Gepubliceerd op dinsdag 8 november 2022
IEF 21072
Rechtbank Oost-Brabant ||
27 okt 2022
Rechtbank Oost-Brabant 27 okt 2022, IEF 21072; (Wago tegen Attema), https://delex.nl/artikelen/winstalleren-maakt-inbreuk-op-merk-winsta

Uitspraak ingezonden door Gregor Vos en Carlijn van der Berg, Brinkhof.

WINSTALLEREN maakt inbreuk op merk WINSTA

Vzr. Rb. Oost-Brabant 27 oktober 2022, IEF 21072; C/01/386204 / KG ZA 22-499 (Wago tegen Attema) Wago en Attema houden zich beide bezig met het ontwikkelen, produceren en verhandelen van elektrische installatieproducten. Wago ontwikkelt, produceert en verhandelt onder meer producten voor stekerbaar installeren en heeft hiertoe het merk WINSTA op 27 september 2013 als Uniemerk ingeschreven. Op 24 maart 2014 sluiten Wago en Attema een samenwerkingsovereenkomst, deze samenwerking werd naar de buitenwereld aangeboden onder de naam WINSTALLEREN. Op 12 augustus 2015 heeft Attema op haar naam de domeinnaam winstalleren.nl geregistreerd, op 17 december 2015 heeft zij het merk WINSTALLEREN gedeponeerd bij het Benelux merkenregister en op 12 juni 2018 heeft zij de merken WINSTALLIEREN en WINSTALLATION als Uniewoordmerk gedeponeerd. Wago vordert Attema te gebieden iedere inbreuk op het merk WINSTA te staken. De voorzieningenrechter wijst de vordering toe wegens verwarringsgevaar. Tevens is het voldoende aannemelijk dat Attema met gebruikmaking van het teken WINSTALLEREN voordeel haalt uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van het Uniemerk WINSTA. Wago's vordering die ziet op de auteursrechten op een stilistisch weergegeven installatieschema, wordt afgewezen.

4.9. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter stemt het teken WINSTALLEREN in relevante mate overeen met het Uniemerk WINSTA. Het woordmerk WINSTA is in zijn geheel opgenomen in het teken WINSTALLEREN, het heeft daarin dezelfde auditieve klank, terwijl het teken - net zoals in het daadwerkelijke gebruik van
het Uniemerk - geheel met hoofdietters wordt geschreven. Wago heeft bovendien aan de hand van de door haar overgelegde e-mailcorrespondentie voldoende aannemelijk gemaakt dat het teken een bewust door partijen gekozen samenvoeging is van het uniemerk WINSTA en het woord “installeren” en dat partijen in het kader van hun samenwerking met het teken WINSTALLEREN een directe link hebben willen leggen naar het uniemerk WINSTA. Dit sluit ook aan bij de tekst van de overeenkomst van 24 maart 2014 waarin partijen het doel van de samenwerking als volgt vastleggen:

4.11. Gelet op de wezenlijke mate van overeenstemming tussen het teken WINSTALLEREN en het Uniemerk WINSTA en het onweersproken gestelde feit dat het teken wordt gebruikt voor dezelfde waren, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat door het gebruik van het teken WINSTALLEREN bij het relevante publiek verwarring kan ontstaan. Er kan direct verwarringsgevaar optreden omdat het relevante publiek’2 meent dat de aangeboden producten onder het teken WINSTALLEREN afkomstig zijn van Wago. De verwarring kan echter ook indirect ontstaan doordat het relevante publiek op grond van het gebruikte teken meent dat de gebruiker van het teken, Attema, op de een of andere manier, vanwege een economische band iets te maken heeft met de onder het Uniemerk aangeboden producten. Zelfs onder publiek dat bekend is met de
verschillende ondernemingen van partijen zal vanwege het huidige gebruik door Attema van het teken WINSTALLEREN op zijn minst de gedachte kunnen postvatten dat deze ondernemingen economisch verbonden zijn. De omstandigheid dat liet woord WINSTALLEREN daarnaast commercieel aantrekkelijke associaties oproept met ‘winst’ (in de zin van voordeel, profijt) en uit dien hoofde vanuit promotioneel oogpunt mogelijkheden biedt (die kennelijk, zo begrijpt de voorzieningenrechter de stellingen van Attema, ook ten volle zijn benut) doet aan liet voorgaande niet af.

4.12. Voornoemd verwarringsgevaar wordt naar het oordeel van de voorzieningenrechter in aanmerkelijke mate versterkt doordat Wago en Attema tot voor kort samenwerkten onder de gezamenlijk gekozen naam WINSTALLEREN. De voorzieningenrechter gaat daarbij voorbij aan de stelling van Attema dat zij initiatiefiemer is van het WINSTALLEREN concept (waarmee zij kennelijk bedoelt te stellen dat haar daarom alle rechten tea aanzien van het gebruik van die naam toevallen). Niet is betwist dat partijen onder deze naam hebben samengewerkt in het project 100 % WINSTALLEREN en dat, zo volgt uit de door Attema zelf overgelegde stukken’3, Wago van meet af aan bij de ontwikkeling van het WINSTALLEREN concept en de naam waaronder dit in de markt werd gezet betrokken is geweest. Daarbij komt dat Attema niet heeft bestreden de stelling van Wago, zoals deze ook blijkt uit de door Wago overgelegde prod. 11, dat de website die Attema thans gebruikt voor haar producten onder de merknaam WINSTALLEREN 2.0 en de website die partijen tot voor kort in het kader van het project 100% WINSTALLEREN gebruikten vrijwel identiek zijn.

4.14. Wago heeft gesteld dat de stekerbare installatieproducten van Wago buitengewoon succesvol zijn en dat het merk WINSTA op de voor deze producten relevante (elektrotechnische installatie-)markt grote bekendheid geniet. Attema heeft ter zitting betwist’4 dat WENSTA grote bekendheid heeft in Nederland. Zij stelt dat uit de door haar overgelegde marktonderzoeken naar de naamsbekendheid van leveranciers van installaliemateriaal volgt dat Attema in Nederland de bekendste naam in het speelveld is en dat Wago of WINSTA niet worden genoemd. Aan dit verweer gaat de voorzieningenrechter voorbij. Wago heeft ter zitting immers onweersproken gesteld dat WINSTA in ieder geval in Duitsland bij het relevante publiek een grote naamsbekendheid geniet. Voor de vraag of een merk een bekend merk is in de zin van artikel 9 lid 2 sub c UMVo, is niet vereist dat het merk in de hele Europese Unie is ingeburgerd. Het is voldoende dat het merk bekend is in een aanmerkelijk gedeelte van het grondgebied van de Europese gemeenschap. Het grondgebied van de betrokken lidstaat (Duitsland) kan worden beschouwd als aanmerkelijk gedeelte van het grondgebied van de Europese gemeenschap. Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.8. is overwogen is voldoende aannemelijk dat Attema met gebruikmaking van het teken WINSTALLEREN voordeel haalt uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van het Uniemerk WINSTA.

4. 16. Ten aanzien van de door Wago gestelde inbreuk op haar toekomende auteursrechten overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Wago onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij met Attema (gezamenlijk) rechthebbende is op de auteursrechten met betrekking tot het stilistisch weergegeven installatieschema in de vorm van een huis en het via de website winstalleren.nl benaderbare Youtube promotiefilmpje. Attema heeft gemotiveerd gesteld dat zij de maker is van het stilistisch weergegeven installatieschema in de vorm van een huis. Het logo is, zo stelt Attema, in haar opdracht gemaakt door het bureau Firm te Driebergen. Attema heeft dit logo, zo blijkt uit de door Wago als prod. 7 in het geding gebrachte e rnaiIcorrespondentie, vervolgens aan Wago gepresenteerd:

Dat daarbij sprake is geweest van enige eigen creatieve inbreng van Wago is niet aannemelijk geworden. Het enkele feit dat Wago 50 % van de kosten voor het ingeschakelde bureau Firm heeft voldaan, zoals zij ter zitting heeft verklaard, is daarvoor in ieder geval onvoldoende en kan niet leiden tot de conclusie dat Wago als maker van het logo heeft te gelden. Wago heeft volgens Attema nagelaten om te onderbouwen dat zij het tekenals eerste heeft openbaar gemaakt noch geeft zij concreet aan wanneer dat dan zou zijn geweest. Tegenover de gemotiveerde betwisting door Attema van de gepretendeerde auteursrechten heeft Wago geen nadere onderbouwde stellingen aangedragen op grond waarvan voorshands voldoende aannemelijk is te achten dat Wago (mede) auteursrechthebbende is ten aanzien van de aangehaalde werken. Dat betekent dat de op dat pretense auteursrecht gebaseerde vorderingen reeds hierom dienen te stranden.