Ook in beroep is "Fire extinguishing post" niet nieuw of inventief
Hof Den Haag 17 maart 2015, IEF 14770; ECLI:NL:GHDHA:2015:1771 (Doebros tegen Rijkswaterstaat)
Uitspraak ingezonden door Ewoud Caspers, Octrooibureau Vriesendorp & Gaade B.V. Octrooirecht. Doebros is houdster van het Europees octrooi EP 1224954 voor een "Fire extinguishing post" (bluspost). Tegen de verlening van het octrooi is door zowel Rijkswaterstaat als Ajax Chubb Varel B.V. oppositie ingesteld. De rechtbank (IEF 12930) is van oordeel dat conclusie 1 zoals verleend niet nieuw noch inventief is en vernietigt het Nederlandse deel. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep.
4.8. Het Memo bevat voor de uitvoering van de deur ter afsluiting van het publieksdeel van de bluskast geen aanvulling of wijziging ten opzichte van de Richtlijnen 1992. Dat een bluspost volgens de Richtlijnen 1992 het uitgangspunt bleef, blijkt uit het Memo onder het kopjes "Samenstelling en Indeling" (...) Dat de deur dicht is maar niet afgesloten zoals voorgeschreven door conclusie 1 zal de gemiddelde vakman op grond van zijn algemene vakkeniis zonder meer afleiden uit de gebruiksfunctie van het publieke deel van de bluspost: het aan het publiek toegang verschaffen tot blusmiddelen. Een afgesloten deur die de toegang belemmert is onverenigbaar met dat doel. Voorts zal de gemiddelde vakman dit afleiden uit het feit dat n het Memo alleen te naanzien van de deur die het niet-publieksdeel afsluit is voorgeschreven dat die (mogelijk) afgesloten moeten kunnen worden.
4.9 Uit het voorgaande volgt dat alle kenmerken van conclusie 1 van het octrooi in het Memo direct en ondubbelzinnig worden geopenbaard. De omstandigheid dat de bluspost zoals die in het Memo aan de gemiddelde vakman wordt geopenbaard niet dezelfde is als die gebruikt is voor een testopstelling (ten behoeve van onderzoek door TNO) en ook anders dan die uiteindelijke terecht is gekomen in de eisen van RWS, zoals blijkend uit de Specieke Aspecten Tunnel Ontwerp versie 2005, doet daar niet aan af. Die andere eisen zijn kennelijk het resultaat van latere ontwikkeling en/of overwegingen, doch dat laat onverlet hetgeen ruim daarvoor, in mei 1999, in het Memo is geopenbaard aan de gemiddeld vakman. De slotsom is dat conclusie 1 van het octrooi niet nieuw is in het licht van het Memo.
4.12. Voor zover zou moeten worden geoordeeld dat het Memo voor de prioriteitsdatum van het octrooi niet tot de stand van de techniek behoorde, dan geldt dat het octrooi evenmin nieuw is te achten uitgaande van de brief van 13 maart 2000 aan RWS (zie r.o. 2.9) en de daarbij gesloten tekening nr. 96.501.031 (zie r.o. 2.10), waarnaar in die brief wordt verwezen en die geacht moet worden daarin te zijn geïncorporeerd. Doebros erkent dat die brief met bijlage wel openbaar toegankelijk was en dus tot de stand van de techniek behoorde.