Alle rechtspraak  

IEF 22588

Het ONB-arrest: België moet wetgeving over overdracht van naburige rechten aan werkgever aanpassen

HvJ EU 6 mrt 2025, IEF 22588; ECLI:EU:C:2025:141 (Musici tegen de Belgische Staat), https://delex.nl/artikelen/het-onb-arrest-belgie-moet-wetgeving-over-overdracht-van-naburige-rechten-aan-werkgever-aanpassen

HvJ EU 6 maart 2025, IEF 22588, IEFbe 3886; ECLI:EU:C:2025:141 (Musici tegen de Belgische Staat). De zaak betreft prejudiciële vragen over de interpretatie van de artikelen 18-23 en artikel 26(2) van Richtlijn (EU) 2019/790 (DSM-richtlijn) inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt. De prejudiciële verwijzing is ingediend in een procedure tussen drie musici (FT, AL en ON) die in dienst zijn bij het Orchestre National de Belgique (ONB) en de Belgische Staat. De musici betwisten de rechtmatigheid van het Koninklijk Besluit van 1 juni 2021 betreffende de overdracht van hun naburige rechten aan de werkgever, het ONB. Dit besluit bepaalt dat musici in dienst van het ONB automatisch hun naburige rechten aan hun werkgever overdragen voor exploitatie van hun optredens, zonder hun expliciete toestemming. De overdracht omvat rechten op reproductie, distributie en communicatie aan het publiek via radio, televisie en digitale platforms, wereldwijd en voor de gehele beschermingsduur. De musici verzetten zich tegen dit besluit en brachten hun zaak voor de Belgische Raad van State, die zich afvraagt of het Koninklijk Besluit in strijd is met de DSM-richtlijn en de eerdere EU-richtlijnen. De Raad van State heeft het Hof van Justitie van de EU (HvJ-EU) de volgende vragen gesteld:

IEF 22584

Inbreuk op auteursrechten Dassault vastgesteld, schadevergoeding toegewezen

Rechtbank Noord-Holland 19 feb 2025, IEF 22584; ECLI:NL:RBNHO:2025:1966 (Dassault Systèmes SolidWorks Corporation tegen Hooks Creative B.V., Soopl B.V. en Soohoo Beheer B.V.), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-auteursrechten-dassault-vastgesteld-schadevergoeding-toegewezen

Rb. Noord-Holland, 19 februari 2025, IEF 22584, IT 4804; ECLI:NL:RBNHO:2025:1966 (Dassault Systèmes SolidWorks Corporation tegen Hooks Creative B.V., Soopl B.V. en Soohoo Beheer B.V.) Dassault Systèmes SolidWorks Corporation, een ontwikkelaar van 3D CAD-software, heeft Hooks Creative B.V., Soopl B.V. en Soohoo Beheer B.V. gedagvaard wegens inbreuk op haar auteursrechten en exclusieve licentierechten op het softwareprogramma "SolidWorks". Hooks Creative is een ontwerpstudio voor winkelinrichting en Soopl ontwerpt kledingtrolleys. Dassault stelt dat Hooks Creative en Soopl in de periode april 2019 tot en met november 2023 zonder de vereiste licentie gebruik hebben gemaakt van haar programmatuur. Uit meldingen van de ingebouwde beveiligingstool blijkt dat zij met behulp van twee niet-legale licentiesleutels toegang hebben verkregen tot de software op ten minste vijf computers, die via IP-adressen herleidbaar zijn naar hun bedrijfslocaties. Op 21 maart 2024 heeft Dassault verlof gekregen om beslag te leggen ter bescherming van bewijs en voor het veiligstellen van de software. Op 27 maart 2024 heeft de deurwaarder dit beslag gelegd. Partijen hebben vervolgens onderhandeld over een minnelijke regeling, maar geen overeenstemming bereikt over de hoogte van de schadevergoeding. Een proces-verbaal van 10 oktober 2024 bevestigt dat de inbreukmakende software is verwijderd.

IEF 22580

Auteursrechtinbreuk vastgesteld, maar geen boete na licentieafloop

Rechtbank Midden-Nederland 19 feb 2025, IEF 22580; ECLI:NL:RBMNE:2025:751 (eiseres B.V tegen Gemeente Purmerend), https://delex.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-vastgesteld-maar-geen-boete-na-licentieafloop

Rb. Midden-Nederland 19 februari 2025, IEF 22580, IT 4801; ECLI:NL:RBMNE:2025:75 (eiseres B.V tegen Gemeente Purmerend). Deze zaak behandelt de vraag of het door eiseres ontwikkelde programma voor begrotingen en jaarrekeningen, dat binnen Excel functioneert, kwalificeert als een computerprogramma in de zin van de Auteurswet en in hoeverre het auteursrechtelijk beschermd is. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of de Gemeente Purmerend na beëindiging van de licentieovereenkomst onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van het programma en of zij een contractuele boete en schadevergoeding verschuldigd is. Op 13 november 2019 hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten, waarbij de Gemeente een gebruiksrecht kreeg op het programma. De Gemeente heeft de licentie per 1 januari 2021 beëindigd en daarbij verklaard dat zij het programma niet meer gebruikte en van haar IT-omgeving had verwijderd. Later is gebleken dat de Gemeente in 2021 en de daaropvolgende jaren kopieën van het programma heeft gebruikt bij het opstellen van begrotingen en jaarrekeningen. Eiseres stelt dat sprake is van auteursrechtinbreuk, schending van contractuele afspraken en vordert betaling van een boete van € 450.000, schadevergoeding en verwijdering van alle bestanden. De Gemeente erkent dat zij het programma na beëindiging van de licentie nog op haar IT-omgeving had staan en heeft gebruikt, maar betwist de hoogte van de schade en stelt dat het boetebeding niet meer van kracht was.

IEF 22572

Gedaagde maakt inbreuk op auteursrecht van het logo van zwemvereniging Blue Marlins

Rechtbank Den Haag 25 feb 2025, IEF 22572; ECLI:NL:RBDHA:2025:2769 (Blue Marlins tegen gedaagden c.s.), https://delex.nl/artikelen/gedaagde-maakt-inbreuk-op-auteursrecht-van-het-logo-van-zwemvereniging-blue-marlins

Vzr. Rb. Den Haag 25 februari 2025, IEF 4794; ECLI:NL:RBDHA:2025:2769 (Blue Marlins tegen gedaagden c.s.). Blue Marlins is een zwemvereniging die gebruik maakt van het bovenstaande logo (hierna: het Blue Marlins-logo). Gedaagde 1 en gedaagde 2 (hierna samen: gedaagden c.s.) zijn echtgenoten. Hun zoon was lid bij Blue Marlins. Gedaagde 2 was vrijwilligster en ondersteunend lid. Op 1 januari van dit jaar heeft de zwemvereniging de lidmaatschappen van gedaagde 2 en haar zoon opgezegd, vanwege een betalingsachterstand en vermeend onwenselijk gedrag van de zoon. Gedaagde 2 heeft toen een e-mail gestuurd naar meerdere ouders of leden van de club, met een lange klaagzang over wat er allemaal fout gaat binnen de vereniging. In deze e-mail zijn verschillende afbeeldingen opgenomen. Twee daarvan, het vergrootglasteken en het stembusteken, bevatten het logo van de Blue Marlins. Blue Marlins heeft gedaagden c.s. gesommeerd om de e-mail in te trekken, en het onrechtmatig gebruik van haar handelsnaam en het Blue Marlins-logo te staken. Gedaagden c.s. heeft daaraan geen gehoor gegeven en dus vordert Blue Marlins dit nu bij de voorzieningenrechter.

IEF 22568

Rechtsstrijd rond auteursrecht Montis-stoelen: rechtbank oordeelt dat de arresten geen onrechtmatige rechtspraak zijn

Rechtbank Den Haag 19 feb 2025, IEF 22568; ECLI:NL:RBDHA:2025:2637 (Montis tegen de Staat), https://delex.nl/artikelen/rechtsstrijd-rond-auteursrecht-montis-stoelen-rechtbank-oordeelt-dat-de-arresten-geen-onrechtmatige-rechtspraak-zijn

Rb. Den Haag 19 februari 2025, IEF 22568; ECLI:NL:RBDHA:2025:2637 (Montis tegen de Staat). Montis, een meubelproducent, liet in 1988 modellen registreren voor de fauteuil Charly en de eetkamerstoel Chaplin, ontworpen door [naam]. In 1990 droeg hij zijn rechten over aan Montis. Later ontstond een conflict met meubelketen [bedrijfsnaam], die een soortgelijke stoel verkocht. Montis spande een rechtszaak aan, maar verloor deze in het Montis I-arrest. Het auteursrecht op de stoelen was vervallen, omdat Montis bij afloop van haar modelbescherming geen instandhoudingsverklaring had ingediend. In het Montis II-arrest stelde Montis dat Duitsland het land van oorsprong was, waardoor de Berner Conventie (BC) zou gelden en het auteursrecht niet vervallen zou zijn. Het hof gaf Montis gelijk, maar na cassatie oordeelde de Hoge Raad dat het auteursrecht toch was vervallen. Wel vroeg de Hoge Raad het Benelux-Gerechtshof of de wetswijziging van 2003 het auteursrecht had kunnen laten herleven. Het BenGH oordeelde van niet.  

IEF 22555

Uitspraak ingezonden door Nanda Ruyters en Lotte Sliedregt, BRIGHT ip lawyers.

Persoonlijkheidsrechten architect niet geschonden door het ontwerp van nieuwe entreehal Eindhoven Airport

Rechtbank Oost-Brabant 19 feb 2025, IEF 22555; ECLI:NL:RBOBR:2025:1017 (Eisers tegen Eindhoven Airport), https://delex.nl/artikelen/persoonlijkheidsrechten-architect-niet-geschonden-door-het-ontwerp-van-nieuwe-entreehal-eindhoven-airport

Rb. Oost-Brabant 19 februari 2025, IEF 22555; ECLI:NL:RBOBR:2025:1017 (Eisers tegen Eindhoven Airport). In dit kort geding vorderen een architect en zijn vennootschap een bouwverbod voor de nieuwe entreehal van Eindhoven Airport, stellende dat dit inbreuk maakt op zijn persoonlijkheidsrechten (art. 25 lid 1 sub c en d Auteurswet). Hij betoogt dat het ontwerp van EGM een aantasting of verminking is van het mede door eisers gecreëerde terminalontwerp. De architect was betrokken bij de gefaseerde uitbreiding van de luchthaven binnen het consortium Constellation, dat sinds 2000 uitbreidingsplannen ontwikkelde. Na een eerdere auteursrechtelijke veroordeling van Eindhoven Airport werd zonder eisers een nieuwe aanbesteding gestart, resulterend in het ontwerp van EGM. Centraal staat de vraag of Eindhoven Airport met het ontwerp van EGM de persoonlijkheidsrechten van eisers als architect schendt. Eindhoven Airport voert verweer tegen de vorderingen van eisers en betwist dat aan eisers persoonlijkheidsrechten toekomt. Subsidiair stelt Eindhoven Airport dat eisers afstand heeft gedaan van zijn persoonlijkheidsrechten. Voor zover eisers al een beroep kan doen op persoonlijkheidsrechten, dan is volgens Eindhoven Airport geen sprake van een aantasting of verminking van het werk in de zin van artikel 25 lid 1 sub d Aw. Het bestaande gebouw wordt met het ontwerp van EGM namelijk niet aangetast. Er wordt enkel een nieuwe gebouw naast geplaatst. Aan het bestaande gebouw worden slechts minimale en enkel noodzakelijke aanpassingen aangebracht om de entreehal met de terminal te verbinden.

IEF 22524

Uitspraak ingezonden door Maarten Russchen, Coda Advocaten.

Rechtbank verklaart zich grotendeels onbevoegd in zaak over inbreuk op muziekcatalogus door een in Spanje gevestigde exploitant

Rechtbank Amsterdam 15 jan 2025, IEF 22524; (Modern Entertainment tegen gedaagde3), https://delex.nl/artikelen/rechtbank-verklaart-zich-grotendeels-onbevoegd-in-zaak-over-inbreuk-op-muziekcatalogus-door-een-in-spanje-gevestigde-exploitant

Rechtbank Amsterdam 15 januari 2025, IEF 22524 (Modern Entertainment tegen gedaagde). Tussen deze partijen lopen twee bodemprocedures. Onlangs heeft de rechtbank Amsterdam zich bevoegd verklaard in een tussenvonnis in de ene procedure [zie IEF 22487]. Deze tweede zaak gaat over de rechten op een muziekcatalogus en de vermeende inbreuk daarop door gedaagde, die in Spanje gevestigd is. Anders dan in de andere procedure verklaart de rechtbank zich hier onbevoegd. Hiermee wordt de vordering van gedaagde in incident toegewezen, ondanks dat het Modern Entertainment hier verweer tegen heeft gevoerd. Gedaagde is woonachtig in Spanje en dus moet de bevoegdheid van de Nederlandse rechter worden beoordeeld aan de hand van de Brussel I bis-Verordening. Het geschil, dat ziet op een mogelijke inbreuk op de muziekcatalogus van Modern Entertainment, is in de kern gebaseerd op een onrechtmatige daad. Het gaat onder andere om een mogelijke schending van naburige rechten. De rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen is bevoegd. Bij uitleg van de regels wordt aansluiting gezocht bij rechtspraak van het Hof.

IEF 22485

Tuchtrecht: geen bewijs voor een gebrek aan onafhankelijkheid of belangenverstrengeling in auteursrechtelijk geschil

Overig 13 jan 2025, IEF 22485; ECLI:NL:TADRARL:2025:10 (Klagers tegen verweerder), https://delex.nl/artikelen/tuchtrecht-geen-bewijs-voor-een-gebrek-aan-onafhankelijkheid-of-belangenverstrengeling-in-auteursrechtelijk-geschil

Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 13 januari 2025, IEF 22485; ECLI:NL:TADRARL:2025:10 (Klagers tegen verweerster). Deze procedure betreft een klacht over een advocaat die namens een cliënt heeft opgetreden in een auteursrechtelijke kwestie. De klacht werd op 16 oktober 2023 ingediend bij de deken van de Orde van Advocaten in Gelderland. Het geschil draait om het ongeautoriseerde gebruik van een foto, waarop volgens de advocaat auteursrecht rust. De advocaat heeft namens haar cliënt de wederpartij aansprakelijk gesteld en een schikkingsvoorstel gedaan. De wederpartij betwistte het auteursrecht op de foto, verwijderde deze van de website en ging uiteindelijk akkoord met het voorstel. De klagers dienden echter een klacht in, stellende dat de advocaat in strijd met de gedragsregels heeft gehandeld door onafhankelijkheid en integriteit niet te waarborgen. De klagers voerden aan dat de advocaat niet onafhankelijk was, omdat zij namens haar werkgever en diens levenspartner optrad. Ze betoogden dat deze professionele en persoonlijke relaties de onafhankelijkheid van de advocaat ondermijnden. Ook vonden zij het schikkingsbedrag van €1.600 buitensporig en de aanpak van de advocaat onredelijk. De advocaat verweerde zich door te stellen dat zij regelmatig auteursrechtelijke zaken behandelt en dat er geen sprake was van afhankelijkheid of schending van gedragsregels. Volgens haar waren de gevraagde vergoeding en werkwijze gebruikelijk in dit soort zaken.

IEF 22473

Geen aanvullende betaling voor webshopontwikkeling

Rechtbank Amsterdam 22 nov 2024, IEF 22473; ECLI:NL:RBAMS:2024:8394 (eiser tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/geen-aanvullende-betaling-voor-webshopontwikkeling

Rb. Amsterdam 22 november 2024, IEF 22473, IT 4746; ECLI:NL:RBAMS:2024:8394 (eiser tegen gedaagde). Eiser, handelend onder de handelsnaam [handelsnaam 1], heeft in opdracht van gedaagde, handelend onder de handelsnaam [handelsnaam 2], een webshop ontwikkeld voor haar bedrijf. Partijen hebben vooraf geen prijsafspraken gemaakt. Eiser heeft €9.917,98 gefactureerd, waarvan gedaagde €6.104,06 heeft betaald. Eiser vordert betaling van het resterende bedrag van €3.813,92. Gedaagde betwist de redelijkheid van het gefactureerde bedrag, voert aan dat zij alle afbeeldingen en teksten zelf heeft aangeleverd, en stelt dat soortgelijke opdrachten bij andere websiteontwikkelaars veel minder kosten. De kantonrechter oordeelt dat het door gedaagde betaalde bedrag van €6.104,06 een redelijke vergoeding is voor de werkzaamheden. Het resterende bedrag wijst de kantonrechter af, omdat eiser onvoldoende heeft onderbouwd hoe de kosten zich hebben opgebouwd. Met name voor de technische werkzaamheden ontbreekt een toelichting op de tijdsbesteding en de aard van de uitgevoerde werkzaamheden, terwijl dit gezien de betwisting door gedaagde noodzakelijk was. Daarnaast stelt gedaagde dat eiser onrechtmatig heeft gehandeld door zonder toestemming elementen van het ontwerp van de webshop te gebruiken voor de website van een kapsalon van een kennis van gedaagde, waarmee haar auteursrecht wordt geschonden. Dit betoog heeft zij aangedragen als een voorwaardelijk verrekeningsverweer. De kantonrechter gaat hier echter niet op in, omdat de vordering van eiser wordt afgewezen.

IEF 22463

Uitspraak ingezonden door Britt van den Branden en Jos van der Wijst, BG Legal.

Geen auteursrechtelijke bescherming voor apothekerssorteerkast: creatieve keuzes functioneel en technisch bepaald

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 dec 2024, IEF 22463; ECLI:NL:RBZWB:2024:8786 (Eiser tegen gedaagden), https://delex.nl/artikelen/geen-auteursrechtelijke-bescherming-voor-apothekerssorteerkast-creatieve-keuzes-functioneel-en-technisch-bepaald

Rb. Zeeland-West-Brabant 18 december 2024, IEF 22463; ECLI:NL:RBZWB:2024:8786 (Eiser tegen gedaagden). Eiser is een eenmanszaak die zich bezighoudt met de ontwikkeling en verkoop van o.a. hard- en software. Gedaagde is actief in de apothekersbranche, en houdt zich bezig met de productie, assemblage en verhandeling van apothekersrobots. Partijen hebben samengewerkt bij de ontwikkeling van een apothekerssorteerkast. Met behulp van de sorteerkast kunnen apotheken recepten verwerken tot aan de uitgifte daarvan. De sorteerkast is onder meer voorzien van bewegingssensoren en gekleurde verlichting in de vakken van de kast. Gedaagde zocht een partij die kennis had omtrent de benodigde software, en kwam zo met eiser in contact. Uiteindelijk hebben partijen een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Op enig moment ontstaat onenigheid tussen partijen, waardoor de samenwerking wordt beëindigd. Partijen leggen de te maken afspraken vast in een vaststellingsovereenkomst, na afloop van een mediationtraject. Gedaagde gaat verder met de ontwikkeling van de sorteerkast met behulp van nieuw ontwikkelde software.