Gepubliceerd op maandag 19 februari 2018
IEF 17513
Rechtbank Rotterdam ||
7 feb 2018
Rechtbank Rotterdam 7 feb 2018, IEF 17513; ECLI:NL:RBROT:2018:1421 (Flippin' Burgers tegen Web&Vloed), https://delex.nl/artikelen/belang-bij-staking-handelsnaaminbreuk-flippin-burgers-vanwege-ontbreken-redelijke-termijn-instellen

Uitspraak ingezonden door Hanneke van Lith en Remco Klöters, Van Kaam advocaten.

Belang bij staking handelsnaaminbreuk Flippin' Burgers vanwege ontbreken redelijke termijn instellen van hoofdzaak

Rechtbank Rotterdam 7 februari 2018, IEF 17513; ECLI:NL:RBROT:2018:1421 (Flippin' Burgers tegen Web&Vloed) Bodemprocedure. In kort geding [IEF 16525] werd bepaald dat gedaagde handelsnaaminbreuk pleegt door foodtrucks te exploiteren op festivals en gebruik van de domeinnaam en wordt verbod opgelegd. Beeldmerkinbreuk ex 2.20 lid 1 sub a BVIE. De voorlopige voorziening verliest haar werking (1019i lid 2 Rv) door een verklaring als bedoeld in het eerste lid wanneer na tenminste 31 dagen ,waarvan ten minste 20 werkdagen, geen eis in de hoofdzaak is ingesteld. Omdat in onderhavig geval geen termijn is gesteld, zou het bevel de handelsnaam te staken haar kracht verliezen. Flippin' Burgers heeft een belang bij toewijzing. Het auteursrecht op het door Web & Vloed-logo is niet overgedragen. Toewijzing vorderingen zonder dwangsommen. Proceskosten worden gecompenseerd.

Domeinnaam
4.19. Tussen partijen staat vast dat het recht de domeinnaam te gebruiken aan X toekomt. Hoewel Y zich aanvankelijk op het standpunt heeft gesteld dat de domeinnaam al vooráfgaand aan de kort gedingprocedure aan X was overgedragen, is ter comparitie in de onderhavige procedure gebleken dat het voor de overdracht benodigde verhuistoken niet door Y aan X is verstrekt. Wat daar ook van zij, ter comparitie is eveneens gebleken dat de domeinnaamregistratie van www.flippinburgers.nl per 9 november 2017 is komen te vervallen en dat de domeinnaam vervolgens door X is geregistreerd. X heeft daarom geen belang meer bij zijn vordering als hiervoor onder
3.1 sub e) weergegeven, Evenmin is duidelijk welk belang X gelet op de huidige situatie nog heeft bij de vordering als hiervoor onder 3.1 sub d) weergegeven. Het gevorderde bevel "ieder onrechtmatig handelen" te staken is in ieder geval te vaag om voor toewijzing in aanmerking te kunnen komen. Wat betreft de vordering als onder 3.l sub f) weergegeven merkt de rechtbank op dat onder de veroordeling het gebruik van de handelsnaam te staken (zie hiervoor onder 4.14 e.v.) tevens staking door ... van het gebruik van de domeinnaam valt, nu deze naamnagenoeg overeenstemt met de handelsnaam van X Bij deze vordering heeft X dus geen afzonderlijk belang. De vorderingen zullen in zoverre dan ook worden afgewezen.

4.21. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de veroordelingen een dwangsom te
verbinden. Gesteld noch gebleken is dat er een concrete reden is om aan te nemen dat de toe te wijzen geboden niet zullen worden nageleefd.