Alle rechtspraak  

IEF 22319

In dankbare herinnering aan Antoon Quaedvlieg. Ingezonden door Sven Klos, Allard Ringnalda en Jorn Torenbosch, Klos cs, Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing.

HvJ EU: Reciprociteitstoets uit Berner Conventie niet toepasbaar op werken van toegepaste kunst uit derde landen

HvJ EU 24 okt 2024, IEF 22319; ECLI:EU:C:2024:914 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-reciprociteitstoets-uit-berner-conventie-niet-toepasbaar-op-werken-van-toegepaste-kunst-uit-derde-landen

HvJ EU 24 oktober 2024, IEF 22319; IEFbe 3807; ECLI:EU:C:2024:914 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG). In deze zaak claimt de Zwitserse onderneming Vitra Collections AG auteursrechten op de "Dining Sidechair Wood", die oorspronkelijk ontworpen is door het Amerikaanse echtpaar Charles en Ray Eames. Kwantum Nederland BV en Kwantum België BV brachten een vergelijkbare stoel uit onder de naam "Paris", wat volgens Vitra inbreuk maakt op hun auteursrechten. Hoewel de rechtbank Den Haag aanvankelijk geen inbreuk vaststelde [zie IEF 17352], vernietigde het Haagse gerechtshof dit oordeel en gaf Vitra gelijk [zie IEF 19323]. Kwantum ging daarop in hoger beroep, met het argument dat de reciprociteitsclausule van artikel 2(7) van de Berner Conventie door het hof verkeerd was toegepast, terwijl Vitra stelde dat deze clausule niet van toepassing was. Dit leidde tot prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de vraag of lidstaten de reciprociteitsclausule uit de Berner Conventie mogen toepassen op werken van toegepaste kunst uit derde landen (zoals de VS), terwijl het Europese recht daarin niet voorziet [zie IEF 20984]. De A-G kwam tot het oordeel dat het toepassen van de reciprociteitsclausule niet toegestaan is onder het Unierecht, omdat dit de uniforme bescherming van auteursrechten binnen de EU zou verstoren en tot inconsistenties zou leiden tussen de lidstaten [zie IEF 22225]. Het Hof sluit zich hierbij aan.

IEF 22315

Auteursrechtinbreuk op muziekwerk leidt tot benoeming deskundige voor vaststelling licentievergoeding

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 29 sep 2024, IEF 22315; ECLI:NL:RBZWB:2024:6684 (Eisers tegen gedaagden), https://delex.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-op-muziekwerk-leidt-tot-benoeming-deskundige-voor-vaststelling-licentievergoeding

Rb. Zeeland-West-Brabant, 25 september 2024, IEF 22315; ECLI:NL:RBZWB:2024:6684 (Eiers tegen gedaagden). In deze zaak hebben [eiser 1 B.V.] en [eiser 2] een geschil met [gedaagde 1 B.V.] en [gedaagde 2]. [Eiser 2] componeert en schrijft de tekst voor [muziekwerk 1] en draagt de auteursrechten over aan [eiser 1]. [Gedaagde 1] brengt zonder toestemming een dancebewerking van '[muziekwerk 1]' uit, wat leidt tot een geschil over auteursrechtinbreuk. De rechtbank oordeelt dat [gedaagde 1] inbreuk maakt op de auteursrechten van [eiser 1] en de persoonlijkheidsrechten van [eiser 2]. De rechtbank benoemt een deskundige om de redelijke licentievergoeding voor het gebruik van '[muziekwerk 1]' in 2020 vast te stellen. [Gedaagde 1] betwist de hoogte van de gevorderde schadevergoeding en stelt dat de bewerking geen waardevermindering van het originele werk veroorzaakt. De rechtbank verwerpt de vordering van [eiser 1] voor misgelopen royalty's op de fonogrammen, omdat deze onvoldoende onderbouwd is.

IEF 22279

Uitspraak ingezonden door Kitty van Boven, i-ee en Marcel de Zwaan, Bremer & De Zwaan.

Gebruik van een portretfoto bij een podcast zonder toestemming van de maker

Hof Arnhem-Leeuwarden 1 okt 2024, IEF 22279; (Van Assendelft Fotografie tegen EWTN LL), https://delex.nl/artikelen/gebruik-van-een-portretfoto-bij-een-podcast-zonder-toestemming-van-de-maker

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 1 oktober 2024, IEF 22279 (Van Assendelft Fotografie tegen EWTN LL) Van Assendelft Fotografie heeft een portretfoto gemaakt die is gepubliceerd naast een interview in het Nederlands Dagblad. Van Assendelft Fotografie heeft voor dit eenmalige gebruik het Nederlands Dagblad hiervoor toestemming gegeven, is voor het gebruik van de foto betaald en is vermeld als de maker van de foto. EWTN LL heeft dezelfde portretfoto wekelijks gebruikt bij de aankondiging van haar podcast, zonder toestemming of vermelding van de maker van de foto. Daarnaast heeft EWTN LL dezelfde foto gebruikt bij publicatie van de wekelijkse podcast op YouTube, Apple Podcasts en Spotify. De portretfoto is door een derde partij aan EWTN LL gestuurd, nadat deze door EWTN LL was verzocht om een foto aan te leveren. De foto werd verstrekt zonder vermelding van de maker.

IEF 22249

Ingezonden door Thijs van Aerde (Houthoff), Kamiel Koelman (Koelman Legal) en Arnout Groen (AC&R).

Prejudiciële vragen over mededeling aan het publiek en de rol van geo-blocking

Hoge Raad 20 sep 2024, IEF 22249; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.), https://delex.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-over-mededeling-aan-het-publiek-en-de-rol-van-geo-blocking

HR 20 september 2024, IEF 22249, IEFbe 3786; ECLI:NL:HR:2024:1263 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). De Anne Frank Stichting, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en Vereniging voor Onderzoek en Ontsluiting van Historische Teksten (hierna: verweerders) hebben in samenwerking een nieuwe wetenschappelijke online editie van alle manuscripten van Anne Frank uitgebracht. Het Anne Frank Fonds (hierna: het Fonds) stelt dat verweerders daarmee inbreuk maken op haar auteursrechten. Hoewel haar rechten op (delen van) de werken van Anne Frank naar buitenlands recht inmiddels zijn verlopen, maakt zij naar Nederlands recht nog steeds aanspraak op deze rechten tot 2037. Om het Fonds tegemoet te komen, maken verweerders gebruik van geo-blocking: internetgebruikers in Nederland wordt de toegang tot de website met daarop de nieuwe editie van de manuscripten geweigerd. Volgens het Fonds is dat niet genoeg, nu Nederlandse internetgebruikers de website alsnog kunnen bereiken door middel van een VPN. Het Fonds vordert in kort geding de staking van de inbreuk, maar de voorzieningenrechter gaat daar niet in mee. In hoger beroep vordert het Fonds hetzelfde, maar ook het hof wijst de vordering af. Het standpunt van het Fonds dat de nieuwe editie op een Nederlands publiek is gericht doet daar niet aan af. Het Fonds gaat in cassatie en neemt nogmaals hetzelfde standpunt in. De ‘gerichtheid’ van de website zou volgens haar niet afhangen van de wil van verweerders, maar van de feitelijke omstandigheden.

IEF 22245

Parallelimport toegestaan: Gerecht Sint Maarten houdt vast aan Diageo-rechtspraak

Antilliaanse Gerechten 28 nov 2023, IEF 22245; ECLI:NL:OGEAM:2023:98 (Hennessy c.s. tegen Penha c.s.), https://delex.nl/artikelen/parallelimport-toegestaan-gerecht-sint-maarten-houdt-vast-aan-diageo-rechtspraak

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten 28 november 2023, IEF 22245; ECLI:NL:OGEAM:2023:98 (Hennessy c.s. tegen Penha c.s.). Deze uitspraak van het Gerecht van Sint Maarten loopt parallel aan een al eerder gepubliceerde uitspraak van het Gerecht van Curaçao [IEF 21798]. Kort gezegd stellen de merkhouders van cognac, champagne en wodka (hierna: Hennessy c.s.) dat hun rechten worden geschonden door een aantal winkeliers in Sint Maarten (hierna: Penha c.s.). Penha c.s. verkoopt namelijk flessen van Hennessy c.s. waarvan de identificatienummers zijn verwijderd. Hennessy c.s. vordert dat Penha c.s. wordt veroordeeld tot het staken en gestaakt houden van inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten, in het bijzonder haar merkenrecht en auteursrecht. Ook vordert zij vernietiging van de inbreukmakende flessen en opgave van de gegevens over de inkoop en verkoop van de flessen. Tot slot vordert zij schadevergoeding. Penha c.s. voert gemotiveerd verweer, met name door te stellen dat de winkeliers de flessen rechtmatig via parallelhandel hebben verkregen. 

IEF 22230

Modeltekening voor bedieningspaneel van een kookfornuis is auteursrechtelijk beschermd, maar staat reproductie niet in de weg

Overig 8 jul 2024, IEF 22230; (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley), https://delex.nl/artikelen/modeltekening-voor-bedieningspaneel-van-een-kookfornuis-is-auteursrechtelijk-beschermd-maar-staat-reproductie-niet-in-de-weg

High Court of Justice 8 juli 2024, IEF 22230, IEFbe 3782; [2024] EWHC 1727 (IPEC) (AGA Rangemaster Group Limited tegen UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley). De Britse rechter doet in deze zaak uitspraak over een geschil tussen AGA Rangemaster Group Limited (hierna: AGA) enerzijds en UK Innovations Group Limited en Michael Patrick McGinley (hierna: gedaagden) anderzijds. AGA is de fabrikant en verkoper van de populaire Britse AGA-kookfornuizen. Gedaagden specialiseren zich in de installatie en verkoop van elektronische kooksystemen, onder andere met betrekking tot AGA-fornuizen. Met andere woorden, zij refurbishen AGA-fornuizen zodat die op stroom kunnen werken en zij verkopen de aangepaste modellen vervolgens door aan derden. AGA heeft in beginsel geen bezwaar tegen deze praktijk. Echter, AGA stelt dat gedaagden te ver gaan in hun bewerkingen en in hun marketing, wat beide inbreuk zou maken op haar merkrechten. Ook stelt zij dat het door gedaagden geïnstalleerde bedieningspaneel in de AGA-fornuizen inbreuk maakt op het auteursrecht dat AGA heeft op een modeltekening van een van haar eigen fornuizen. Gedaagden zijn het niet met de stellingen eens.

IEF 22225

Uitspraak ingezonden door Allard Ringnalda & Sven Klos, Klos cs.

A-G: Reciprociteitsclausule Berner Conventie niet toepasbaar onder Unierecht

HvJ EU 5 sep 2024, IEF 22225; ECLI:EU:C:2024:698 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG), https://delex.nl/artikelen/a-g-reciprociteitsclausule-berner-conventie-niet-toepasbaar-onder-unierecht

Conclusie A-G HvJ EU 5 september 2024, IEF 22225; IEFbe 3778; ECLI:EU:C:2024:698 (Kwantum BV tegen Vitra Collections AG). Vitra Collections AG, een Zwitsers bedrijf dat designmeubelen produceert, claimt auteursrechten op de "Dining Sidechair Wood" (DSW), een stoel ontworpen door het Amerikaanse echtpaar Charles en Ray Eames. Kwantum Nederland BV en Kwantum België BV brachten een stoel op de markt onder de naam "Paris", waarvan Vitra stelt dat deze inbreuk maakt op hun auteursrechten. De rechtbank in Den Haag oordeelde aanvankelijk dat er geen inbreuk was [zie IEF 17352], maar het gerechtshof Den Haag vernietigde dit vonnis en oordeelde dat Kwantum wel inbreuk maakte op de auteursrechten van Vitra [zie IEF 19323]. Kwantum stelde in hoger beroep dat de reciprociteitsclausule van artikel 2 lid 7 van de Berner Conventie verkeerd was toegepast door het gerechtshof Den Haag. Vitra stelde daarentegen dat deze clausule helemaal niet van toepassing is. De Hoge Raad der Nederlanden legde prejudiciële vragen voor aan het Hof van Justitie van de EU over de toepasselijkheid van Unierecht en de reciprociteitsclausule uit de Berner Conventie [zie IEF 20984].

IEF 22224

KPS B.V. maakt geen inbreuk op IE-rechten van FZI B.V.

Rechtbanken 4 sep 2024, IEF 22224; ECLI:NL:RBDHA:2024:13740 (F.Z.I. B.V. tegen KPS B.V.), https://delex.nl/artikelen/kps-b-v-maakt-geen-inbreuk-op-ie-rechten-van-fzi-b-v

Rb. Den Haag 4 september 2024, IEF 22224; ECLI:NL:RBDHA:2024:13740 (F.Z.I. B.V. tegen KPS B.V.). FZI B.V. en KPS B.V. waren beide betrokken bij het online vakmedium Klantcontact.nl. In 2019 nam KPS de exploitatie over via een overnameovereenkomst. Na verloop van tijd introduceerde KPS het medium onder een nieuwe naam, Ziptone. Eind 2022 werd de domeinnaam klantcontact.nl terug overgedragen aan FZI. Dit leidde tot een geschil over het gebruik van de naam en intellectuele eigendomsrechten rondom het vakmedium. FZI vorderde onder meer een verklaring voor recht dat KPS inbreuk maakt op haar handelsnaam-, merk- en auteursrechten en eiste het staken van het gebruik van de termen 'Klantcontact' en 'Klantcontact.nl'. Daarnaast werd vergoeding van schade en doorhaling van KPS' Beneluxmerkregistraties geëist.

IEF 22215

Uitspraak ingezonden door Rik Balk, Balk Legal.

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

Rechtbanken 23 jul 2024, IEF 22215; (Eiseres tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/handhaving-auteursrechten-tegen-bedrijfsopvolger-is-onredelijk

Rb. Amsterdam 23 juli 2024, IEF 22215 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres in deze zaak is kapster en eigenares van een kapsalon. Zij heeft haar kapsalon overgenomen van gedaagde door middel van een schriftelijke overeenkomst. Over de uitleg van die overeenkomst is tussen eiseres en gedaagde onenigheid ontstaan. Gedaagde is van mening dat eiseres zonder toestemming en daarmee onrechtmatig de foto's en teksten van gedaagde gebruikt op haar website. Eiseres vindt daarentegen dat gedaagde haar onrechtmatig belemmert in haar bedrijfsvoering. Zij vordert in kort geding bij de rechtbank dat gedaagde iedere belemmering staakt, waaronder het handhaven van zijn merk- en auteursrechten. Ook vordert eiseres dat zij de door gedaagde gebruikte handelsnaam krijgt overgedragen, als onderdeel van de gesloten overeenkomst. Gedaagde verweert zich met het argument dat de overeenkomst slechts is gesloten voor een periode van twee jaar. De overdracht van de kapsalon (met uitzondering van de handelsnaam) blijft ook daarna gelden, maar gedaagde hoeft eiseres daarbij niet meer te steunen in haar bedrijfsvoering, aldus gedaagde.

IEF 22194

Onduidelijkheid over geclaimde intellectuele eigendomsrechten leidt niet tot schadevergoeding

Hof Den Haag 27 feb 2024, IEF 22194; ECLI:NL:GHDHA:2024:216 (LC tegen HPM), https://delex.nl/artikelen/onduidelijkheid-over-geclaimde-intellectuele-eigendomsrechten-leidt-niet-tot-schadevergoeding

Hof Den Haag 27 februari 2024, IEF 22194; ECLI:NL:GHDHA:2024:216 (LC tegen HPM). Partijen in deze zaak zijn [appellant 1] en Lattice Consultancy B.V. (hierna: LC of [appellant 1] c.s.) en Holland Park Media B.V. (hierna: HPM). LC en HPM hebben een overeenkomst gesloten over de aanpassing van de website van [appellant 1] c.s. Deze overeenkomst is na acht maanden door [appellant 1] c.s. opgezegd. In eerste aanleg heeft [appellant 1] c.s. onder andere vorderingen ingesteld die ertoe strekken om HPM te veroordelen tot het verstrekken van verzamelde en verwerkte persoonsgegevens. Zij stelt dat ze op grond van artikel 17 AVG dit recht heeft. Verder is zij van mening dat ze ervan uit mocht gaan dat de intellectuele eigendomsrechten van het werk dat HPM creëerde zouden worden overgedragen. De kantonrechter heeft de vordering over de persoonsgegevens toegewezen maar het overige afgewezen. Het was duidelijk genoeg dat er na afloop van de overeenkomst sprake zou zijn van een royaltyvergoeding. [appellant 1] c.s. komt tegen dit oordeel in hoger beroep.