Uitspraak ingezonden door Gie van den Broek, LXA.
Chanel handhaaft merkenrecht tegen Marktplaatsreplicaverkoper
Rechtbank Den Haag 20 december 2017, IEF 17380, ECLI:NL:RBDHA:2017:15591 (Chanel tegen X). Merkenrecht. X biedt op het internet meerdere tassen aan voorzien van met Chanel-merken overeenkomstige tekens. De rechtbank stelt vast dat er sprake is van merkinbreuk in de zin van artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE en veroordeelt X staking van inbreuk. Opgaveverplichting. Schadvergoeding of winstafdracht €325,00.
Uitspraak ingezonden door Ranee van der Straaten, BANNING en Monique Hennekens.
Ook hof acht vormmerk CAPRI-SUN technisch bepaald, dus nietig
Hof Amsterdam 19 december 2017, IEF 17379; ECLI:NL:GHAMS:2017:5281 (Capri Sun tegen Riha Wesergold) Vormmerk. Slaafse nabootsing. Capri Sun brengt stazakjes (kinder)vruchtensap op de markt en is houdster van het Benelux driedimensionaal vormmerk. Het hof is met de rechtbank Amsterdam [IEF 14511] van oordeel dat alle wezenlijke elementen van het stazakje technisch bepaald zijn, zodat het vormmerk nietig is. Mede door het voorgaande faalt een beroep op slaafse nabootsing. Het betreft immers kenmerken die noodzakelijk zijn om een technische uitkomst te verkrijgen. Tevens wijst het hof op de prominent in beeld gebrachte merknaam op het zakje van Riha.
Eindvonnis: Structuurmatten geen eigen gezicht
Rechtbank Gelderland 25 oktober 2017, IEF ; ECLI:NL:RBGEL:2017:6597 (Compañero tegen DG Rubber). Slaafse nabootsing. Compañero verwijt DG Rubber slaafse nabootsing. In een tussenvonnis [IEF 16982] oordeelt de rechbank dat de matten van Compañero geen eigen gezicht hebben waardoor de gestelde nabootsing door DG Rubber niet onrechtmatig is. In dit vonnis blijft de rechtbank bij hetgeen is overwogen in het tussenvonnis.
Maker vals Facebook-profiel krijgt gelegenheid zich per antwoordakte uit te laten over bodemvonnis
Hof 's Hertogenbosch 19 december 2017, IEF 17376; IT 2446; ECLI:NL:GHSHE:2017:5752 (Eiser tegen val Facebook-profiel). Zie eerder IEF 17217. Hoger beroep. Kort geding. Schadevergoeding ivm digitale verspreiding intieme beelden en/of chatgesprekken. Appel wordt ingediend tegen vonnis voorzieningenrechter. In het kader van hoor en wederhoor wordt appellant in staat gesteld zich bij (antwoord)akte uit te laten over het door de rechtbank Limburg gewezen bodemvonnis.
Bijdrage ingezonden door Theo-Willem van Leeuwen, Abcor.
Theo-Willem van Leeuwen - Valse reviews - hoe om te gaan met fake reviews
Voor consumenten zijn reviews van groot belang. Op basis daarvan worden opdrachten geplaatst, overnachtingen of etentjes geboekt etc. Het succes van websites als booking.com, airbnb.nl en iens.nl is voor een groot deel hieraan te danken. In een wereld vol met nepnieuws, is het natuurlijk niet gek dat er ook valse reviews (fake reviews) gemaakt worden. Negatieve fake reviews kunnen zeer schadelijk zijn voor het bedrijf, maar wat is daar tegen te doen? (Dit artikel is tevens verschenen in de weekendbijlage van de HDC-kranten.)
Collectief beheer auteurs- en naburige rechten stabiliseert; 2017 overgangsjaar
CvTA Jaarrapport 2016: Collectief beheer auteurs- en naburige rechten stabiliseert; 2017 overgangsjaar, september 2017 / 20 december 2017
Vertraging in oplevering toezichtrapport 2016 Het CvTA brengt het toezichtrapport over het verslaggevingsjaar 2016 uit. Het toezichtrapport geeft de resultaten weer van het toezicht op 18 Nederlandse collectieve beheersorganisaties (CBO’s) die de rechten beheren van onder andere (muziek)auteurs, muzikanten en uitvoerend kunstenaars, acteurs, film- en beeldmakers, uitgevers en filmproducenten.
HvJ EU: Verzet tegen import van een identiek merk uit een ander land niet mogelijk indien indruk is gewekt dat dit één wereldwijd merk is
HvJ EU 20 december 2017, IEF 17369; IEFbe 2436; ECLI:EU:C:2017:990; C-291/16 (Schweppes). Uit het persbericht: Het Spaanse bedrijf Schweppes kan zich niet verzetten tegen de import van flessen tonic water dat het handelsmerk "Schweppes" draagt en van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk komt, indien het zelf de indruk heeft gewekt dat dit merk één wereldwijd handelsmerk is. Hetzelfde is van toepassing als dat bedrijf economische banden onderhoudt met de derde partij die de rechten op dat merk heeft in het Verenigd Koninkrijk.
HvJ EU: Champagne-sorbet mag zo heten als het de smaak heeft die voornamelijk aan Champagne is toe te schrijven
HvJ EU 20 december 2017, IEF 17374; IEFbe 2443; ECLI:EU:C:2017:991; C-393/16 (Champagne Sorbetijs) Beschermde Oorsprongsbenaming. Uit het persbericht: Sorbet mag worden verkocht onder de naam 'Champagne-sorbet' indien het, als een van zijn essentiële eigenschappen, de smaak heeft die voornamelijk is toe te schrijven aan Champagne. Als dat het geval is, dan trekt de productnaam niet oneigenlijk voordeel van de beschermde oorsprongsbenaming 'Champagne'. Op dit moment enkel in het Duits/Frans, vrije vertaling:
1) Artikel 118 quaterdecies moet aldus worden uitgelegd dat de strekking waarin de beschermde oorsprongsbenaming, zoals "Champagne", wordt gebruikt als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel wordt verkocht, zoals "Champagner Sorbet", die niet voldoet aan de specificaties voor deze beschermde oorsprongsbenaming, maar een ingrediënt bevat dat aan de genoemde specificaties voldoet.
2) Artikel 118 quaterdecies moet aldus worden uitgelegd dat het gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel dat niet voldoet aan de productspecificatie voor die benaming, wordt verkocht beschermde oorsprong, maar die een ingrediënt bevat dat aan de genoemde specificatie voldoet, zoals "Champagner-sorbet", een exploitatie van de reputatie van een beschermde oorsprongsbenaming, in de zin van die bepalingen, indien dat levensmiddel niet, als een essentieel kenmerk, een smaak die voornamelijk wordt gegenereerd door de aanwezigheid van dit ingrediënt in zijn samenstelling.
Niet-zuivelproduct presenteren als variatie op yoghurt of alternatief voor (kook)room wel toegestaan
Hof 's-Hertogenbosch 19 december 2017, IEF 17373; RB 3064; ECLI:NL:GHSHE:2017:5731 (Nederlandse Zuivelorganisatie/X). Reclamerecht. De Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) behartigt de belangen van zuivelproducenten. De vennootschap is een onderneming die plantaardige producten maakt die dienen als vervanging van zuivelproducten zoals melk, yoghurt en (kook)room. NZO is van oordeel dat de vennootschap de indruk wekt dat haar plantaardige producten zuivelproducten zijn en daarmee verwarring creëert bij de consument. NZO is van oordeel dat X handelt in strijd met Europese regelgeving door de indruk te wekken dat haar plantaardige producten zuivelproducten zijn. Het hof oordeelt dat de vennootschap haar producten niet onder de namen “yoghurt”, “melk” of “(kook)room” op de markt mag brengen. De vennootschap mag op de verpakkingen van haar producten of in advertenties wel vermelden dat haar desserts een variatie zijn op yoghurt of als alternatief voor (kook)room kunnen worden gebruikt. In die laatste gevallen gebruikt ze weliswaar de termen, maar die worden niet gebruikt als benaming of aanduiding voor haar producten.
Verklaring voor recht van auteursrechtinbreuk op maancakeblikken nu in onthoudingsverklaring inbreuk niet is erkend
Hof Amsterdam 27 juni 2017, IEF 17368; ECLI:NL:GHAMS:2017:2553 (Maxim's Caterers tegen Food Products). Auteursrecht op maancakeblikken. Inbreukverbod. Verklaring voor recht. In eerste aanleg [IEF 15048] zijn Maxim's vorderingen (verklaring voor recht en inbreukverbod) afgewezen wegens het ontbreken van belang, omdat er een onthoudingsverklaring is getekend. De reële dreiging dat -in de toekomst- opnieuw inbreuk op de IE-rechten van Maxim’s zal maken, heeft Maxim’s niet aannemelijk gemaakt. In de onthoudingsverklaring wordt niet de auteursinbreuk erkend, daarom heeft Maxim's voldoende belang bij een verklaring voor recht. Deze verklaring stelt Maxim's in de gelegenheid schadevergoeding en heeft daarbij een bijkomend rechtmatig belang. Reputatieschade wordt niet aannemelijk geacht, omzetschade wel. Als voorschot op de in de schadestaatprocedure nader vast te stellen schadevergoeding wordt 60% van de brutowinst toegewezen. Food Products wordt veroordeeld in de proceskosten van eerste aanleg en hoger beroep.