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste tot en met het derde lid worden vervangen door het volgende eerste tot en met derde lid:
„1.Van alle Europese octrooiaanvragen en octrooien worden door het Europees Octrooibureau dossiers in elektronische vorm aangelegd, bijgehouden en bewaard.
2.De President van het Europees Octrooibureau stelt alle noodzakelijke technische en administratieve maatregelen vast die betrekking hebben op het beheer van elektronische dossiers overeenkomstig het eerste lid.
3.In een elektronisch dossier opgenomen stukken worden aangemerkt als originelen. De oorspronkelijke versie op papier van deze stukken wordt pas na het verstrijken van ten minste vijf jaar vernietigd. Deze bewaartermijn gaat in aan het einde van het jaar waarin het stuk werd opgenomen in het elektronische dossier.”.
Artikel 21.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2016.
2.De bepalingen genoemd in artikel 1 van dit besluit zijn van toepassing op alle Europese octrooiaanvragen en octrooien met dien verstande dat de bewaartermijn van 5 jaar vervat in voorschrift 147, derde lid, van het EOV niet eindigt vóór 31 december 2018, ongeacht de datum waarop het stuk werd opgenomen in het elektronische dossier.
GEDAAN te München op 14 oktober 2015Voor de Raad van Bestuur
De Voorzitter
(w.g.) Jesper KONGSTAD