Nieuwe wetbundels voor Rechtbank Zwolle?
In een vonnis inzake een inbreuk op een handelsnaam en merkrecht van de onderneming Protect Eye door een oud-werknemer doet Rechtbank Zwolle een opmerkelijke uitspraak.
In rechtsoverweging 3.6.3 overweegt de rechtbank “dat gedaagde heeft betwist dat hij inbreuk maakt op een merkrecht van Protect Eye. Hij heeft daartoe aangevoerd dat hij zijn naam niet gebruikt in het economisch verkeer.”. Volgens de rechtbank treft dit verweer doel, aangezien “voor een succesvol beroep op artikel 13A lid 1 aanhef en onder d BMW dient vast te staan dat er sprake is van gebruik in het economisch verkeer. Volgens vaste rechtspraak is daarvan sprake wanneer het gebruik van merk of teken plaatsvindt, anders dan met een uitsluitend wetenschappelijk doel in het kader van een bedrijf, van een beroep of enige andere niet in de particuliere sfeer verrichte activiteit, waarmee economisch voordeel wordt beoogd. Zoals hiervoor reeds is overwogen, is commercieel gebruik van de site of gebruik waarbij enig economisch voordeel wordt beoogd niet aannemelijk geworden. Het beroep van Protect Eye op artikel 13A lid 1 aanhef en onder d BMW gaat derhalve alleen om deze reden al niet op.”
Deze uitspraak van 22 september 2004 is op zijn minst opmerkelijk te noemen, aangezien het begrip “in het economisch” verkeer reeds sinds 1 januari 2004 niet meer terug te vinden is in artikel 13A lid 1 sub d BMW. Zo zie je maar, nooit bezuinigen op wetteksten. (voor de volledige uitspraak zie: LJN: AS5108, Rb. Zwolle, 100304 / KG ZA 04-358)