30 aug 2023
Uitspraak ingezonden door Maarten Russchen, Coda Advocaten.
Rechtbank onbevoegd om kennis te nemen van vorderingen buiten Nederland
Rechtbank Den Haag 30 augustus 2023, IE 21647; zaaknr. C/09/649550/HA ZA 23-558 (DJOKO/Kolter) Djoko is uitvoerend kunstenaar en heeft sinds 2019 een eigen muzieklabel, onder de naam ‘Djoko Records’. In 2021 heeft Djoko het Uniewoordmerk ‘WILLIAM DJOKO’ aangevraagd. Dit merk is geregistreerd. Kolter, eveneens uitvoerend kunstenaar, voert meerdere aliassen ten behoeve van zijn muzikale activiteiten, waaronder de namen ‘DJOKO’ en ‘Djoko’. Djoko heeft Kolter meermaals aangeschreven om te stoppen met het voeren van de naam ‘Djoko’. Kolter heeft deze verzoeken steeds afgewezen. In een vonnis uit kort geding van 2022 is Kolter veroordeeld tot het staken van inbreuk op het Uniemerk van Djoko, in de hele Europese Unie (zie IEF 21041). Kolter is hiertegen in beroep gegaan. Die procedure loopt nog. In het onderhavige incident vordert Kolter dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart voor alle vorderingen van Djoko die betrekking hebben op het handelen van Kolter buiten Nederland. Djoko vordert verwerping van deze incidentele vordering.
De rechtbank stelt dat zij niet bevoegd is om te oordelen over handelingen die buiten Nederland hebben plaatsgevonden, omdat zij op grond van de Uniemerkenverordening (hierna: de UMVo) slechts over handelingen binnen de lidstaat waar zij gelegen is mag oordelen. Dat Kolter een mogelijk filiaal in Nederland heeft doet aan dit oordeel niet af, omdat de Brussel I Bis-Verordening, waar Djoko zijn argumentatie op baseert, door de UMVo geen toepassing vindt. Voor zover Djoko inbreuk op zijn handelsnaamrechten of onrechtmatige daad aan zijn vorderingen ten grondslag heeft gelegd, stelt de rechtbank dat de bevoegdheid om over het vermeende schadebrengende feit zich tot Nederland beperkt. De rechtbank wijst de vordering van Kolter toe en verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van vorderingen tegen Kolter voor zover die niet binnen Nederland plaatsvinden.
4.2 De rechtbank volgt Djoko niet in zijn stelling dat de rechtbank bevoegd is om de door hem gevorderde verklaring voor recht dat Kolter in de gehele Unie inbreuk maakt op het Uniemerk, toe te wijzen. Volgens Djoko brengt de (eventuele) vaststelling dat Kolter in de Benelux en/of Nederland mee dat “in de Unie” inbreuk is gemaakt op het Uniernerk. zodat de verklaring voor recht Uniebreed kan worden toegewezen. Daarmee gaat Djoko er echter aan voorbij dat uit artikel 126 lid 2 UMVo volgt dat de rechtbank alleen bevoegd is om te oordelen over “handelingen of dreigende handelingen op het grondgebied van de lidstaat waar die rechtbank gelegen is.” De aard van de vordering (inbreukverbod of verklaring voor recht) is in dat kader niet relevant. Beide zijn immers vorderingen als bedoeld in art. 124 aanhef en onder a) UMVo en vallen onder het bereik van art. 125 lid 5 UMVo; alleen vorderingen bedoeld in art. 124 aanhef en onder b) UMVo zijn daarvan uitgesloten.