14 dec 2022
Uitspraak ingezonden door Wouter Dammers en Nick Vrugt, LAWFOX.
Inbreuk op merkenrecht en handelsnaam aangenomen
Rechtbank Den Haag, 14 december 2022, IEF 21152, IEFbe 3597; C/09/566071 / HA ZA l9-18 ECLI:NL:RBDHA:2022:13582 (Online Publisher tegen Netmedia en Sparta Solutions) Zie [IEF 18502]. Online Publisher en Netmedia verlenen diensten die het retailers mogelijk maken hun reclamefolders online onder het voetlicht te brengen. Na een samenwerking van een aantal jaren is tussen Online Publisher en Netmedia een conflict ontstaan. Volgens Online Publisher heeft Netmedia na het verbreken van de samenwerking inbreuk gemaakt op de merken van Online Publisher, op haar handelsnaam en op het auteursrecht op door haar ontwikkelde en geschreven software. De rechtbank oordeelt dat Netmedia inderdaad inbreuk heeft gemaakt op de merken van Online Publisher, te weten op het 'wepublish-merk' en het 'publish-merk'. Verder oordeelt dat Netmedia inbreuk maakt op de handelsnaam 'wepublish' van Online Publisher, die zij onder meer exploiteert in haar domeinnaam en op Twitter. Met betrekking tot de gestelde auteursrechtinbreuk op de software, oordeelt de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat Online Publisher rechthebbende op de auteursrechten is. Netmedia moet €75.000 aan dwangsommen betalen.
5.27. De mate van overeenstemming tussen het teken en het merk, het gelijk zijn van de diensten die onder het teken en het merk worden aangeboden en de jarenlange (maar thans beëindigde) samenwerking onder het merk, brengt de rechtbank tot het oordeel dat bij het in aanmerking komende publiek, als dat wordt geconfronteerd met het bewuste teken, minst genomen de gedachte zal postvatten met OP, althans een aan OP gelieerde onderneming, van doen te hebben. Door dit teken te gebruiken, heeft Netmedia dus merkinbreuk gemaakt.
5.32. Netmedia heeft niets ingebracht tegen het betoog van OP betreffende het maken van inbreuk op het publish-merk met het gebruik van de hiervoor opgesomde tekens. Merkinbreuk in deze vorm neemt de rechtbank dan ook als vaststaand aan.
5.33. ln het lichaam van de dagvaarding stelt OP dat Netmedia, door als handelsnaam 'wepublish' te gebruiken (onder andere in berichten waarmee zij Nederlandse klanten van OP heeft bendaderd en door het doen van mededelingen op het van OP gekaapte Twitteraccount), in strijd handelt met de artikelen 5 Hnw“ (strijd met oudere handelsnaam) en 5a Hnw (strijd met merkrecht van een derde). De onderdelen van de vordering die betrekking hebben op handelsnaaminbreuk zijn echter zo geformuleerd dat de rechtbank alleen verzocht wordt Netmedia handelen in de zin van artikel 5 Hnw te verbieden. De rechtbank zal de beoordeling van de gestelde handelsnaaminbreuk dan ook daartoe beperken.
5.42. De stukken die OP heeft overgelegd maken niet duidelijk welke creatieve en/of persoonlijke keuzes zijn gemaakt door medewerkers van OP en Brandcube bij de ontwikkeling van de gebruikersinterface en de broncode daarvan. Aldus kan niet worden vastgesteld dat OP rechthebbende is op de auteursrechten op die software-onderdelen en zij die rechten (daarom) kan handhaven jegens Netmedia.
5.51. OP heeft onbetwist gesteld dat - onder meer - het hiervoor in 5.13 weergegeven teken w in de periode van 31 augustus 2018 tot en met in ieder geval 27 november 2018 stond afgebeeld op één van de pagina's (/services/data) van de door Netmedia geëxploiteerde website 'www.promobutler.eu'. Dit teken betreft een van de tekens waarvan ook Netmedia stelt dat zij dat ná het kort geding vonnis niet meer mocht gebruiken. De door OP genoemde periode van gebruik van het teken beslaat 89 dagen. Wanneer er van wordt uitgegaan dat Netmedia vanaf 11 september 2018 aan het merkenrechtelijk gebod moest voldoen (zie hiervoor onder 5.49), heeft zij dit dus, wat het hier aan de orde zijnde teken betreft, gedurende 78 dagen (van 11 september 2018 tot en met 27 november 2018) niet gedaan. De conclusie moet dus zijn dat Netmedia het in het kort geding vonnis bepaalde maximum aan dwangsommen (€ 75.000,-) heeft verbeurd.