De niet zeer uitputtende vergadering werd ditmaal niet verplaatst naar een uitstekend restaurant, maar naar een plaats in Amsterdam, die nu eens geheel andere faciliteiten bood en waar de jury intens heeft genoten. Omdat deze gelegenheid voor merkendeskundigen zeer interessant is aarzelen wij niet u in dit IT tijdvak te verwijzen naar www.coolbrands.org, waar meer te vinden is over dit nieuwe verschijnsel. Dit is geen reclame, maar nuttige informatie voor onze leden.
Bij het opstellen van het juryrapport is ook een traditie gegroeid, die ik in dit verslag nader wil beschrijven, omdat u niet de indruk krijgt dat ik als voorlezer dit allemaal zelf bedacht heb. Tegen het einde van de juryvergaderingen wordt door de aanwezige oud-presidenten mondeling commentaar gegeven, bestemd voor het juryrapport. Uit dit ratjetoe mag ik proberen iets zinnigs op te stellen wat ik vervolgens ter beoordeling voorleg aan een tweetal oud-presidenten. Door hun bijdragen groeit het rapport tot een boeiend werkstuk waarvan u de inhoud jaarlijks van mij mag vernemen.
Komen wij nu tot het belangrijkste gedeelte van dit juryrapport. Met vreugde constateert de jury dat het aantal bijdragen en de kwaliteit van vele daarvan ons de zekerheid gaf dat de Wim Mak Award 2007 zou kunnen worden uitgereikt. Ook in het rapport van dit jaar wil de jury de Redactie van het BMM Bulletin complimenteren met de uitstekende kwaliteit van de eerste drie nummers van 2007.
Allereerst vermelden wij hier het artikel van Marlous Stal-Hilders: ”Merkbescherming in China essentieel”. Zij geeft aan de lezers een uitstekend beeld van de mogelijkheden merken in China in te schrijven en komt tot de conclusie dat het breed beschermen van het merk zeer kostenefficiënt is. Een waardevolle bijdrage waar grote maar zeker ook kleine ondernemingen profijt van kunnen hebben.
Het artikel van Joseph Simone over ”Landlord Liability in China” is ook een speciale vermelding waard. Het geeft een meer positief beeld over de mogelijkheden op te treden tegen de eigenaren van buitenmarkten, die verkopers van namaakartikelen op hun markten huisvesten. Een reeks adviezen aan merkeigenaren is buitengewoon nuttig en zal tot meer resultaat kunnen leiden in de strijd tegen ”foute” eigenaren van deze markten.
Tobias Cohen Jehoram gaat in zijn bijdrage ”Het Benelux-talenregime recht(en)s ingehaald door de Richtlijn” in op het relevante artikel 2.20 (4) BVIE. Na geconstateerd te hebben dat de beschermingsomvang van dit artikel veel beperkingen kent, vermeldt hij dat het in strijd is met de Merkenrichtlijn, maar enige ruimte voor toepassing ervan zou mogelijk zijn door een richtlijn-conforme uitleg. Hierbij is het van belang dat het Beneluxterritoir vanuit Europees merkenrechtelijk perspectief als één Lid-Staat wordt gezien en dat daarbinnen het bestaan van verschillende taalgebieden merkenrechtelijk relevante consequenties kan hebben.
Uiteindelijk zal de rechter beslissen of er sprake is van verwarringsgevaar (zie de tweede zin van het artikellid). Zijn conclusie is dat art 2.20(4) van marginale betekenis is voor de beschermingsomvang van een in een Beneluxtaal luidend merk, terwijl voor de toelaatbaarheid van merken het artikel geen doorslaggevende rol speelt, hetgeen bevestigd is in de recente uitspraak van het Benelux Gerechtshof in de zaak Europolis.
Tijdens de BMM voorjaarsbijeenkomst van 22 maart 2007 hielden Ebba Hoogenraad en Stijn Debaene een duo-presentatie over het onderwerp vergelijkende reclame. Het is zeer toe te juichen dat beide inleiders de moeite hebben genomen hun presentatie op schrift te stellen en te laten publiceren in het Bulletin. De wijze waarop beide inleiders dit hoofdstuk behandeld hebben heeft geleid tot twee publicaties die veel indruk hebben gemaakt op de jury.
Dit geldt zeker ook voor de bijdrage van Gregor Vos ”De teloorgang van de inburgering”. Op systematische wijze worden de aspecten van het hoofdstuk van de inburgering behandeld. Wij adviseren hen,die over deze materie meer willen weten het artikel grondig te herlezen. Het is een voortreffelijk, helder geschreven artikel in een weldadig los taalgebruik. De conclusie van de schrijver leidt echter bepaald niet tot vreugde uitbarstingen van merkendeskundigen.
Wellicht had dit artikel tot een award kunnen leiden, maar de concurrentie was dit jaar groot!
Zo kom ik dan nu tot de bekendmaking van de winnaar van de Wim Mak Award 2007.
Zoals al eerder opgemerkt was er tijdens de vergadering van de jury unanimiteit ten aanzien van het toekennen van de Wim Mak Award. Dit feit alleen al maakt duidelijk dat hier sprake is van een artikel van hoog niveau. In het artikel ”Het HvJ EG over merkgebruik in vergelijkende reclame” neemt de schrijver ons mee in een juridisch doorwrocht verhaal, waarvan de inhoud zeer zinvol is voor de praktijk. Een dogmatisch probleem is van vele kanten belicht in een eigen persoonlijke bijdrage die gemakkelijk leest en zeker ook geschreven is met een goed gevoel voor humor.
De jury heeft dan ook besloten de Wim Mak Award 2007 aan de schrijver van dit artikel toe te kennen en dat is Paul Reeskamp. De jury wenst hem hiermee van harte geluk.
Namens de jury,
Hans Molijn
maart 2008"