Alle rechtspraak  

IEF 22029

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, en Arnout Groen, AC&R

Disney mag overeenkomsten Buma/Stemra met andere aanbieders niet inzien

Rechtbanken 2 mei 2024, IEF 22029; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra), https://delex.nl/artikelen/disney-mag-overeenkomsten-buma-stemra-met-andere-aanbieders-niet-inzien

Rb. Amsterdam 2 mei 2024, IEF 22029, IT 4546; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney maakt op haar platform Disney+, een subscription video on demand (hierna: SVOD)-dienst, gebruik van muziek die behoort tot het door Buma/Stemra beheerde repertoire. Voor dit gebruik hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten. Disney stelt dat zij sterke indicaties heeft dat het tarief dat door Buma/Stemra wordt gehanteerd niet is gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Dit zou in strijd zijn met artikel 21 van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: Wet Toezicht), artikel 102 van het VWEU en artikel 4 van de Mededingingswet. In verband daarmee verzoekt Disney bij de rechtbank op grond van artikel 843a Rv verstrekking van, primair, de meest recente overeenkomsten die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders (waaronder Netflix en Apple) en, subsidiair, de geanonimiseerde versie van deze documenten. Uiterst subsidiair vordert Disney een door een onafhankelijk registeraccountant gecontroleerd en gewaarmerkt afschrift van informatie over de door Buma/Stemra toegepaste licentietarieven. Buma/Stemra betwist deze stellingen en betoogt dat het verzoek van Disney neerkomt op een “fishing expedition”.

IEF 22370

Aanvullende conclusie AG inzake betekenis Prokuratuur-arrest

Hoge Raad , IEF 22370; https://delex.nl/artikelen/aanvullende-conclusie-ag-inzake-betekenis-prokuratuur-arrest

HR AG 5 november 2024, IEF 22370, IT 4668; ECLI:NL:PHR:2024:1158 (Aanvullende conclusie A-G). In deze zaak geeft de advocaat-generaal (AG) een aanvullende conclusie over de cassatieprocedure in het belang der wet, naar aanleiding van eerdere rechtspraak, waaronder het Prokuratuur-arrest. De AG overweegt de prejudiciële vragen die eerder door de Hoge Raad aan het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn gesteld, in te trekken, mede gezien recente arresten van het Hof, zoals Tribunale di Bolzano en La Quadrature du Net II. Deze arresten benadrukken onder meer dat de toegang tot verkeers- en locatiegegevens strikt gereguleerd moet zijn en dat een rechterlijke machtiging nodig is bij zware inbreuken op de privacy. Er is in deze zaak sprake van cassatie in het belang der wet over het vorderen van verkeers- en locatiegegevens door de officier van justitie (OvJ) onder de Nederlandse wetgeving en de conformiteit daarvan met de EU-richtlijn 2002/58/EG over privacy in elektronische communicatie. De casus draait om de vraag of en onder welke voorwaarden de OvJ verkeers- en locatiegegevens kan verkrijgen, in het licht van Europese jurisprudentie over ernstige inbreuken op het recht op privacy.

IEF 22362

Broadcom vs. Philips: ontbinding licentieovereenkomst Clarity-software onterecht bevonden

Rechtbank Midden-Nederland 22 okt 2024, IEF 22362; ECLI:NL:RBMNE:2024:5958 (Broadcom), https://delex.nl/artikelen/broadcom-vs-philips-ontbinding-licentieovereenkomst-clarity-software-onterecht-bevonden

Rb. Midden-Nederland 22 oktober 2024, IEF 22362, IT4662; ECLI:NL:RBMNE:2024:5958 (Broadcom tegen Philips). Deze zaak betreft een kort geding tussen Broadcom en Philips. Broadcom, een softwareontwikkelaar, had een licentieovereenkomst met Philips voor het gebruik van haar Clarity-software. Broadcom ontbond deze overeenkomst buitengerechtelijk per 30 april 2024, omdat Philips volgens haar de contractuele verplichtingen niet nakwam, met name door niet tweemaal per jaar te rapporteren over het gebruik van de software en door onjuiste gebruikersaantallen door te geven. Philips betwistte de geldigheid van de ontbinding en stelde dat zij de overeenkomst niet had geschonden. De voorzieningenrechter oordeelde dat Broadcom de licentieovereenkomst niet terecht had ontbonden. De rechter vond dat de tekortkomingen van Philips, zoals het niet tweemaal per jaar rapporteren, niet ernstig genoeg waren om ontbinding te rechtvaardigen. Bovendien had Broadcom deze werkwijze gedurende de looptijd van de overeenkomst geaccepteerd.

IEF 22319

In dankbare herinnering aan Antoon Quaedvlieg. Ingezonden door Sven Klos, Allard Ringnalda en Jorn Torenbosch, Klos cs, Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing.

HvJ EU: Reciprociteitstoets uit Berner Conventie niet toepasbaar op werken van toegepaste kunst uit derde landen

HvJ EU 24 okt 2024, IEF 22319; ECLI:EU:C:2024:914 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-reciprociteitstoets-uit-berner-conventie-niet-toepasbaar-op-werken-van-toegepaste-kunst-uit-derde-landen

HvJ EU 24 oktober 2024, IEF 22319; IEFbe 3807; ECLI:EU:C:2024:914 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG). In deze zaak claimt de Zwitserse onderneming Vitra Collections AG auteursrechten op de "Dining Sidechair Wood", die oorspronkelijk ontworpen is door het Amerikaanse echtpaar Charles en Ray Eames. Kwantum Nederland BV en Kwantum België BV brachten een vergelijkbare stoel uit onder de naam "Paris", wat volgens Vitra inbreuk maakt op hun auteursrechten. Hoewel de rechtbank Den Haag aanvankelijk geen inbreuk vaststelde [zie IEF 17352], vernietigde het Haagse gerechtshof dit oordeel en gaf Vitra gelijk [zie IEF 19323]. Kwantum ging daarop in hoger beroep, met het argument dat de reciprociteitsclausule van artikel 2(7) van de Berner Conventie door het hof verkeerd was toegepast, terwijl Vitra stelde dat deze clausule niet van toepassing was. Dit leidde tot prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de vraag of lidstaten de reciprociteitsclausule uit de Berner Conventie mogen toepassen op werken van toegepaste kunst uit derde landen (zoals de VS), terwijl het Europese recht daarin niet voorziet [zie IEF 20984]. De A-G kwam tot het oordeel dat het toepassen van de reciprociteitsclausule niet toegestaan is onder het Unierecht, omdat dit de uniforme bescherming van auteursrechten binnen de EU zou verstoren en tot inconsistenties zou leiden tussen de lidstaten [zie IEF 22225]. Het Hof sluit zich hierbij aan.

IEF 22315

Auteursrechtinbreuk op muziekwerk leidt tot benoeming deskundige voor vaststelling licentievergoeding

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 sep 2024, IEF 22315; ECLI:NL:RBZWB:2024:6684 (Eisers tegen gedaagden), https://delex.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-op-muziekwerk-leidt-tot-benoeming-deskundige-voor-vaststelling-licentievergoeding

Rb. Zeeland-West-Brabant, 25 september 2024, IEF 22315; ECLI:NL:RBZWB:2024:6684 (Eiers tegen gedaagden). In deze zaak hebben [eiser 1 B.V.] en [eiser 2] een geschil met [gedaagde 1 B.V.] en [gedaagde 2]. [Eiser 2] componeert en schrijft de tekst voor [muziekwerk 1] en draagt de auteursrechten over aan [eiser 1]. [Gedaagde 1] brengt zonder toestemming een dancebewerking van '[muziekwerk 1]' uit, wat leidt tot een geschil over auteursrechtinbreuk. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde 1] inbreuk maakt op de auteursrechten van [eiser 1] en de persoonlijkheidsrechten van [eiser 2]. De rechtbank benoemt een deskundige om de redelijke licentievergoeding voor het gebruik van '[muziekwerk 1]' in 2020 vast te stellen. [Gedaagde 1] betwist de hoogte van de gevorderde schadevergoeding en stelt dat de bewerking geen waardevermindering van het originele werk veroorzaakt. De rechtbank verwerpt de vordering van [eiser 1] voor misgelopen royalty's op de fonogrammen, omdat deze onvoldoende onderbouwd is.

IEF 22279

Uitspraak ingezonden door Kitty van Boven, i-ee en Marcel de Zwaan, Bremer & De Zwaan.

Gebruik van een portretfoto bij een podcast zonder toestemming van de maker

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 okt 2024, IEF 22279; (Van Assendelft Fotografie tegen EWTN LL), https://delex.nl/artikelen/gebruik-van-een-portretfoto-bij-een-podcast-zonder-toestemming-van-de-maker

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 1 oktober 2024, IEF 22279 (Van Assendelft Fotografie tegen EWTN LL) Van Assendelft Fotografie heeft een portretfoto gemaakt die is gepubliceerd naast een interview in het Nederlands Dagblad. Van Assendelft Fotografie heeft voor dit eenmalige gebruik het Nederlands Dagblad hiervoor toestemming gegeven, is voor het gebruik van de foto betaald en is vermeld als de maker van de foto. EWTN LL heeft dezelfde portretfoto wekelijks gebruikt bij de aankondiging van haar podcast, zonder toestemming of vermelding van de maker van de foto. Daarnaast heeft EWTN LL dezelfde foto gebruikt bij publicatie van de wekelijkse podcast op YouTube, Apple Podcasts en Spotify. De portretfoto is door een derde partij aan EWTN LL gestuurd, nadat deze door EWTN LL was verzocht om een foto aan te leveren. De foto werd verstrekt zonder vermelding van de maker.

IEF 22249

Ingezonden door Thijs van Aerde (Houthoff), Kamiel Koelman (Koelman Legal) en Arnout Groen (AC&R).

Prejudiciële vragen over mededeling aan het publiek en de rol van geo-blocking

Hoge Raad 20 sep 2024, IEF 22249; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.), https://delex.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-over-mededeling-aan-het-publiek-en-de-rol-van-geo-blocking

HR 20 september 2024, IEF 22249, IEFbe 3786; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). De Anne Frank Stichting, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en Vereniging voor Onderzoek en Ontsluiting van Historische Teksten (hierna: verweerders) hebben in samenwerking een nieuwe wetenschappelijke online editie van alle manuscripten van Anne Frank uitgebracht. Het Anne Frank Fonds (hierna: het Fonds) stelt dat verweerders daarmee inbreuk maken op haar auteursrechten. Hoewel haar rechten op (delen van) de werken van Anne Frank naar buitenlands recht inmiddels zijn verlopen, maakt zij naar Nederlands recht nog steeds aanspraak op deze rechten tot 2037. Om het Fonds tegemoet te komen, maken verweerders gebruik van geo-blocking: internetgebruikers in Nederland wordt de toegang tot de website met daarop de nieuwe editie van de manuscripten geweigerd. Volgens het Fonds is dat niet genoeg, nu Nederlandse internetgebruikers de website alsnog kunnen bereiken door middel van een VPN. Het Fonds vordert in kort geding de staking van de inbreuk, maar de voorzieningenrechter gaat daar niet in mee. In hoger beroep vordert het Fonds hetzelfde, maar ook het hof wijst de vordering af. Het standpunt van het Fonds dat de nieuwe editie op een Nederlands publiek is gericht doet daar niet aan af. Het Fonds gaat in cassatie en neemt nogmaals hetzelfde standpunt in. De ‘gerichtheid’ van de website zou volgens haar niet afhangen van de wil van verweerders, maar van de feitelijke omstandigheden.

IEF 22245

Parallelimport toegestaan: Gerecht Sint Maarten houdt vast aan Diageo-rechtspraak

Antilliaanse Gerechten 28 nov 2023, IEF 22245; ECLI:NL:OGEAM:2023:98 (Hennessy c.s. tegen Penha c.s.), https://delex.nl/artikelen/parallelimport-toegestaan-gerecht-sint-maarten-houdt-vast-aan-diageo-rechtspraak

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten 28 november 2023, IEF 22245; ECLI:NL:OGEAM:2023:98 (Hennessy c.s. tegen Penha c.s.). Deze uitspraak van het Gerecht van Sint Maarten loopt parallel aan een al eerder gepubliceerde uitspraak van het Gerecht van Curaçao [IEF 21798]. Kort gezegd stellen de merkhouders van cognac, champagne en wodka (hierna: Hennessy c.s.) dat hun rechten worden geschonden door een aantal winkeliers in Sint Maarten (hierna: Penha c.s.). Penha c.s. verkoopt namelijk flessen van Hennessy c.s. waarvan de identificatienummers zijn verwijderd. Hennessy c.s. vordert dat Penha c.s. wordt veroordeeld tot het staken en gestaakt houden van inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten, in het bijzonder haar merkenrecht en auteursrecht. Ook vordert zij vernietiging van de inbreukmakende flessen en opgave van de gegevens over de inkoop en verkoop van de flessen. Tot slot vordert zij schadevergoeding. Penha c.s. voert gemotiveerd verweer, met name door te stellen dat de winkeliers de flessen rechtmatig via parallelhandel hebben verkregen. 

IEF 22230

Modeltekening voor bedieningspaneel van een kookfornuis is auteursrechtelijk beschermd, maar staat reproductie niet in de weg

Overig 8 jul 2024, IEF 22230; (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley), https://delex.nl/artikelen/modeltekening-voor-bedieningspaneel-van-een-kookfornuis-is-auteursrechtelijk-beschermd-maar-staat-reproductie-niet-in-de-weg

High Court of Justice 8 juli 2024, IEF 22230, IEFbe 3782; [2024] EWHC 1727 (IPEC) (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley). De Britse rechter doet in deze zaak uitspraak over een geschil tussen AGA Rangemaster Group Limited (hierna: AGA) enerzijds en UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley (hierna: gedaagden) anderzijds. AGA is de fabrikant en verkoper van de populaire Britse AGA-kookfornuizen. Gedaagden specialiseren zich in de installatie en verkoop van elektronische kooksystemen, onder andere met betrekking tot AGA-fornuizen. Met andere woorden, zij refurbishen AGA-fornuizen zodat die op stroom kunnen werken en zij verkopen de aangepaste modellen vervolgens door aan derden. AGA heeft in beginsel geen bezwaar tegen deze praktijk. Echter, AGA stelt dat gedaagden te ver gaan in hun bewerkingen en in hun marketing, wat beide inbreuk zou maken op haar merkrechten. Ook stelt zij dat het door gedaagden geïnstalleerde bedieningspaneel in de AGA-fornuizen inbreuk maakt op het auteursrecht dat AGA heeft op een modeltekening van een van haar eigen fornuizen. Gedaagden zijn het niet met de stellingen eens.

IEF 22225

Uitspraak ingezonden door Allard Ringnalda & Sven Klos, Klos cs.

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

HvJ EU 5 sep 2024, IEF 22225; ECLI:EU:C:2024:698 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG), https://delex.nl/artikelen/a-g-reciprociteitsclausule-berner-conventie-niet-toepasbaar-onder-unierecht

Conclusie A-G HvJ EU 5 september 2024, IEF 22225; IEFbe 3778; ECLI:EU:C:2024:698 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG). Vitra Collections AG, een Zwitsers bedrijf dat designmeubelen produceert, claimt auteursrechten op de "Dining Sidechair Wood" (DSW), een stoel ontworpen door het Amerikaanse echtpaar Charles en Ray Eames. Kwantum Nederland BV en Kwantum België BV brachten een stoel op de markt onder de naam "Paris", waarvan Vitra stelt dat deze inbreuk maakt op hun auteursrechten. De rechtbank in Den Haag oordeelde aanvankelijk dat er geen inbreuk was [zie IEF 17352], maar het gerechtshof Den Haag vernietigde dit vonnis en oordeelde dat Kwantum wel inbreuk maakte op de auteursrechten van Vitra [zie IEF 19323]. Kwantum stelde in hoger beroep dat de reciprociteitsclausule van artikel 2 lid 7 van de Berner Conventie verkeerd was toegepast door het gerechtshof Den Haag. Vitra stelde daarentegen dat deze clausule helemaal niet van toepassing is. De Hoge Raad der Nederlanden legde prejudiciële vragen voor aan het Hof van Justitie van de EU over de toepasselijkheid van Unierecht en de reciprociteitsclausule uit de Berner Conventie [zie IEF 20984].