Verslag: Google Nederland en Auteursrechtbelangen op weg naar oplossingen
Uit de VOI©E-nieuwsbrief: Verslag (deel 1), een bundel, 8 presentaties, en 3 adviezen. De UNESCO dag van het auteursrecht, 23 april, werd dit jaar door Google Nederland en de Federatie Auteursrechtbelangen uitgeroepen tot de dag van het flexibel auteursrecht in Nederland. Met circa 130 genodigden van organisaties van gebruikers en rechthebbenden is besproken welke problemen gebruikers van auteursrechtelijk beschermde werken ervaren, die zouden kunnen worden opgelost met een meer flexibel (uitoefenen van) auteursrecht. Job Cohen, voorzitter van mede-organisator VOI©E sprak van een zeer geslaagde dag en een belangrijk initiatief van Google en van de Federatie Auteursrechtbelangen.
In search of flexibilities
Op 9 februari 2012 vond op initiatief van het ministerie van Veiligheid & Justitie een internationale conferentie plaats met als thema ‘Towards Flexible Copyright’? Centraal stond de studie van de professoren Hugenholtz (UvA) en Senftleben (VU): ‘Fair use in Europe. In search of flexibilities’.
Google Nederland en de Federatie Auteursrechtbelangen hebben samen in de vorm van een werkconferentie op 23 april 2013 een nationaal vervolg gegeven aan dit initiatief, waarbij de vraag centraal stond: welke problemen komen we tegen en op welke wijze kan een meer flexibel auteursrecht oplossingen bieden voor deze problemen?
Een veertigtal organisaties en instellingen (onderwijs en onderzoek, internetgebruikers, bibliotheken en erfgoedinstellingen, bedrijfsleven) is benaderd om in kaart te brengen of en waar het auteursrecht innovatie zou kunnen belemmeren.
Een team van onafhankelijke deskundigen heeft aan het eind van de conferentie geadviseerd over de onderwerpen zich lenen voor nadere uitwerking en discussie. Google Nederland en de Federatie Auteursrechtbelangen zullen binnenkort bespreken op welke wijze een vervolg aan de gevoerde discussie kan worden gegeven. Het streven is om de conclusies van de nadere uitwerking in het najaar te presenteren.
Bundel met inbreng
Er gaat gelukkig ook heel veel goed met het auteursrecht en er is ook al heel veel informatie beschikbaar, maar deze werkconferentie richtte zich op de problemen en wensen van gebruikers van auteursrechtelijk beschermd werk. Alle geleverde inbreng is samengebracht in een bundel die tijdens de werkconferentie beschikbaar is gesteld. In deze bundel staan nog geen commentaren en reacties van rechthebbenden. De Federatie Auteursrechtbelangen wil eerst luisteren naar de problemen om vervolgens samen met belanghebbenden te kijken welke oplossingen mogelijk zijn. Google Nederland wil ook graag het overleg tussen betrokken partijen entameren. Wat Google Nederland en de Federatie Auteursrechtbelangen betreft, is deze werkconferentie dan ook een eerste stap op weg naar oplossingen.
De door Google Nederland en de Federatie Auteursrechtbelangen gevormde programmacommissie heeft in overleg met de voorzitter van het onafhankelijke deskundigenpanel, Arda Gerkens, een selectie gemaakt van vier onderwerpen die als case zijn gepresenteerd tijdens de conferentie op basis van de volgende criteria:
- de focus ligt op voorbeelden van problemen die mogelijk met meer flexibiliteit in de (beperkingen op de exclusieve rechten in de) Auteurswet zouden kunnen worden opgelost;
- voorkeur voor concrete voorbeelden van nieuwe ontwikkelingen die een nieuw licht op de problematiek laten schijnen boven lopende discussies die al geruime tijd onderwerp zijn van wetgeving en overleg;
- een goede mix uit de inbreng vanuit de diverse sectoren van gebruikers (onderwijs en onderzoek, internetgebruikers, bibliotheken en erfgoedinstellingen, bedrijfsleven).
Economisch perspectief
De werkconferentie begon met twee economische visies op het thema flexibilisering van auteursrecht, vanuit het perspectief van de gebruiker (door Joost Poort, IViR) en vanuit het perspectief van de maker (door Pim van Klink, kunsteconoom en voorzitter van de Federatie Auteursrechtbelangen).
Volgens Joost Poort kan een meer flexibel auteursrecht leiden tot lagere licentiekosten en minder vraaguitval, lagere transactiekosten en minder onzekerheid. Maar het welvaartseffect is in de praktijk lastig vast te stellen. De toetssteen moet zijn: hoe verhoudt dit zich tot de prikkels voor de creatie en exploitatie van toekomstige werken, gevonden geld of redelijke verwachting? (Hier de presentatie van Joost Poort.)
Volgens Pim van Klink is in de creatieve sector sprake van zeer zware aanbodconcurrentie, gekoppeld aan zeer complexe afzetomstandigheden. Dat maakt het een extreem lastige markt voor creatieven. Het intellectuele eigendomsrecht is daarom van cruciaal belang: zonder eigendomsrecht geen exploitatiebasis! Internet heeft deze marktproblemen vergroot , daardoor is productiebescherming harder nodig. Niet het auteursrecht, maar gebrekkige verdienmodellen zijn volgens Pim van Klink een gevaar voor de democratie. Auteursrecht is geen blokkade maar een voorwaarde en stimulans voor innovatie! Zijn aanbevelingen ter zake:
- geen open norm, maar marktwerking/zelfregulering;
- versterking positie rechthebbenden op internet;
- stimulering legaal aanbod;
- marktstrategieën voor makers in samenwerking met cbo’s;
- ontwikkeling Centre for Creative Business Development;
- alliantie ‘techs’ & ‘contents’ voor gezamenlijke verdienmodellen uit welbegrepen eigenbelang.
(Hier de presentatie Pim van Klink)
Vier cases
Vervolgens werden vier cases besproken aan de hand van een presentatie van de indiener, een repliek van een rechthebbende, vragen van het onafhankelijk panel (Arda Gerkens, Antoon Quaedvlieg en Paul Rutten) en discussie met de zaal, een en ander onder kundige leiding van dagvoorzitter Erwin Blom. Aan het eind van de dag gaf het panel advies aan betrokken partijen.
Flexibele nieuwe toepassingen voor cultureel erfgoed?
Paul Keller (Kennisland) plaatste de problematiek rond het digitaliseren van cultureel ergfgoed (zie daarvoor de verzamelde inbreng in de bundel) in een nieuw licht, met een voorbeeld van gewenste user generated content om het publiek meer bij het erfgoed te betrekken, dat is tegengehouden door de rechthebbenden. In 2011 is naar aanleiding van de digitale restauratie van het overgebleven materiaal van de TV-serie Ja Zuster, Nee Zuster het plan opgevat om een competitie uit te schrijven, waarin het publiek zou worden gevraagd de verloren gegane fragmenten opnieuw in te spelen. De rechthebbenden op de muziek, de erven van componist Harry Bannink, weigerden om werken van hem voor download aan te bieden (wat voor een remix project wel noodzakelijk is). Onder de huidige Nederlandse Auteurswet was het in deze situatie niet mogelijk om dit project te realiseren. (Zie hier presentatie Paul Keller)
In haar repliek ging toneelschrijver en dramaturg Sophie Kassies in op het belang van de bescherming van de integriteit van werk en maker. (Lees hier de repliek van Sophie Kassies)
Flexibel zoeken in audiovisuele content
Nathalie van Schie houdt zich bij TNO bezig met nieuwe innovatieve diensten waarbij audiovisuele content doorzoekbaar worden gemaakt om de relevante fragmenten te kunnen gebruiken voor professioneel gebruik of commercieel gebruik (een tv-gids voor tablets). Het is moeilijk om daarvoor de rechten te regelen. (Zie hier presentatie van Nathalie van Schie).
Nadine van Herten, senior jurist RTL Nederland, gaf in haar repliek aan dat toepassingen die leiden tot het beter vinden van de programma’s van RTL geen enkel probleem is, maar als er sprake is van commercieel gebruik er gewoon zakelijke afspraken gemaakt moeten worden. Een en ander is sterk afhankelijk van het gekozen model. Nu ligt er wel een praktisch probleem bij het clearen van rechten. De producent of omroep koopt rechten in bij heel veel partijen, ook veel internationale partijen, en die rechten worden doorgaans niet voor elke vorm van gebruik verkregen. De oplossing ligt in een grotere rechtenconcentratie bij de producent, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
De waarde van foto’s
Michiel Leenaars, directeur Internet Society Nederland heeft aan de hand van de problematiek van de ‘premiejagers’ die bloggers en websites met hoge rekeningen bestoken voor het gebruik van een foto de op diverse fronten spelende kwestie van gebruik en waarde van foto’s belicht. (Zie hier de presentatie van Michiel Leenaars)
Gebruiker en rechthebbende Peter van den Doel, directeur Spaarnestad Photo, vroeg om meer begrip voor de boze fotografen. Het archief van de fotograaf vormt zijn pensioen: tegenwoordig duiken over op het internet zijn foto’s ongevraagd op en als de fotograaf daar op wil wijzen, wordt hij weggehoond.
De flexibiliteit van Epke Zonderland voor het onderwijs
Esther Hoorn, copyright librarian RUG, presenteerde de case van een door een universitair docent bewerkt filmpje van de winnende oefening van Epke Zonderland, die op last van het IOC van YouTube is verwijderd. (Zie hier presentatie Esther Hoorn)
Daarna vertelde Ron Zuijlen (adjunct-directeur Stichting VO-content) over de ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs, waarbij docenten in toenemende mate gebruik willen maken van internetbronnen ter aanvulling, maar soms ook ter vervanging van het onderwijsmateriaal dat door uitgevers is ontwikkeld. Men loopt daar tegen tal van auteursrechtelijke vragen aan. Zie ook de verzamelde inbreng in de bundel. Stichting VO-content richt zich op het aanbieden van vrij voor het onderwijs te gebruiken content onder een creative commons licentie. (Zie hier presentatie van Ron Zuijlen)
Rob Sudmeijer, manager Business Innovation & New Media Uitgeverij ThiemeMeulenhoff, gaf in zijn repliek aan dat uitgevers zich steeds minder zullen begeven in het ontwikkelen van content (daar is al zoveel van beschikbaar), de expertise van uitgevers zit in de ontwikkeling van didactiek.
De beoordeling en advies van het panel
Vanuit het auteursrecht
Antoon Quaedvlieg gaf zijn beoordeling en advies vanuit zijn auteursrecht-expertise.
Volgens Quaedvlieg is met betrekking tot flexibel auteursrecht de vraag of er een algemene juridische maatregel moet komen, een soort fair use bepaling of ad hoc oplossingen voor bepaalde gebleken probleempunten. Hijzelf heeft een sterke voorkeur voor het oplossen van werkelijke probleempunten. Naar zijn mening is er zowel voor gebruikers als voor rechthebbenden een groot risico bij een open flexibele norm, namelijk massieve rechtsonzekerheid. Ook in de Verenigde Staten is fair use met name een welkome inkomstenbron voor advocaten die de gang naar de rechter vaak als een roulette omschrijven.
Bij de Ja zuster – nee zuster case geeft Quaedvlieg een erfgoedinstelling die dit zou willen zonder toestemming van de rechthebbenden niet veel kans. Het algemeen belang bij innovatie en ontsluiting zou hier niet opwegen tegen het belang van rechthebbenden op een werk dat nog in de handel is en dat in een andere context wordt geplaatst. Hiervoor toestemming vragen is niet onredelijk en niet onoverkomelijk als het op een handige manier wordt ingeleid, bijvoorbeeld met behulp van een betrokken collectieve beheersorganisatie of belangenorganisatie.
Met betrekking tot het doorzoeken van audiovisuele content is het maatschappelijk belang groot en ziet hij ook geen probleem als het alleen gaat om het zoeken en verwijzen naar de bron. Als de content echter wordt aangeboden door een derde of via een andere website, dan ligt het in de rede daarvoor toestemming te regelen, dan betreedt men een nieuw exploitatiedomein.
Het gebruik van fotomateriaal op internet is een emotioneel knelpunt. Het grootste probleem ligt hier bij de handhaving. Door de veroordeling van de verliezer in de volledige kosten, ook in die van de advocaat van de winnaar, kan verliezen buitengewoon duur worden. Daardoor is de handhaving van auteursrechten agressiever geworden en kan de gebruiker in een chantagepositie worden gebracht.
Hier zouden betrokken partijen kunnen kijken naar de mogelijkheid om of technisch of via licentievoorwaarden iets te bedenken voor websites en blogs met beperkt bereik.
De Epke Zonderland case is volgens Quaedvlieg een schoolvoorbeeld van citaatrecht en gelijk een voorbeeld van het probleem van gedetailleerde regelgeving: het hangt altijd af van de aard en omvang van het gebruik. (Overigens bestaat de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen bij YouTube tegen een onterechte verwijdering. Zowel Tim Kuik van Brein als de juriste van Google hebben inmiddels aangeboden te helpen bij het terugplaatsen van het filmpje!)
In het onderwijs zijn er veel vragen over de grenzen van de wettelijke beperkingen, daar zouden betrokken partijen met goede voorlichting en hulpmiddelen nog goede diensten kunnen bewijzen.
Vanuit economie en innovatie
Paul Rutten (CI NEXT) gaf aan dat internet gericht is op delen en circuleren en dat iedere blokkade in feite tegennatuurlijk is, maar soms wel nodig is. Het is lastig als er nog geen normale praktijk is, dan mis je een virtuele omgeving om te experimenteren. Onzekerheid remt innovatie. Contenteigenaren worden in de praktijk vaak als laatste ingeschakeld. Dat is niet verstandig, niet eerst ontwikkelen, eerst huiswerk doen en juist samenwerking zoeken met rechthebbenden bij de start van de ontwikkelingsfase.
De erfgoed-case is lastig. Er zit al veel publiek geld in. Sterke voorkeur voor praktische regelingen. De problematiek rond zoeken in audiovisuele content zit voornamelijk in de contractensfeer. Voor onderwijsgebruik moeten duidelijke afspraken worden gemaakt.
Vanuit het maatschappelijk belang
Panelvoorzitter Arda Gerkens vindt dat ergoedinstellingen wel voorzichtig met auteursrecht moeten omgaan, dat zit vaak al in de aanpak, maar zij heeft er wel meer moeite mee als erven het gebruik kunnen tegenhouden.
Voor het zoeken in audiovisuele content is het lastig afspraken te maken, wellicht dat rechthebbenden ruimte kunnen creëren in de opstartfase.
Het handhaven van rechten met betrekking tot gebruik foto’s en in de Epke Zonderland case is een maatschappelijk probleem, slecht voor het draagvlak voor auteursrrecht. Cbo’s zouden hier een oplossing voor moeten aandragen.
Betrokken partijen moeten met elkaar de discussie aangaan over de ruimte voor onderwijsgebruik en het gebruik van internet.
Erwin Blom kon deze dag dan ook afsluiten met de conclusie dat er voor betrokken partijen nog het een en ander te doen is en deze conferentie daarvoor een mooi startpunt is geweest.
Deel 2 van het verslag verslag over de speech van Job Cohen en de discussie volgt aanstaande vrijdag.