Eerst even voor jezelf lezen
Rechtbank ’S-Gravenhage, 30 augustus 2007, KG ZA 07-871 Present Sieraden B.V. tegen Korse.
“Met het voorgaande is duidelijk dat er een serieuze niet te verwaarlozen kans bestond (en bestaat) dat het octrooi ongeldig zal blijken, hetgeen Korse had moeten weten. Dit geldt te sterker nu het slechts een registratieoctrooi betrof. (…) In zijn voornoemde brieven heeft Korse zich tevens op hem toekomende auteursrechten beroepen. (…) Present Sieraden stelt terecht dat haar SwitchClickRing en de Beadring van Korse qua totaalindruk daarvoor te zeer verschillen, in aanmerking genomen dat het uiterlijk in belangrijke mate wordt bepaald door technisch bepaalde en aldus niet auteursrechtelijk te beschermen trekken.”
Lees het vonnis hier.
BBIE, Beslissing in oppositie, 10 augustus 2007, Nº 2000103. Dantherm A/S the Kanex CTM DANTHERM tegen KAN-THERM).
“Aangezien consumenten echter niet overgaan tot een analyse van ieder detail van een merk, maar een merk eerder als een geheel beschouwen, is het Bureau van oordeel dat het in aanmerking komend publiek niet noodzakelijk de link zal leggen tussen DAN en Denemarken.”
Lees de beslissing hier.
Rechtbank Amsterdam, 17 augustus 2007, Ex parte bevel in Nike International tegen Zeeman Textiel Textielsupers B.V. (Met dank aan Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan).
“Er bestaat een aanzienlijk risico dat gerekwestreerden de Producten nog altijd actief op de
markt aanbieden. SS1 heeft bovendien bevestigd dat zij voornemens is de producten uit tc
voeren, welke export ex artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE inbreukmakend is. Indien de Producten
zouden worden uitgevoerd en worden geleverd aan een derde partij, bestaat bovendien het
risico dat de Producten wederom in de Benelux op de markt zullen worden gebracht.(…) Wanneer de Producten zouden worden uitgevoerd zal Nike ze uit liet oog verliezen zodat &t voor verzoekster tot onherstelbare schade zal leiden.”
Lees het bevel hier.
Rechtbank Breda, 29 augustus 2007, KG ZA 07-472. Inside Brands B.V. c.s. tegen Brodkorb. (Met dank aan Olaf van Haperen, Lawton)
“3.8 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft gedaagde in het verzoekschrift een volkomen onvolledig beeld gegeven van de juridische situatie door geen melding te maken van de rechtsverhouding die tussen partijen heeft bestaan en middels de vaststellingsovereenkomst op dit moment nog bestaat. Gedaagden moet hebben geweten dat hij aldus feiten en omstandigheden achterwege liet die voor de beoordeling van het verzoekschrift door de rechtbank, waarbij de wederpartij niet wordt gehoord, van zeer wezenlijke betekenis waren. Flagrant in strijd met de werkelijkheid vermeldt het verzoekschrift bovendien dat gedaagde geen toestemming heeft gegeven voor de vervaardiging van deze kledingstukken met zijn merk. Onweersproken en door bewijsmiddelen gestaafd staat vast dat gedaagde zeer nauw betrokken is geweest bij de productie van deze kledingstukken en bij de keuze van de producenten.
Bij deze opzettelijke en valselijke voorlichting van de rechtbank in het verzoekschrift past de onmiddellijke opheffing van het beslag, zelfs zonder verder debat.”
Lees het vonnis hier.