Diversen  

IEF 10189

Wereldtentoonstelling patentkwestie

Nederlandse deelname aan de Wereldtentoonstelling Expo 2010 in Shanghai - Eindrapportage - , bijlage bij

gelinkt ©Peter Cox

kamerstukken II, 2010-2011, 26 419, nr. 47.

Ook wereldtentoonstellingen worden door het intellectuele eigendomsrecht beheerst, zo lijkt het in ieder geval uit de laatste rapportage die afgelopen week beschikbaar kwam. De Nederlandse deelname Happy Street is een eigenzinnig, ruimtelijk en origineel ontwerp van John Körmeling, maar heeft te maken gehad met een heuse 'patentkwestie'.

B3.2 Patentkwestie
Eind 2007 ontving de projectorganisatie via de Nederlandse ambassade in Beijing een claim van een persoon met de Chinese nationaliteit die beweerde dat hij het patentrecht bezat op het ontwerp van het Nederlandse paviljoen. Deze persoon eiste een financiële compensatie die door ‘vriendschappelijke onderhandelingen’ zou moeten worden vastgesteld.

De claim is in eerste instantie door de projectorganisatie doorgestuurd naar de architect omdat hij auteur van het ontwerp is. Echter de claim werd nadrukkelijk neergelegd bij de eigenaar van het paviljoen, de facto de Nederlandse overheid. Derhalve is besloten om de projectorganisatie te autoriseren een juridische procedure te starten met als doel het patent nietig te laten verklaren.

Aanvullend professioneel advies wees echter uit dat een juridische procedure jarenlang zou kunnen voortduren met alle kosten en publicitaire risico's van dien en dat de uitkomst daarvan onzeker was. Uiteindelijk is besloten om een schikking met de 'patenthouder' te treffen. Het schikkingsbedrag is uiteindelijk vastgesteld op 50.000 euro.

De eindrapportage wordt afgesloten met de woorden:

Ondanks meningsverschillen, vertragingen bij de bouw, een patentkwestie, tegenvallende sponsorinkomsten, cultuurverschillen, tijdsverschillen, regelgeving die gaandeweg bleef wijzigen, is de Nederlandse deelname met recht een succes te noemen met concreet benoembare en meetbare resultaten.
IEF 10178

Mini-enquête Volledige Proceskosten in IE

Veel gebruikers van dit platform krijgen ermee te maken: de Volledige Proceskostenveroordeling in IE-zaken (VPIE). Mr. Charlotte Vrendenbarg verzoekt u om uw inbreng, middels deze vragenlijst van 11 meerkeuzevragen

Het promotieonderzoek van mr Charlotte Vrendenbarg concentreert hierop ("De proceskostenregel in IE-zaken - Over de implementatie, toepassing en effectiviteit van artikel 14 Handhavingsrichtlijn in het Nederlands burgerlijk procesrecht.“) en wenst graag uw inbreng te verkrijgen, middels het invullen en opsturen van deze mini-enquête. Toelichting is mogelijk en wordt op prijs gesteld, maar niet nodig is als u er geen tijd voor heeft.

Ingevuld en ingescand retourneren op adres c.j.s.vrendenbarg@law.leidenuniv.nl of per fax: 071 - 5277402. Charlotte werkt aan een proefschrift over de VPIE bij prof. mr H.J. Snijders en prof. mr. D.J.G. Visser.

Toelichting Bij de invoering van artikel 1019h Rv (dat de implementatie vormt van artikel 14 Handhavingsrichtlijn) werd ervoor gevreesd dat het vooruitzicht op een veroordeling van één van de partijen in de volledige proceskosten (VPIE) tot een excessief procesrisico zou leiden. Een dergelijk risico zou de toegangsdrempel tot de rechter verhogen. Is deze vrees terecht? In hoeverre heeft de VPIE invloed op de procesbereidheid van partijen? Zijn partijen onder dreiging van de VPIE inderdaad eerder geneigd af te zien van een procedure / de zaak te schikken? En in hoeverre is daarbij de hoedanigheid, de marktpositie en/of het vermogen van de partijen van belang (rechthebbende of (vermeende) inbreukmaker, grote speler in de markt of kleine speler, rechtspersoon of natuurlijk persoon, vermogend of on-/minvermogend)? In hoeverre speelt de keuze van de wederpartij voor een ‘dure advocaat’ een rol bij de beoordeling van het procesrisico? En in welke mate wordt de beoordeling van het procesrisico beïnvloed door de billijkheidscorrectie in artikel 1019h Rv, de Indicatietarieven en de mogelijkheid van partijen afspraken te maken over de proceskosten?

Kortom: wat zijn de consequenties van de VPIE in de praktijk?

1. Ik ben: o Advocaat o Rechter o Bedrijfsjurist o Merkengemachtigde o Octrooigemachtigde o Anders, namelijk …
2. Heeft de VPIE in het algemeen invloed op het aantal IE procedures?
3. Heeft de VPIE invloed op de ‘procesbereidheid’ van rechthebbenden?
4. Heeft de VPIE invloed op de ‘procesbereidheid’ van beweerdelijke inbreukmakers?
5. Speelt met het oog op de VPIE de hoedanigheid, de (markt)positie en/of het vermogen van partijen een rol bij de beslissing al dan niet over te gaan tot een procedure?
6. Hebben de tarieven van de advocaat-wederpartij invloed op de beoordeling van het procesrisico?
7. Heeft de billijkheidscorrectie van artikel 1019h Rv invloed op de beoordeling van het procesrisico?
8. Hebben de Indicatietarieven invloed op de beoordeling van het procesrisico?
9. Heeft de mogelijkheid onderling afspraken te maken over de (hoogte van de) proceskosten invloed op de beoordeling van het procesrisico?
10. Heeft de VPIE - en de daarmee geboden transparantie van de declaraties en specificaties - invloed op de wijze van declareren?
11. Heeft u nog opmerkingen of voorbeelden uit uw praktijk met betrekking tot de (consequenties van) de VPIE of wilt u in het algemeen nog iets kwijt over de VPIE?

IEF 10114

Elektronische apparaten

In navolging van IEF 10106, de octrooi- en modellenrechtzaak van Apple tegen Samsung eerder deze week. Een opmerkelijke vakantiefoto gemaakt in Zuid-Frankrijk: maakt deze Intelligent Public Acces Defibrillator (I-PAD) inbreuk op de merkenrecht van Apple´s iPad*?

* BNL, EUR I en EUR II.

Gezien de indeling in klasses, lijkt er overlapping plaats te kunnen vinden tussen beiden elektronische apparaten. Klasse 9 elektronische communicatie apparatuur en instrumenten: Echter moet men "elektronische communicatie" niet zo intepreteren dat slechts één persoon de electriciteit opmerkt.

Klasse 28 elektronische in de hand te houden speleenheden: Dit apparaat lijkt me alles behalve bedoeld om een spelelement in zich te dragen.

Alleen de aanduiding klasse 9 opladers voor elektrische batterijen lijkt nog wel kans van slagen te hebben.

IEF 10008

Hof Leeuwarden: Auteursrechtvoorbehoud effectief voor nieuwsmedia

Persbericht NDP Nieuwsmedia in navolging van IEF 10002. NDP Nieuwsmedia is zeer verheugd over het arrest. Het Hof bevestigt dat het creatieve werk van journalisten beschermd is, wat bijdraagt aan een gezonde exploitatie door nieuwsmedia. Deze uitspraak is overigens niet alleen van belang voor dagbladuitgevers, maar ook voor uitgevers van week- en maandbladen en voor makers van nieuwsgerelateerde radio- en televisieprogramma’s. Ook zij kunnen zich nu effectief op hun auteursrechtvoorbehoud beroepen.

Lees het gehele persbericht hier (link)

IEF 10007

Goedgekeurd door...

Het GVR/Slagzinnenregister introduceert een goedkeuringssymbool voor toegelaten slagzinnen. Het Predicaat Goedgekeurd is een initiatief van de nieuwe GVR/Slagzinnencommissie. Met Adformatie is tevens de publicatie van goedgekeurde slagzinnen overeengekomen.

Daarnaast vindt de commissie de tijd rijp om het slagzinnenregister zelf van een slogan te voorzien:
GVR/Slagzinnenregister. Uw regel geregeld.

De nieuwe GVR/Slagzinnencommissie is samengesteld uit leden met uiteenlopende functies binnen het communicatievak. De commissie wordt voorgezeten door Lisette Heemskerk (directeur Mood for Magazines) en bestaat daarnaast uit Bas Kist (partner Chiever), Lennard Franken (account director DDB), Ramon Stalenhoef (partner SSSS & Orchestra) en Kim Braber (advocaat Hoogenraad & Haak advocaten).

Het GVR/Slagzinnenregister is in 1928 in het leven geroepen om (aanvullende) juridische zekerheden te bieden bij het claimen van slagzinnen. Registratie kan als bewijs dienen in een eventuele inbreukprocedure. De rechter hecht aan de registratie ook waarde. Bovendien wordt de slagzin bij registratie onderzocht op eventuele gelijkenis met reeds geregistreerde slagzinnen en werkt registratie preventief tegen mogelijke navolging.

Alleen slagzinnen die volgens het reglement voldoende origineel en onderscheidend zijn worden in het register opgenomen. Recent door de GVR/Slagzinnencommissie goedgekeurde slagzinnen zijn bijvoorbeeld:

Zitting van 29 juni 2011

SIRE
Je bent een rund als je met vuurwerk stunt.
Wie is toch die man die op zondag het vlees snijdt?
De maatschappij dat ben jij
Wat je zegt in een scheiding kan een kind voor altijd tekenen. 
We hebben soms een iets te kort lontje in ons landje.

Van Heek Medical
We serve HEROES

KWF Kankerbestrijding
Love life. Fight cancer.

Vera International Products BV
Je gezondheid altijd op zak!

Laatste spoedindiening Post NL Morgen is vandaag

IEF 9995

Intellectuele Rechten Kroniek 2010

Joris Deene, Intellectuele rechten, kroniek 2010, Nieuw Juridisch Weekblad, nr. 245, 29 juni 2011.

Met toestemming van Joris Deene, Everest Advocaten.

België. In het auteursrecht werd het bestemmingsrecht als een succesvol wapen door kunstenaars gebruik om de kunst- en expressievrijheid van derden met betrekking tot hun kunstwerken te beknotten. We onthouden ook dat zaakvoerders hun rechten op ontwikkelde software niet automatisch overdragen aan hun vennootschap. In het merkenrecht blijft het Europees Hof van Justitie in de Google Adword zaken spelen met de functies van een merk. In het octrooirecht blijkt een EU octrooi binnen hand bereik te zijn.

Inhoudsopgave 
I. Auteursrecht
  A. Originaliteit
  B. Toepasselijke regelgeving.
  C. Auteurschap
  D. Morele rechten.
  E. Vermogensrechten – bestemmingsrecht.
  F. Uitzonderingen en vergoedingsstelsels
      1. Parodie
      2. Thuiskopie vergoeding
  G. Auteurscontracten.
  H. Naburig recht van muziekproducenten.
  I. Naburig recht van uitvoerende kunstenaars.
II. Tekeningen- en modellenrecht.
III. Merkenrecht
  A. Voorwerp van merkbescherming
      1. Onderscheidend vermogen 
      2. Inburgering.
  B. Rechten van de merkhouder
      1. Gebruik in het economisch verkeer
      2. Situatie van dubbele identiteit (art. 2.20.1.a BVIE, art. 5.1.a MRL, art. 9.1.a GMV).
      3. Verwarringsgevaar (art. 2.20.1.b BVIE, art. 5.1.b MRL, art. 9.1.b GMV).
      4. Schade aan bekend merk (art. 2.20.1.c BVIE, art. 5.2 MRL, art. 9.1.C GMV) 
      5. Ander gebruik (art. 2.20.1.d BVIE, art. 5.5 MRL)
  C. Depot te kwade trouw.
  D. Vervallenverklaring wegens niet-gebruik
  E. Vrijhoudingsbehoefte.
IV. Octrooien
  A. Europese ontwikkelingen
  B. Biotechnologie.
  C. Aanvullende beschermingscertificaten (ABC)
V. Procedure en herstelmaatregelen
  A. Kort geding en prima facie geldigheid
  B. Beslag
  C. Bevoegdheid stakingsrechter.
  D. Schadevergoeding.
  E. Kwade trouw.

IEF 9923

Tijd voor de Château Lafake?

psychologytoday

Bijna vrijdagmiddagborrel-tijd

. Het einde van de werkweek nadert. De borrelnootjes worden in bakjes gedaan en de blokjes kaas worden gesneden, want het is bijna borreltijd. Een biertje of een wijntje (opvallend dat dit soort alcoholische dranken altijd als verkleinwoord worden geschreven, maar dat terzijde) mag ook niet ontbreken.

De kans is niet geheel ondenkbeeldig dat menig borrelmanger straks de kurk uit een Château Lafake trekt. Een wat? Een namaakwijn. Je leest er meer over in het artikel “Château Lafake – Fine-wine Fraud” dat werd gepubliceerd in The Economist (hier). Het naderende vrijmibo-moment leek me geschikt om wat wetenswaardigheden uit dit artikel op te sommen.

NB: Voor de advocaten: dit kun je gewoon schrijven op “lezen vakliteratuur”, het gaat immers over het door ons geliefde intellectuele eigendom.

De wetenswaardigheden:
• De namaak van wijnen begon eind jaren 70 van de vorige eeuw;
• Sommigen schatten in dat 5% van de wijn, die op veilingen of op de tweedehands markt wordt verkocht, niet is wat het etiket zegt;
• De simpelste techniek is om een Château Lafite 1982 (een van de duurste recente vintages) in een fles Lafite uit 1975 (een minder jaar) over te schenken;
• Een gebruikte truc is om een sommelier van een goed restaurant te betalen om de lege flessen van topwijnen te krijgen;
• Lege flessen van Lafite en Latour worden via eBay voor honderden euro’s verkocht;
• De winstmarges zijn groot. Goede wijnen kosten vaak honderden keren zoveel als de ‘mindere goden’;
• Er worden regelmatig procedures gevoerd over nepwijn. Onder meer door Bill Koch, een energietycoon en wijnverzamelaar (43.000 flessen);
• De hoogste prijzen worden betaald voor wijnen waarvan de herkomst zeker is. Zo werd in mei 2011 216.000 dollar betaald voor een wijn die rechtstreeks uit de kelders van Château Latour afkomstig was.

Kortom: namaak van topwijnen leidt ertoe dat de herkomstaanduiding niet meer voldoende is. Herkomstgarantie wordt vereist.

Disclaimer: do not try this at home. Dit is geen advies. Cheers!

Met dank aan Evert van Gelderen, De Gier | Stam & Advocaten

IEF 9878

Internetconsultatie verweesde werken

Internetconsultatie verweesde werken 2011

Leest u de uitkomsten van deze consultatie in ons overzichtsartikel IEF 10142. Op 24 mei 2011 heeft de Europese Commissie het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (COM (2011) 289 definitief) gepresenteerd.

Doel van de regeling
Verweesde werken zijn boeken, kranten, films, etc die auteursrechtelijk zijn beschermd maar waarvan de rechthebbende niet bekend of onvindbaar is. Aangezien voor de openbaarmaking van een auteursrechtelijk beschermd werk toestemming van de rechthebbende noodzakelijk is, kan het werk niet rechtmatig ter beschikking worden gesteld van het publiek via internet. Voornaamste doelstelling van het voorstel is het creëren van een rechtskader om de rechtmatige en grensoverschrijdende online- toegang te verzekeren tot verweesde werken uit het oogpunt van publiek belang. Gedacht kan worden aan online digitale bibliotheken of archieven van de diverse in het voorstel gespecificeerde culturele instellingen.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
Rechthebbenden op auteursrechtelijk beschermde werk
Culturele instellingen zoals bibliotheken, musea, onderwijsinstellingen, (film)archieven en publieke omroepen.
Andere belanghebbende personen en organisaties die te maken hebben met de problematiek van verweesde werken.

Verwachte effecten van de regeling
Voor de genoemde instellingen zal het mogelijk worden om verweesde werken:
a) beschikbaar te stellen in de zin van artikel 3 van de auteursrechtrichtlijn 2001/29/EG. Dit houdt in mededeling van het werk aan het publiek, per draad of draadloos, met inbegrip van beschikbaarstelling op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn.
b) te reproduceren in de zin van artikel 2 van de richtlijn 2001/29/EG met als doel de werken te digitaliseren, beschikbaar te stellen, te indexeren, catalogiseren, behouden of restaureren.
De werken mogen niet worden gebruikt om andere dan taken van publiek belang te vervullen.
Het richtlijnvoorstel biedt de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden bij nationale wet te bepalen dat ook voor andere doeleinden werken mogen worden gebruikt (via zogeheten 'extended collective licenses').

Doel van de consultatie
Het kabinet heeft het voorstel om te komen tot een oplossing voor de problematiek van verweesde werken positief ontvangen. Wij vernemen graag uw mening of de door de Commissie gekozen uitwerking naar uw mening werkbaar is. U wordt verzocht daarbij zo concreet mogelijk en met voorbeelden uw standpunt te onderbouwen. De reacties zullen worden gebruikt voor de standpuntbepaling van Nederland in de onderhandelingen over het richtlijnvoorstel.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd
U kunt reageren op ieder onderdeel van de regeling.

Publicatie reacties
Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn. Voordat reacties gepubliceerd worden, worden deze eerst gecontroleerd op beledigende of aanstootgevende uitspraken. Deze controle kan enkele dagen duren.

Internetconsultatie verweesde werken 2011 (link)
Impact assessment richtlijnvoorstel verweesde werken (link)
EC Website verweesde werken (link) met de voorgestelde tekst van de richtlijn (link)