Toen niet (kunnen) toepassen
In navolging van IEF 1669.
Octrooirecht. Merkenrecht. Slaafse nabootsing. Stukgelopen samenwerking over gras (sport)veldonderhoudsmachines Top drain, Recycling Dresser en Field Topmaker. Bodemprocedure. Octrooi: geen nawerkbaarheidsberoep gehonoreerd, Geen opeising van octrooirecht, geen sprake van voorgebruik, inbreuk op octrooi, merkenrechtinbreuk met grensoverschrijdend verbod toegewezen, Slaafse nabootsing voor twee machines, art. 1019h Rv anticiperend toegepast gelet op de verstreken implementatietermijn (4.38)
Octrooi 1018565. Uitgebreide bespreking: wordt geldig geacht. Geen opeising door gedaagde. Geen voorgebruik omdat claim niet kon toepassen. Directe Inbreuk.
4.13. Vast staat dat in 2005 in Nantes een field topmaker is getoond voorzien van steunplaten met daarop gelijktijdig gemonteerd frees- en verticuteermessen. Dat gelijktijdige montage niet zou werken vanwege de kap, zoals GKB cs stelt, wordt gelogenstraft door de afbeelding op haar eigen site; de verticuteermessen in gemonteerde staat blijven in combinatie met de freesmessen onder de kap.Merken. "Machinenamenmerken" niet beschrijvend. Grensoverschrijdend verbod woord/beeldmerken
4.22. Niet is bestreden dat GKB cs na de beëindiging van de samenwerking gedurende zekere tijd is doorgegaan met het op de markt brengen van dezelfde machines met hantering van dezelfde merken als voorheen (woord- en woordbeeldmerken KORO en de machinenamenmerken). Nu zij bovendien geen merkinbreuk erkent en evenmin onvoorwaardelijk toezegt dat in de toekomst te zullen laten, behoudt Koro belang bij toewijzing van een merkinbreukverbod als in het dictum verwoord.
Slaafse nabootsing. Wijziging op groot aantal punten field topmaker. Wel Topdrain en recycling dresser slaafs nagebootst. 4.27. De inhoudelijke verweren tegen slaafse nabootsing van GKB cs komen erop neer dat niet Koro, maar GKB moet worden aangemerkt als degene die oorspronkelijk de drie machines heeft ontwikkeld, geproduceerd en op de markt gebracht en Koro dat niet heeft gedaan, zodat Koro ook geen schade zou hebben kunnen lijden. Dat wordt mede blijkens het vorenoverwogene verworpen; GKB produceerde in het kader van de samenwerking van partijen slechts voor Koro.
Proceskosten 4.38. Als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij in conventie en in reconventie zal GKB cs worden veroordeeld in de proceskosten. Deze procedure is aangevangen na het verstrijken van de implementatietermijn voor de Handhavingsrichtlijn (29 april 2006), maar voorafgaand aan inwerkingtreding van titel 15 van boek 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (1 mei 2007). Ter zake van de toe te kennen proceskostenveroordeling zal art. 1019h Rv anticiperend worden toegepast gelet op de verstreken implementatietermijn. De hoogte van de zijdens Koro verantwoorde kosten dienaangaande is door GKB cs niet bestreden. Nu geen verdeling over conventie en reconventie is gemaakt door Koro in haar verantwoording en deze geheel met elkaar samenhangen, zal de rechtbank deze bij helfte aan de conventie en reconventie toedelen.
Lees de uitspraak hier (pdf)